Bron: #Dwars door de buurt – editie 249
De rode gloed van de bakstenen en pannendaken van de Linnaeushof vormt de eerste impressie voor iedereen die hier aankomt. De keuze voor steenrood overal waar je kijkt, is door Alexander Kropholler bewust gemaakt. Forse, vlakke, roodbruine bakstenen muren met kleine natuursteenaccenten onder een rood dak typeren zijn werk.

De bouw van de Linnaeushof voltrok zich vanaf 1924. De parochiekerk van de Heilige Martelaren van Gorcum, nu vooral bekend als de Hofkerk, werd in 1929 gewijd. Alexander Jacobus Kropholler (1881-1973) maakte van de Linnaeushof een speciale, rust uitstralende plek. Bezoekers, bewoners uit het verleden en bewoners van nu roemen deze kwaliteit ongevraagd. Het verstillende effect wordt bereikt doordat de voorgevel van de kerk in één geheel met de torenwand helemaal vlak is terwijl ook de gevels van de woningen rondom volstrekt plat gehouden zijn.
Kasteelachtig
Alle muren zijn uitgevoerd in ambachtelijk gebakken, ‘handvorm’ steen. Die is al naargelang de plaats van het muurdeel, aangebracht in het patroon van een van de traditionele metselverbanden. De voeg tussen de stenen is steeds iets uitgekrabd, wat maakt dat het grijs van het cement overschaduwd wordt door het rood van de stenen. De driebeukkruiskerk oogt als een gesloten bouwwerk. Dat komt door het enorme kerkdak en de kleine spitsboogvensters met glas in lood in de vrij lage en getrapte zijmuren. In de beslotenheid van het kerkinterieur imponeren daarentegen de middenruimte, de vensters en de glorieuze bakstenen bogen en gewelven. De toren is onverzettelijk vierkant, niet echt hoog, meer defensief en kasteelachtig dan hemel reikend. Een tweede lager vierkant blok, met op het dak een zwaar kruis dekt het koor.
Tennisbanen
De voordeuren en ook de ramen van de woningen zijn streng, overal precies op dezelfde manier, enkel of gepaard geplaatst in enkelsteenmuren zonder spouw. Dubbele muren waren toen niet gebruikelijk. De ramen hebben glasverdeling en zijn niet echt groot. De daglichten oftewel koekoeken op de zolderetage zijn strak repeterend aangebracht met de ramen ook weer helemaal in het gevelvlak. Alleen het type verschilt per bouwdeel. Forse verspringingen in de positionering van de gevelwanden bij beide krappe toegangen tot de hof maken dat de open ruimte een extra verrassing oplevert in de vorm van de tennisbanen. Vroeger waren die rood, nu zijn ze groen.
Trapportieken
Gevelverspringingen maken ook de oriëntatie mogelijk van het schip van de kerk, schuin in de hof, zuiver van west naar oost. Het koor is zodoende gericht op de zonsopkomst, wat de heilsverwachting symboliseert. Het bijzondere karakter van de architectuur heeft gemaakt dat alle delen van de hof inmiddels monumentstatus is toegekend, de Hofkerk en de pastorie zijn rijksmonument. Alle woningen zijn gemeentelijk monument. Ook de nrs. 31 tot 42 die niet door Kropholler maar door aannemer/architect Rozestraten ontworpen zijn. Dit afwijkende bouwdeel is in afstemming met Kropholler in dezelfde rode baksteen opgetrokken en is onlangs gereinigd. Hier zijn prononcerende erkers en trapportieken, wat in deze strenge omgeving als levendig overkomt.
Parochienotabelen
Andere gemeentelijke monumenten zijn het voormalige Claraklooster in de zuid/oosthoek, nu omgevormd tot enkele zeer bijzondere woningen, en het schoolgebouw van de Amsterdamse Mavo. Beide gebouwen zijn ook in de rode baksteen en ontworpen door gebroeders Kraayvanger in een aan Kropholler verwante stijl. Het gebouw van de Sint Liduina basisschool valt enigszins uit de toon en stond er al toen Kropholler zijn meesterwerk ontwierp. Tussen kerk en tennisbaan ingeklemd zijn zes forse herenhuizen, ooit bestemd voor parochienotabelen en hun grote gezinnen. Gevel en dakreiniging van de hof ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum zou een spectaculaire roodvlammende start van de volgende honderd jaar zijn.
In dezelfde onmiskenbare ‘krophollerstijl’ zijn kerkgebouwen elders gerealiseerd zoals de Onze Lieve Vrouw van Goede Raad te Beverwijk en De Onze Lieve Vrouw van Lourdeskapel te Scheveningen. Ook in gebouwen vlakbij de gotische St Laurenskerk in Alkmaar is Kropholler’s hand te herkennen, evenals bij een flink aantal raadhuizen, bijvoorbeeld te Bergen in Noord-Holland.
Achterommetje
Enkele jaren voordat de Watergraafsmeer in 1921 geannexeerd werd door Amsterdam was de grond waarop de hof gebouwd is, aangekocht door de R.K. parochie van de Heilige Martelaren van Gorcum. De beginnende verstedelijking van de Watergraafsmeer en daarmee de groei van de parochie vroeg om een plan ter vervanging van de ‘hulpkerk’, ooit aan de Linnaeusparkweg. Daar is nu de poort naar de Linnaeusdwarsstraat en het achterommetje naar de Linnaeushof.
Ambachtelijkheid en traditie
Kropholler verwierf de opdracht na het overlijden van de eerder aangetrokken collega, ontwerper van de St Liduina school. Opgeleid tot timmerman werkte hij eerst enige tijd als tekenaar voor de 25-jaar oudere Berlage. De stijlinvloed van Berlage uit die periode, sober, baksteen in combinatie met natuursteenelementen, is in al Krophollers werk terug te zien. Vanaf 1903 vormde Kropholler enkele jaren een architectenmaatschap samen met leeftijdsgenoot J.F. Staal. Tezamen tekenden zij enkele kantoorgebouwen aan het Damrak in Art Decostijl voor een groot aannemersbedrijf. Gaandeweg ontwikkelde hij zich tot toonaangevend architect met zeer eigen opvattingen zoals nadruk op ambachtelijkheid en traditie. Als volwassene had hij het lidmaatschap van de RK kerk aangenomen en zijn gevonden geloofsopvatting en kerkenbouw stonden in wisselwerking met elkaar.
In reactie op de neobouwstijlen zochten scheppende kunstenaars en architecten vanaf eind 19de eeuw naar inspiratiebronnen zonder klassieke invloeden. Berlage beïnvloedde Kropholler met zijn Koopmansbeurs overduidelijk. Maar Kropholler voelde zich niet aangesproken door diens latere modernisme, constructivisme en functionalisme. En helemaal niet door zijn liberaal/socialistisch ideeëngoed. Kropholler is gaan gelden als uitgesproken vertegenwoordiger van een traditionalistische architectuuropvatting, bekend als de Delftse School; sober in decoraties, historiserend in vormtaal, ambachtelijk.
Alexander Krophollers tien jaar jongere zus Margaret, (1891-1966) die een tekenopleiding gevolgd had, trad net van school in dienst van architectenbureau Staal en Kropholler. Margaret en Staal gingen ondanks hun leeftijdsverschil een romantische relatie aan en traden uiteindelijk in 1935 in het huwelijk. Margaret ontwikkelde zich, evenals haar broer dat had gedaan, vanuit praktijkopleiding tot architect. Zij geldt als Nederlands eerste vrouwelijke architect met uitgevoerde bouwwerken op haar naam. In Amsterdam is de brug van de Indische buurt naar de Oostelijke Eilanden in de C. van Eesterenlaan naar haar vernoemd. Aan het Prins Bernhardplein, naast het Amstelstation staat een flat gebouw met hoog aan de kopse kant fors uitgespaard in beton het bouwjaar 1963; daaronder, achter glas in neonletters, 2013, het renovatiejaar. Dit is het Louise Wenthuis, waarvan Margaret Kropholler de architect is. Oorspronkelijk was het gesticht als huisvesting voor alleenstaande dames. Louise Went (1865-1951) werd hier vernoemd vanwege haar decennia lange inzet voor de oplossing van het ‘woningvraagstuk’. In 2013 werd het gebouw bestemd voor studentenhuisvesting. #
Robert van Andel
Zie ► HIER ◄ ook Linnaeushof in ansichtkaarten
Geef een reactie