Bron: #Dwars door de buurt – editie 210
Bij huiselijk geweld is de wijkagent in veel gevallen het eerste aanspreekpunt. In de Watergraafsmeer, de Oosterparkbuurt en de Dapperbuurt werken 14 wijkagenten. Zij hebben intensief contact met bewoners en instanties, niet alleen over huiselijk geweld. Ook bij ernstige overlast of een opvlammende golf van kleine criminaliteit komt de wijkagent in beeld.
Brenda Kaagman is wijkagent. Naar aanleiding van haar doortastend en zeer betrokken optreden bij een situatie van huiselijk geweld in mijn buurt ga ik met haar in gesprek. Zij is de vooruitgeschoven post van de politie in het oostelijk deel van de Oosterparkbuurt. Zij kent de buurt van haver tot gort; niet alleen veel bewoners maar ook netwerkpartners zoals scholen, welzijns- en zorginstellingen, woningbouwverenigingen, de GGD, winkeliers en horecaondernemers.
Hoe ben jij ertoe gekomen om wijkagent te worden?
‘Ik ben bij de politie in de surveillancedienst begonnen. Daarna werd ik docent op de politieacademie omdat ik het leuk vond om aankomende collega’s te begeleiden. Ik heb een aantal jaren les gegeven. Ik miste echter het contact met de mensen uit de wijk en dat is de kerntaak van de wijkagent.’
Hoe ziet jouw werkdag eruit?
‘De dag begint met het verwerken van alle meldingen en terugbelverzoeken in de verschillende computersystemen. We zijn bij de politie echt gek op de computer. Daar ben je al een paar uur mee bezig. Wij maken rapportages voor bijvoorbeeld een tijdelijk huisverbod of als bij een koffieshop een handgranaat is gevonden. Verder gaan we mee op huisbezoek met Vangnet, een afdeling van de GGD die zich bemoeit met Amsterdammers in een crisis. Het kan gaan om verslaving, psychiatrische ziekten en gedragsstoornissen.
’Verder is Kaagman trainer van Ouwer met Power, een training die Dynamo organiseert voor ouderen die leren wat te doen bij onveilige situaties op straat of aan de deur. Ze is ook examinator bij de politieopleiding. Collega’s in opleiding moeten voor het examenvak ‘Gemeenschappelijke veiligheidszorg’ een breed plan van aanpak in een gebied bedenken. Bijvoorbeeld als op een bepaalde plek veel fietsen worden gestolen. Want als wijkagent hebben zij contact met buurtbewoners, de gemeente, de woningbouwvereniging en met allerlei instanties die iets kunnen doen om te voorkomen dat die fietsen daar gestolen worden. Het examen is een plan schrijven met stappen en procedures en dat verdedigen ze voor de examinator.
‘Wijkagenten werken veel preventief. Als mijn collega’s bij een burenruzie zijn geweest dan gaan wij er vervolgens verder mee aan de slag om te kijken wat wij kunnen doen om te voorkomen dat dingen uit de hand lopen. Omdat wij een vaste buurt onder ons hebben, weten wij veel van die buurt. ‘Kennen en gekend worden’, dat is de kern, zodat mensen ons weten te vinden als er wat is. Wij werken nauw samen met instanties. We zijn een beetje de spin in het web, maar we zijn natuurlijk ook gewoon politieagent en schrijven bekeuringen uit.’
Wat is jouw rol bij de aanpak van huiselijk geweld?
‘Als iemand bij huiselijk geweld de politie belt, gaan de collega’s van de surveillancedienst er heen. We gaan daarna nog eens langs om een vinger aan de pols houden. Wij melden de situatie bij Veilig Thuis. Die helpen mensen naar de juiste instantie voor hulp. Bij een aanhouding wegens huiselijk geweld, maken wij een inschatting of er gevaar voor herhaling is. Wij onderzoeken of er genoeg gronden zijn om een tijdelijk huisverbod uit te reiken aan de dader. Wij kunnen de agressor een huisverbod geven voor tien dagen en dat kan dan verlengd worden tot 28 dagen. Het is een heel ingrijpend middel. Je haalt iemand tijdelijk uit zijn woning, daar moet je niet te licht over denken. Wij doen dat op een hele zorgvuldige manier. Meestal is er dan al een heel voortraject geweest van meldingen bij ons of bij Veilig thuis.
Je wordt niet van de een op de andere dag mishandeld. Je komt vaak eerst in een isolement. Zo’n man wil macht over je hebben, dus die zegt dat je je vriendinnen helemaal niet nodig hebt: je hebt mij toch, je hoeft niet te werken, ik zorg toch voor je. Geestelijke intimidatie is nog veel moeilijker te bewijzen dan een klap. Vrouwen worden dan langzamerhand ontdaan van hun eigen identiteit. En dan moet jij niet denken als politie zijnde dat het na een paar gesprekken geregeld is. Dat werkt niet zo.’
‘Wij investeren heel veel in contact. Ook al belt iemand mij voor de tiende keer dat ze weer klappen heeft gekregen. Ik zeg wel, je bent te goed om je als boksbal te laten gebruiken. Ik ben wel constant aan het praten maar ik weet ook dat als mensen er niet aan toe zijn, dan heb je die verandering niet. In sommige situaties heeft een huisverbod geen nut. Bijvoorbeeld als bij eergerelateerd geweld de eer van de familie ‘beschadigd’ is doordat de politie erbij betrokken is. Dan moet je zorgen dat het slachtoffer en de kinderen in een veilige omgeving komen. Dat klinkt simpeler dan het is. Er zijn maar heel weinig opvangplekken.’
Gebeurt het vaak dat mensen zich niet aan het huisverbod houden?
‘Ja, maar ook door de slachtoffers hoor. “Hij heb een nachtje in de cel gezeten, Ik vind het eigenlijk wel weer goed, ik hoop dat ie er wat van geleerd heeft.”Het is een cirkel waar mensen inzitten, echt een vicieuze cirkel. In het begin van een relatie is alles lief en aardig. Op een gegeven moment wordt het toch wat minder, je hebt allemaal wel eens ruzie met elkaar, dan zeg je misschien lelijke dingen elkaar, of je gooit met een deur. Wat belangrijk is dat als de spanning oploopt en dreigend wordt, dat je dan uit de situatie moet stappen. Ga een rondje lopen, of in een andere kamer zitten, ga even fysiek bij elkaar vandaan. Huiselijk geweld bestaat vaak uit een heleboel intimidatie. Als iemand jou een klap geeft, is dat duidelijk, maar als je bedreigd wordt en bang gemaakt, en je steeds op je tenen moet lopen met een voortdurende angst als ik iets verkeerd zeg, dan wordt hij weer boos. Dat is soms veel erger. Alleen met een blauw oog is het geweld gemakkelijker te bewijzen.’
Hoe ga jij om met de balans tussen betrokkenheid en afstand houden?
‘Grote betrokkenheid kan de frustratie versterken, maar je bereikt wel meer met mensen.
Mijn grootste wapen is mijn mond en het feit dat ik mij persoonlijk betrokken voel. Dat maakt het ook af en toe tot een zwaar beroep, aan de andere kant maakt het je wel een goed wijkagent.’ #
Rose Bartholomé
De wijkagenten zijn te bereiken via 0900 – 8844 en via de website van de politie bij Mijn Buurt.
Frans zegt
Werk je nog steeds bij de politie Brenda Kaagman?
Ik wil eens praten over hetgeen je veroorzaakt hebt i.c. HVO-Querido.
F.Heuvelmans