Bron: #Dwars door de buurt – editie 209
Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer – deel 8
Alfred Bernhard Nobel (1833-1896) was een zeer succesvolle Zweedse chemicus, uitvinder en ondernemer. Bij testament toonde hij zich nobeler dan nobel met het instellen van prestigieuze prijzen waaronder de Vredesprijs. Deze beloont jaarlijks het allernobelste optreden op wereldschaal, het bijdragen aan de vrede.
De vernoeming van Alfred Nobel in de Nobelweg roept uiteraard een associatie op met de door hem ingestelde prijzen. De Nobelweg ligt op de grens van de Eenhoorn- en de Don Boscobuurt met straatnamen vernoemd naar beroemde uitvinders en technici die leefden in de achttiende en negentiende eeuw. Nobel is de uitvinder van dynamiet, de ‘veilige’, stabiele, vaste vorm van de uiterst riskante vloeibare springstof nitroglycerine en van ‘veilige’ ontstekingsmechanismen voor explosieven en hoort bij die andere straatnamen.
Industriële revolutie
De Schot James Watt (1736-1819) verbeterde de stoommachine. De Engelsman Georg Stephenson (1781-1848) bouwde de eerste werkende stoomlocomotief. Zijn landgenoot Sir Henry Bessemer (1813-1898) vond uit hoe staal gemaakt kan worden. De Amerikaan Georg Westinghouse (1846-1914) was de uitvinder van de luchtdrukrem op treinen en promotor van wisselstroom. De dieselmotor werd uitgevonden door de Duitser Rudolf Diesel (1858-1930) en de Schots-Amerikaanse Alexander Graham Bell (1847-1922) maakte een goed werkende telefoon en begon een telefoniebedrijf. De uitvindingen van Alfred Nobel waren essentieel bij de bouw van spoorwegen.
Tezamen hebben deze uitvinders de industriële revolutie gevormd en daarmee de westerse wereld zoals die aan het begin van de twintigste eeuw bestond. Aan jongensboeken die het leven en de werken van deze helden van de techniek romantiseren zullen bij sommigen goede herinneringen bestaan.
Zes Nobelprijzen
De Raadsbesluiten over de straatvernoemingen Nobelweg, James Wattstraat, Stephensonstraat, Rudolf Dieselstraat, Bessemerstraat, George Westinghousestraat en Graham Bellstraat vielen in 1939. De aanleg werd in de vijftiger jaren ter hand genomen en nu is daar vervangbouw gaande.
Precies vijf jaar na het overlijden van Alfred Nobel, werden op 10 december 1901 voor het eerst Nobelprijzen uitgereikt in de vijf categorieën die Nobel bij testament bepaald had: natuurkunde, scheikunde, geneeskunde/fysiologie, literatuur en vrede. De zesde Nobelprijs, die voor de economische wetenschap, is een veel latere toevoeging, ingesteld door de Rijksbank van Zweden ter ere van Alfred Nobel. In 1969 is de economieprijs voor het eerst toegekend. De Noor Ragnar Frisch (1895-1973) en de Nederlander Jan Tinbergen (1903-1994) werden gelauwerd voor de ontwikkeling van dynamische/wiskundige economische modellen. Zij zijn de grondleggers van de nu ‘klassieke’ economische theorie. In 1975 won onze landgenoot Tjalling Koopmans deze prijs.
Internationale Strafhoven
De eerste Nobelprijs voor de Vrede (1901) ging naar de Zwitser Henri Dunant (1828-1910), zakenman, oprichter van het Rode Kruis en inspirator van de conventies van Geneve inzake oorlogsrecht. Hij werd gelauwerd tezamen met de Fransman Frederic Passy (1822-1912), een progressieve republikein die internationale arbitrage bepleitte als alternatief voor oorlog. Henri Dunant is in Amsterdam vernoemd in een straat in Slotervaart.
In 1911 werd deze ‘nobelste’ van de Nobelprijzen toegekend aan onze landgenoot de jurist Tobias Michiel Carel Asser (1838-1913) en aan de Oostenrijkse journalist, pacifist, initiatiefnemer van de Duitse vredesbeweging Alfred Fried (1864-1921). Asser werd gelauwerd voor zijn bijdrage aan het internationale recht in zijn rol bij het tot stand komen van het Permanente Hof van Arbitrage op de eerste Haagse vredesconferentie in 1899. De Volkerenbond, de Verenigde Naties en de Internationale Strafhoven zijn te beschouwen als nakomelingen van dit Hof. Mr. T.M.C Asser is in Amsterdam vernoemd in de Tobias M.C. Asserstraat in Slotermeer te midden van straatvernoemingen van andere eminente Nederlandse rechtsgeleerden van zijn tijd.
In 1954 aanvaardde Gerrit Jan van Heuven Goedhart, de eerste VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, de aan zijn organisatie toegekende vredesprijs. Goedhart is een mooie naam bij deze prijs. In Amstelveen is een Van Heuven Goedhartlaan.
Opmerkelijke stralen
Onder de in de Watergraafsmeer vernoemde wetenschappers zijn de Nobelprijswinnaars in de natuurkunde uit de eerste decennia van de twintigste eeuw goed vertegenwoordigd. De natuurkundigen Heike Kamerlingh Onnes (prijs 1913) van de Kamerlingh Onneslaan en Johannes van der Waals (prijs 1910) van de Johannes van der Waalsstraat kwamen reeds in deze rubriek aan de orde. De lauwering van Wilhelm Röntgen (prijs1901) en van Hendrik Antoon Lorentz en Pieter Zeeman (gedeelde prijs 1902) is onderwerp van deze aflevering.
De Röntgenstraat vormt een verbinding tussen de Middenweg en Robert Kochplantsoen. Robert Koch verwierf de Nobelprijs voor Geneeskunde en Fysiologie 1905 als erkenning voor zijn bijdrage aan de strijd tegen tuberculose. En Wilhelm Röntgen was een Duitser met Nederlandse wortels van moederszijde. Hij had ook een Nederlands paspoort en ontving zijn lagere en middelbare opleiding in Nederland. Voor een hoogleraarschap natuurkunde in Leiden werd hij gepasseerd door Kamerlingh Onnes en van een hoogleraarschap in Utrecht zag hij zelf af ten gunste van dat aan de universiteit van Würzberg. De Nobelprijs werd hem verleend ‘voor de ontdekking van de opmerkelijke stralen die naar hem genoemd zijn’.
Korter dan licht
Destijds werd door velen onderzoek naar nog onbegrepen stralingsfenomenen verricht. Op een vacuümgepompte glazen buis met ingesmolten elektrodes, de kathode, werd een hoge elektrische spanning gezet. Röntgen merkte daarbij op dat een vlakbij opgesteld speciaal scherm fluorescerend oplichtte. Wat hem daarbij opviel en verbaasde was dat de straling zacht materiaal als papier en textiel passeerde.
Het belang van zijn ontdekking voor de geneeskunde bij het vaststellen van botbreuken was snel duidelijk en betekende een sensatie. Op morele gronden zag Röntgen af van een patent op zijn vinding. De naar raadselachtigheid verwijzende naam ‘X-stralen’, die Röntgen zelf bedacht, wordt nog steeds gebruikt. Enige tijd later bleek dat het, net als licht, om elektromagnetische straling gaat, maar dan met een veel kortere golflengte dan het voor ons zichtbare licht. Röntgen zelf was zich in een vroeg stadium goed bewust van het risico dat schuilt in blootstelling aan deze X-stralen.
Kwantummechanica
Tussen de duplexwoningen en vervangende nieuwbouw van tuindorp Frankendaal/Jeruzalem ligt de Pieter Zeemanlaan met haaks daarop de Lorentzlaan. Zeeman en Lorentz kregen hun Nobelprijs voor hun onderzoek naar de invloed van magnetisme op stralingsfenomenen. Het fenomeen dat zij analyseerden staat bekend als het ‘Zeemaneffect’ (beschreven in 1897), en behandelt de verandering die een magnetisch veld aanbrengt in het emissiespectrum, namelijk de kenmerkende kleurbanden. Men ziet die bijvoorbeeld als keukenzout tot gloeien verhit wordt. Het bestaan van het subatomaire deeltje, het – negatief geladen – elektron, krijgt met hun analyse proefondervindelijk bewijs en dat vormt weer een vroege bouwsteen voor de kwantummechanica.
Lab aan Plantage Muidergracht
Hendrik Lorentz werd na zijn emeritaat als hoogleraar theoretische natuurkunde te Leiden benoemd tot conservator/curator van het Physisch Kabinet van Teylers Museum te Haarlem. Onlangs zijn de vertrekken die hij aldaar in gebruik had, hersteld en opengesteld voor het publiek. Lorentz was na zijn emeritaat leider van de Staatscommissie Zuiderzee en verrichtte golfonderzoek naar de noodzakelijke dijkhoogte van de Afsluitdijk. Een sluizencomplex van de Afsluitdijk draagt zijn naam.
Pieter Zeeman volgde Johannes van der Waals op als hoogleraar natuurkunde te Amsterdam. Aan de Plantage Muidergracht staat zijn naam prominent op de gevel van het bakstenen art-deco gebouw van zijn vroegere laboratorium. #
Robert van Andel
In de volgende aflevering gaat de aandacht naar de andere Natuurkunde-Nobellaureaten de vernoemd zijn: Maria Sklodowska-Curie, Pierre Curie en Antoine-Henri Becquerel (gedeelde prijs 1903), Markies Guglielmo Giovanni Maria Marconi (gedeelde prijs 1909) en Max Planck (prijs 1918)
Geef een reactie