Bron: #Dwars door de buurt – editie 209
Jonge statushouders en jonge Amsterdammers wonen samen in Stek Oost bij station Science Park. De helft van de vijfhonderd woonplekken is voor jongeren onder de 27 die van elders komen. In de andere helft bieden Stadsgenoot en Rochdale onderdak aan wie hier is geboren en getogen.
Naast het NS-station Science Park staat het witte vierlaagse woongebouw met gemeenschappelijke ruimtes als een huiskamer, studieruimte, binnentuin en plein. Daar in Stek Oost spreek ik met Chanti Tjon-A-Joe en Yara Fransman. Tijdens ons gesprek letten zij op wie er binnen komen en weggaan.
Chanti Tjon-A-Joe werkt als servicebeheerder in Stek Oost. Zij vervult een gecombineerde functie als verhuurmakelaar, incassomedewerker, overlast- en zorgprobleemoplosser. Yara Fransman is participatiemedewerker bij Dynamo. Haar doel is om ervoor te zorgen dat de statushouders en andere bewoners zich thuis voelen in het complex en in de buurt. En dat zij kunnen deelnemen aan buurtactiviteiten en vrijwilligerswerk. Ze is samen met de community builders die door de woningcorporatie worden ingezet, ook verantwoordelijk voor de organisatie van het taalcafé en de (muziek)evenementen.
Zoden aan de dijk
Yara vertelt over een voorval tijdens het laatste taalcafé: ‘Bij het taalcafé komt één van de Syrische statushouders elke maandag met een boekje met Nederlandse uitspraken. Eén van de buurtbewoners weet hier veel van af en legt uit wat ‘zoden aan de dijk zetten’ betekent en waar de uitdrukking vandaan komt.’ Dergelijke voorvallen ontroeren haar.
Op donderdag houdt ze samen met collega’s een inloopspreekuur waar de bewoners met alle vragen terecht kunnen Ze hebben bijvoorbeeld een brief van een instelling die ze niet snappen. Ze helpen hen die te ontcijferen of verwijzen indien nodig door naar hun klantmanager of consulent vluchtelingenwerk. Taal is soms echt wel een barrière bij lastige brieven. De Eritrese vluchtelingen spreken meestal geen Engels. Een medewerkster van de Eritrese stichting Ykeallo, Saba, fungeert regelmatig als tolk.
Yara schetst de problematiek van nieuwkomers: ‘Ze hebben geen idee van regels en procedures, hoe het werkt met uitkeringen en financiën. Enkelen kopen van hun eerste uitkering direct een grote tv of een dure IPhone. ‘Dat heeft toch iedere jongere!’ Later gaan ze beter beseffen hoe ze met hun euro’s om moeten gaan.
Buddy’s
De klantmanagers van het team ‘Werk, Participatie en Inkomen’ hebben een kamer bij Spark Village. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat de statushouders naar de inburgering gaan en een bijstandsuitkering krijgen. De statushouders krijgen ook een consulent van Vluchtelingen Werk Nederland. Die consulent biedt hen maatschappelijke zorg zoals het afsluiten van verzekeringen, het inschrijven bij een huisarts en eventueel het aanmelden bij schuldhulpverlening.
De Nederlandse jongeren komen via hun inschrijving via Woningnet. Ze vullen een motivatieformulier in, daarop worden ze geselecteerd. Zij zijn als buddy gekoppeld aan een andere bewoner en zetten zich een uur per week hiervoor in. De community builders zien er op toe dat buddy’s taken als de schoonmaak van de gangen uitvoeren.
Builders
Er zijn negen community builders, waarvan er twee statushouder zijn. Zij wonen allemaal op een andere gang en zijn daar het aanspreekpunt voor de bewoners. In ruil voor hun inzet, zo’n vier uur per week, ontvangen ze een vrijwilligersvergoeding. Academie van de Stad doet de aansturing en begeleiding van hen.
Regelmatig zijn er op initiatief van de community builders activiteiten in de huiskamer zoals pizza- en muziekavonden. De tuin is gezamenlijk ingericht, een gemeenschappelijke activiteit die een heleboel statushouders fantastisch vonden. Een deel is ingericht als moestuin en daar staan courgettes en tomaten. Bij Spark Village hebben ze voor het schilderen van de woonkamer een designwedstrijd uitgeschreven. Om het verven te betalen werd een crowdfundingsactie georganiseerd.
Gesetteld
Ik vraag Chanti en Yara of alles loopt zoals zij verwachten. Yara Fransman zegt daarover: ‘Iedereen is na de afgelopen negen maanden gesetteld en kent elkaar nu min of meer. En daardoor komen nu ook de verschillen meer naar boven. We merken dat veel Nederlandse jongeren er wonen omdat ze nou eenmaal een woning nodig hebben.
Een aantal van hen is alweer vertrokken omdat ze elders in de stad grotere woonruimte vonden of omdat ze gingen samenwonen.
Er blijkt ook sprake van een cultuurverschil tussen de statushouders en de Nederlandse jongeren. Nederlanders zijn individualistischer, vluchtelingen meer gewend om in groepen te leven. Natuurlijk loopt het niet altijd lekker, maar er zijn veel leuke en waardevolle contacten. Hoe dan ook is er voor de honderden jongeren in Stek Oost en Spark Village vooral een prettige en veilige woonomgeving.’ #
Eveline Polter
Geef een reactie