Bron: #Dwars door de buurt – editie 211
Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer – deel 10
De straatnaam Radioweg is afwijkend tussen de straatvernoemingen van geleerden in Middenmeer. Misleidende vragen zouden kunnen luiden: ‘Wie was Radio? Wanneer en waar leefde Radio?’ De goede vraag luidt echter: ‘Welke achtergrond heeft deze vernoeming?’
Een eeuw geleden was radiotelegrafie – een draadloos overgebracht signaal dat, omgezet in geluid, kon klinken in iedere huiskamer – een technisch wonder dat voor iedereen bereikbaar werd. Het begrip ‘radio’ – in feite dus een afkorting – was toen kennelijk passend voor vernoeming van een fraai weids plantsoen tussen die straten in de Watergraafsmeer die met hun naam wetenschappers memoreren. Het raadsbesluit voor de naam Radioweg viel in 1927, acht jaar nadat het allereerste Nederlandse vaste radioprogramma was uitgezonden op 6 november 1919. De Haagse ondernemer en radiopionier, elektrotechnisch ingenieur Hanso Schotanus à Steringa Idzerda, was de zendgemachtigde initiatiefnemer daarvan. In de Watergraafsmeer vinden we geen Schotanusstraat; in Friesland is deze vernoeming echter wel te vinden, maar dan als vernoeming van dorpsartsen, voorvaderen van Schotanus.
De woordverwantschap van radio aan het Latijnse woord radius – straal in het Nederlands – is duidelijk. De radiostraal die de zender onzichtbaar met de ontvanger verbindt is natuurkundig gezien een zich naar alle kanten over het elektromagnetische veld verspreidende ‘zachte’ golf met een relatief lange golflengte ten opzichte van zichtbaar licht.
Radioactief verval
In de eerste twintig jaar van de vorige eeuw maakte de radiotelegrafie een enorme technische ontwikkeling door. Eerst waren er de pioniers die experimenteerden met een draadloos signaal over korte afstand en twee decennia later was er een publieksmedium dat gesproken tekst en muziek overal kon laten klinken.
Vreemde stralingsverschijnselen stonden eind 19de eeuw volop in de aandacht. De ene na de andere ontdekking werd gedaan en spectaculaire toepassingen werden gevonden. Zo wekte Röntgen in 1895 zijn mysterieuze X-stralen op en vond Becquerel in 1896 de uraniumstralen, die het echtpaar Curie korte tijd later wist te herleiden tot radioactief verval. Röntgen, Becquerel en de Curies hebben ieder hun straatvernoeming in de Watergraafsmeer en wonnen allen de Nobelprijs.
Onzichtbare golven
Ook Guglielmo Marconi (1874-1937), winnaar van de Nobelprijs Natuurkunde 1909, past in dit rijtje stralingsonderzoekpioniers. Hij is vernoemd in de Marconistraat in Middenmeer, niet ver van de Radioweg, parallel daaraan tussen de Johannes van der Waalsstraat en de Edisonstraat. Johannes van der Waals, hoogleraar natuurkunde te Amsterdam, won de Nobelprijs Natuurkunde 1910, een jaar na Marconi. De Amerikaan Thomas Alva Edison (1847-1931) was een visionair uitvinder en gewiekst zakenman, die voor elektrotechnische uitvindingen allerlei praktische toepassingen voor het dagelijkse leven ontwikkelde en op de markt bracht. Edison ontwikkelde bijvoorbeeld de grammofoon en ook de eerste commercieel toepasbare gloeilamp wordt aan hem toegeschreven.
Als adolescent experimenteerde Marconi met draadloze signaaloverdracht. Heinrich Hertz (1857-1894) had in 1886 stralingsfenomenen beschreven die aanvankelijk Hertzgolven en later radiogolven genoemd werden. Dat leerde Marconi van zijn natuurkundedocenten en hij bouwde zelf de apparatuur om deze onzichtbare golven op te wekken en deze op enige afstand waar te nemen. Hij demonstreerde daarmee een berichtje in code te kunnen verzenden.
Marconisten
Aanvankelijk kon hij uitsluitend in code een boodschap overbrengen omdat hij slechts de duur van het signaal / de golf – kort of langer – kon beïnvloeden. Later, begin 20ste eeuw, kwam de techniek beschikbaar van modulatie van de radiogolf, waarbij deze golf de drager kon worden van het signaal en tekst en muziek overgebracht konden worden. Marconi bracht steeds verbeteringen aan en vond aldoende de antenne uit. In 1896 verwierf Marconi octrooi op zijn draadloze telegraafsysteem.
Binnen enkele jaren demonstreerde hij dat signalen over steeds grotere afstanden verzonden en ontvangen konden worden. In 1899 overbrugde hij draadloos Het Kanaal en in 1901 de Atlantische Oceaan met een signaal in morsecode. Een mooie illustratie van de roem van Marconi zit in het woord marconist; naast een kapitein of gezagvoerder kreeg voortaan ieder schip een marconist. Zonder marconist zou er geen reddingsoperatie geweest zijn na de scheepsramp met de Titanic in de nacht van 14 op 15 april 1912.
Draadloos
De Amerikaan Samuel Morse (1791-1872) had al in 1837 voor het USA-congres in Washington een demonstratie gegeven van communicatie in code over afstand met behulp van een telegrafiekabel, waarna kabeltelegrafie zich over de wereld had verspreid. De code die hij ontwierp kreeg zijn naam ‘morsecode’. Voor de ontwikkeling van de draadloze radio zestig jaar later was de beschikbaarheid van de morsecode belangrijk. Morse is vernoemd in de Watergraafsmeer in de Don Boscobuurt, terzijde van de Kamerlingh Onneslaan.
Marconi was de eigenzinnige zoon van een vermogende Italiaanse vader en een veel jongere Britse moeder. Als jong volwassene verhuisde hij van Italië naar Engeland om zijn vindingen onder de aandacht te brengen en commercieel uit te buiten. In Engeland verwierf hij zijn roem als uitvinder en ondernemer. De Nobelprijs Natuurkunde werd hem toegekend toen hij slechts 35 jaar oud was! Hij deelde de prijs met de Duitser Karl Ferdinand Braun (1850-1918) ‘voor hun bijdragen aan de ontwikkeling van de draadloze telegrafie’.
Woedend
Om zijn radio-ontvangers scherper af te kunnen stemmen paste Marconi een vinding van Braun toe. Versterking van het signaal in zend- en later ook in ontvangstapparatuur met behulp van de in 1907 uitgevonden triode-elektronenbuis / radiolamp opende de weg voor vele verbeteringen zoals de techniek voor modulatie van de draaggolf.
Transmissie van tekst en muziek werd nu mogelijk. Geheimhouding en militaire en politieke overwegingen speelden een grote rol voor en in de Eerste Wereldoorlog. Daarna vielen alle belemmeringen weg en brak de radio door als publieksmedium. Vermeldenswaard is dat Braun ook de uitvinder van de kathodestraalbuis was, die later het belangrijkste onderdeel van televisietoestellen zou worden tot de introductie van flatscreens. Braun kreeg geen straatvernoeming in de Watergraafsmeer, maar een Braunstraat is elders via internet snel gevonden.
Uitvinders / radiopioniers waren rond 1900 op allerlei plaatsen te vinden. In Rusland wordt Alexander Stepanovitsj Popov (1859-1906) als uitvinder van de radio geëerd. En in Frankrijk kreeg Edouard Branly (1844-1940) in vele steden als beloning voor zijn ontdekkingen een Rue Branly. In de USA was de geïmmigreerde briljante, wat eenkennige Servische ingenieur Nicola Tesla (1856-1943) de tegenpool van de zakelijk vaardige Edison. Tesla was houder van een flink aantal patenten op elektrotechnisch en radiografisch gebied en is de uitvinder van de wisselstroomelektromotor. Tesla ontstak in woede toen hij hoorde dat Marconi de Nobelprijs toegekend kreeg; in Marconi’s apparatuur waren een aantal van Tesla’s vindingen verwerkt.
Teslatoren
Aan de basis van alle koortsachtige activiteit rond de ontwikkeling en verbetering van de radio staat het wetenschappelijk onderzoek van de jong overleden Duitser Heinrich Hertz. Het is wonderlijk te lezen dat de natuurkunde hoogleraar Hertz zelf over zijn ‘Hertzgolven’ in 1886 schreef: ‘Het is van geen enkel nut. Het is slechts een experiment dat bewijst dat maestro Maxwell gelijk had. We hebben slechts elektromagnetische golven die we met het oog niet kunnen zien, maar ze zijn er wel.’
Na vele tientallen jaren rust werd eind twintigste eeuw aan het vernoemen van geleerden en uitvinders in de Watergraafsmeer een vervolg gegeven. Op een van de hoeken van de Kruislaan met de Middenweg kreeg Nicola Tesla zijn Teslatoren aan de Teslaweg, met als zijstraat de Hertzstraat, een eerbetoon aan Heinrich Hertz. #
Robert van Andel
Geef een reactie