Bron: #Dwars door de buurt – editie 228
Pas als zijn foto op een affiche staat, komen zijn ouders erachter dat hij doet aan kickboksen. Hij is dan 16 jaar en groeit uit tot een van de beste kickboksers aller tijden: Mousid Akhamrane. Ook zíjn portret hangt op het Muiderpoortstation, te midden van andere buurtbewoners die vanwege hun actieve betrokkenheid deel uitmaken van het kunstwerk ‘Buurtberoemd’ van Serge Verheugen.
Mousid Akhmarane is net terug uit Marokko. In het kleine kantoor waar we zitten, achter de Mousid Gym, een ook niet al te grote ruimte in de Wethouder Verheij Sporthal, is het warm. De zon staat pal op de ramen en Mousid zit in short bijna verborgen achter een groot computerscherm zijn administratie bij te werken. ‘Ik houd van warmte,’ zegt hij.
Voel je je meer Marokkaan of meer Nederlander? vraag ik, hoewel ik het antwoord eigenlijk wel weet. Sinds anderhalf jaar maak ik deel uit van het groepje mantelzorgers dat hij kickbokslessen geeft en elke week opnieuw moet ik lachen om de Amsterdamse grappen die hij met zijn typerend rappe Marokkaans-Amsterdamse tongval debiteert tijdens de training. Het is gezellig, dus we blijven komen én we blijven ons door zijn aanmoedigingen het zweet en de frustraties uit de vuisten slaan. ‘Allebei,’ is het antwoord. Zonder enige twijfel.
Straatjongetjes
Mousid doet meer dan mantelzorgers lesgeven. ‘Ik ben toevallig net gebeld door de stadsdeelraad,’ vertelt hij. ‘Of ik een uurtje kom praten met een jongen die veel problemen heeft en in en uit de gevangenis gaat. Zo’n jongen heeft aandacht nodig. Ik zeg: Wat ga je van je leven maken, waarom zou je het kapot maken terwijl er ook andere leuke dingen te doen zijn? Acht van de tien keer lukt het me om dit soort jongens verder te helpen omdat ik een rolmodel voor ze ben. Ze kijken naar me op omdat ik kampioen kickboksen ben, maar toch ook normaal. Dan luisteren ze. Ze luisteren niet naar iemand van het stadsdeel, het zijn straatjongetjes. Je moet in hun taal praten en je moet luisteren naar wat ze willen. En dan kun je uitleggen wat wel en niet kan.’
Incasseren
Zelf was Mousid ook ooit een straatjongetje. Op zijn tiende komt hij naar Nederland, samen met zes broers en één zus. Zijn vader is dan al een paar jaar eerder geëmigreerd en heeft werk gevonden in een kledingfabriek. Het is 1977 en het gezin betrekt een groot en koud huis in Amsterdam Noord bij het Mosveld. ‘In het begin vond ik het best spannend,’ vertelt hij, ‘maar na een tijdje kreeg ik wel heimwee, naar mijn vriendjes en zo. Ik kwam in de vijfde klas, nu groep 7, en kreeg gelukkig bijles in de Nederlandse taal. Verder was het hard werken om erbij te horen, stoer doen, de hele dag op straat voetballen, de mán willen zijn en veel incasseren. We hadden weinig geld dus op een gegeven moment had ik een krantenwijk. Van dat geld ging ik trainen in de sportschool, maar na een maand kon ik dat niet meer betalen. Gelukkig had ik zó mijn best gedaan dat ik was opgevallen. Van de trainer mocht ik blijven trainen zonder te betalen. Maar ik moest wel kéihard blijven trainen. Toen dacht ik: dat wil ik later ook doen. Jongens die geen geld hebben trainen en zorgen dat zij zich kunnen ontwikkelen.’
Gehuldigd
En dat deed hij. Hij richtte sportscholen op en organiseerde activiteiten voor kansarme jongeren. Eerst in Noord, later in Amsterdam-Oost. Zijn enorme drive en talent tot inspireren werd gezien en hij hoefde van de gemeente vaak geen huur te betalen mits hij jongeren van de straat wist te krijgen. Naast zijn carrière als kickbokser – daarmee verdiende hij zijn geld – hield hij zich volledig bezig met het welzijnswerk waarvoor hij onlangs nog gehuldigd werd door de Marokkaanse consul. ‘Sport is het uitgangspunt, maar het is voor mij altijd een middel om jongens verder te helpen.’ Dat is zijn motto.
100 %
Met 72 zeges en maar elf nederlagen is Mousid een van de beste kickboksers aller tijden. Het mooiste gevecht was de strijd om de wereldtitel in 1990 in de Jaap Edenhal. Hij herinnert zich hoe hij eindelijk het gevecht aan mocht gaan met Tommy van den Berg, de bekendste Nederlandse kickbokser in die tijd. En hij won, hij werd wereldkampioen. Het was de internationale doorbraak voor de toen 24-jarige Mousid, hij werd overal gezien, erkend en ging meer verdienen. Een belangrijk moment.
Winnen, daar ging het hem als klein jochie al om en daarom koos hij voor een individuele sport. ‘Een teamsport is niets voor mij, dan ben je afhankelijk van anderen. Als ik verlies wil ik zeker weten dat het alleen aan mezelf ligt. Toen ik op school zat, ging ik al om half 8 ’s ochtends rennen, daarna om half 9 naar school, in de pauze trainen en ’s avonds weer trainen. Je kunt alleen maar winnen door meer te doen dan je tegenstander. Jezelf voor 100% geven, daar gaat het om.’ Met gepaste trots: ‘En je ziet het: ik heb 83 wedstrijden gestreden en daar maar acht van verloren. En van die acht heb ik er drie hersteld.’
Kickboks-dokter
Mousid Akhmarane heeft in zijn sportscholen niet alleen jongeren op het rechte pad geholpen maar ook wedstrijdvechters getraind, gecoacht en opgeleid tot kampioenen – Nederlands, Europees en Wereldkampioen. Als trainer streefde hij net zo naar perfectionisme als hij als kickbokser deed. Dertig jaar lang was hij de kickboks-dokter; zo werd hij genoemd, want hij was in staat om precies te zien waar het hem aan schortte als iemand verloor of niet lekker in zijn vel zat, wist vechters weer te ‘repareren’ – fysiek en mentaal. Twee jaar geleden stopte hij met het trainen van vechters en droeg hij het stokje over aan zijn zoon Jaouad. Zelf blijft hij op de achtergrond aanwezig.
Legende
En nu dan? vraag ik. Je bent pas 56. ‘Tijd voor een nieuwe uitdaging,’ vindt hij. Hij geeft tegenwoordig privélessen en seminars in binnen- en buitenland. Van één zo’n seminar is hij net teruggekeerd uit Marokko. Op Facebook is te zien hoe hij aan een groep van minstens 300 mensen, jong en oud, de basistechnieken van het kickboksen bijbrengt. Een ongelofelijk grote en dynamische happening waarbij Mousid op zijn geheel eigen inspirerende wijze een massa mensen twee en een half uur lang laat springen en knokken tot ze erbij neervallen. Zijn eigen doorzettingsvermogen, dat is hij wat hij ze doorgeeft.
Ik hoor vaak dat hij een legend wordt genoemd. Met recht. #
Anita Boelsums
Geef een reactie