Bron: #Dwars door de buurt – editie 209
Het is een begrip onder veel mensen met kinderen, van Amsterdam Oost tot ver daar buiten: Koos Kneus. Het poppenkasttheater van Dick van Schaik zit dit najaar alweer 15 jaar aan het Iepenplein. Dick en en zijn vrouw Ina zitten gezellig aan tafel in hun theater in het souterain. ‘Het is hier knus’, zegt Dick, ‘eigenlijk zijn we niet alleen Koos Kneus, maar ook Koos Knus’.
Voor de voorstelling kunnen kinderen iets aantrekken uit het rek met verkleedskleren. Een professionele schminkster maakt het plaatje af. ‘De kinderen krijgen bij ons niet alleen een voorstelling,’ vertelt Ina, ‘maar ook persoonlijke aandacht’.
Gesleep
Dick speelt de stukken alleen. ‘Hij duldt niemand naast zich,’ zegt Ina. Dick bromt wat. ‘Nou ja, deze poppenkast is ook een beetje te klein voor z’n tweetjes,’ geeft Ina toe.
Dick begon ooit met een apenpop te spelen in de speeltuin van het Melkhuis in het Vondelpark. Eigenlijk studeerde hij kinderpsychologie aan de VU. Na zes jaar vroeg een docent hem of hij wel echt geschikt was om kinderpsycholoog te worden. Dat zette Dick aan het denken. Uiteindelijk kwam hij er achter dat zijn hart bij het poppenspelen lag. In 1997 vestigde hij zich met zijn poppenkast op een vaste locatie in Oost: in de Commelinstraat. Toen het antikraakpand in 2004 verbouwd werd, moest hij op zoek naar iets anders. Hij liep een makelaarskantoor binnen. Toevallig was de makelaar een liefhebber van Koos Kneus. Hij liet Dick gelijk de huidige ruimte aan het Iepenplein zien. Voorstellingen op locatie geeft Dick niet vaak meer. ‘Ik word een beetje te oud voor al dat gesleep met spullen,’ lacht hij. ‘En nog een voordeel als je een vaste plek hebt,’ vertelt Ina, die de PR voor het theater doet, ‘je komt gratis in de uit-rubrieken van alle kranten te staan’.
Doodgestinkt
Koos Kneus heeft elke zondagochtend voorstellingen voor peuters. Ina: ‘Dan zie je dat gezinnen hier met elkaar afspreken als een uitje, het is dan heel gezellig. Bij de voorstelling voor de wat oudere kinderen komen meer verjaarspartijtjes.’ In de peutervoorstellingen worden veel bekende kinderliedjes gezongen, maar met een vette knipoog. Alle voorstellingen zitten sowieso vol woordgrapjes. ‘Dit is de haai, die is high van de coffeeshop,’ zegt Dick, ‘en deze agent heeft een aai-pet en als ik een piespot op zijn kop zet heeft hij een aai-pot.’ Sommige grappen gaan aan de kinderen voorbij, die zijn meer bedoeld voor het volwassen publiek. Omdat Dicks publiek vooral uit kinderen bestaat moet hij altijd flink improviseren. De kinderen reageren voortdurend op wat er gebeurt. De voorstellingen zitten vol interactie. Dick: ‘Soms zegt een kind zo iets leuks, dat ik dat er in houd.’
Bij de kinderen zijn een aantal van de personages favoriet. Gelukkig duikt de blotebillen-tante in bijna elk verhaal wel op, om een andere pop ‘dood te stinken’ met scheten.
Laagdrempelig
In augustus zijn Dick en Ina nog hard bezig met het bedenken van vier nieuwe voorstellingen. Ina: ‘De grote lijnen hebben we al, maar alle ideeën moeten nog wat vorm krijgen.’ Voor de prijs hoef je een bezoek aan de poppenkast in elk geval niet te laten. Dick: ‘Soms zeggen mensen: wow, je kind laten schminken is normaal net zo duur als hier een voorstelling mét schminken! We proberen de prijs dan ook zo laagdrempelig mogelijk te houden.’ Vanaf 8 september is Koos Kneus weer terug met vier nieuwe avonturen. Komt dat zien! #
Melissa Plomp
Geef een reactie