Bron: #Dwars door de buurt – editie 252
Jacob Frederik Muller, alias Sjaco, gilt het uit. Op de Dam kijkt een menigte toe hoe hij geradbraakt wordt. Zijn onderlijf wordt op een groot wiel tot pulp geslagen, waarna hij onthoofd zal worden. Zijn hoofd zal op een spies wegrotten op het galgenveld. De ondergang van deze legendarische Sjaco begint aan de Middenweg, in de nacht van 29 op 30 december 1715.

Sjaco zit met een paar van zijn roversmaten in herberg Het Regthuys aan de Middenweg. Deze herberg gebruiken ze wel vaker als uitvalsbasis. Opvallend, want deze herberg is ook de rechtbank en gevangenis van Balthasar Scott, baljuw van de Watergraafsmeer. Sjaco en zijn maten dragen dure kleding en juwelen, betaald met de buit van vele bloedige en soms dodelijke rooftochten in de omgeving. Hun hoofden dicht naar elkaar toe gebogen, beramen ze hun snode plannen. Deze nacht hoeven ze niet ver. Ze hebben het voorzien op de rijkdommen van Lucas de Jong, eigenaar van de naastgelegen hofstede aan de Ringdijk.
Diep in de nacht zet Sjaco zijn uitschuifbare laddertje tegen het pand en klimt met acht van zijn maten door een raam naar binnen. Ze hebben pistolen en koevoeten bij zich. De slapende meid schrikt wakker als Sjaco zijn hand voor haar mond slaat. Een van de anderen houdt haar in bedwang en Sjaco wikkelt haar in een deken, zodat ze niet kan bewegen. Een rover houdt een mes op haar keel. Een gil blijft de meid in haar keel steken. Ze kent de reputatie van deze bende. Als ze niet meewerkt, zullen zij haar benen breken. Sjaco brengt zijn mond bij haar oor: ‘Waar is je heer en waar liggen de kostbaarste spullen?’ Hakkelend vertelt de meid de boeven waar een kist vol goud en juwelen verborgen staat. De tranen en het snot stromen over haar wangen als ze haar knevelen en haar op haar strozak achterlaten.
Sjaco zoekt de kist, terwijl een paar van zijn maten de rest van de hofstede plunderen. Alles van waarde stoppen ze in hun tassen: kandelaren, serviesgoed, keukengerei… Sjaco probeert met veel geweld de kist open te wrikken. Zijn koevoet schiet uit en het bloed gutst uit zijn hand. ‘Verdomme!’ schreeuwt hij, maar dan kraakt het slot. Hij graait in de kist. Een gouden horloge, een met diamanten bezette wekker, een ketting met een diamanten strik, ringen met edelstenen, een koker met bestek, een tandenstoker met tongschraper, een oorlepel, een trouwpenning, snuifdozen, wierrookpotjes, thee-, tabaks- en poederdozen, alles goud- en zilverwerk, wat een rijkdom! Zijn maten mompelen waarderend als ze de buit zien.
Maar de eigenaar van de hofstede, Lucas de Jong, is wakker geworden van al het lawaai. Angstig schuift hij het raam van zijn slaapkamer open en schreeuwt om hulp. Zijn geroep gaat verloren. De enigen die zich in het donker van de verlaten Watergraafsmeer ophouden, zijn de tiental rovers die buiten op wacht staan. Het volgende moment wordt het zwart voor Lucas’ ogen. Sjaco haalt naar hem uit met zijn koevoet. Ook zijn maten slaan erop los, totdat Lucas bewusteloos blijft liggen met een bloedend hoofd.
Lucas de Jong overleeft de overval ter nauwernood. Zijn buurman, Balthasar Scott, laat in de krant oproepen plaatsen met een gedetailleerde beschrijving van de buit en van zes van de rovers. Hij looft een beloning uit van 250 gulden. De tipgever mag anoniem blijven. En als de tipgever zelf tot de bende behoort, wordt immuniteit voor vervolging in het vooruitzicht gesteld.
Op 8 januari 1716 is Sjaco erbij, verraden door een bendelid. Sjaco was zeker een gewetenloze misdadiger, maar hij krijgt geen eerlijk proces. Zijn rechtzaak wordt onderdeel van de politieke machtsstrijd tussen twee burgemeesters in Amsterdam. Alle misdaden van de gehele roversbende worden hem als ‘zogenaamde leider’ in de schoenen geschoven. Sjaco wordt drie keer gemarteld. Tussendoor weet hij nog kortstondig te ontsnappen uit het Tuchthuis, via een gat dat hij met een spijker in de muur maakt. Op 6 augustus 1718 sterft Sjaco een pijnlijke dood. Ruim een eeuw later zal Sjaco door de verhalen van Justus van Maurik uitgroeien tot de Robin Hood van Amsterdam. Zijn legendarische fort in de Jordaan, zijn roversgerei in het museum: allemaal verzinsels. #
Melissa Plomp
Geef een reactie