Bron: #Dwars door de buurt – editie 242
Tatoekoning Henk Schiffmacher en zijn vrouw, kunstenares Louise Schiffmacher-van Teylingen, ontdekten dat hun huis in de Tweede Wereldoorlog een pension was voor joodse ouderen. Zij gingen op zoek naar de geschiedenis van pension Verdooner en zijn bewoners.
Pension Verdooner was één van de vooroorlogse Joodse pensions in Amsterdam, opgericht door Salomon Verdooner. In februari 1943 werden alle bewoners van het pension op de Weesperzijde 141 weggehaald. Zij werden via Westerbork op transport gezet naar concentratiekampen, sommigen naar Sobibor, anderen naar Auschwitz. Een verpleegster en 38 bejaarden. Ze zijn allemaal vermoord, de meesten meteen bij aankomst.
Man met hoed
De Schiffmachers maakten kennis met de kleinzoon van een van de bewoners. Zo kregen zij een foto van zijn grootvader Leendert Pop, een glimlachende man met hoed en wandelstok. Leendert Pop was diamantwerker en vader van elf kinderen. Zijn vrouw, Elisabeth Juliard, overleed in 1929. In de jaren dertig werd hij langzamerhand vrijwel blind. Daarom verhuisde hij in 1937 naar pension Verdooner. Op 19 februari 1943 eindigde zijn leven in Auschwitz. Hij was 83 jaar.
Crowdfunding
Henk en Louise Schiffmacher wilden iets doen om de slachtoffers te herdenken, maar 39 struikelstenen voor de deur laten plaatsen is wel erg veel. Louise werkte een jaar aan een bronzen beeld van Leendert Pop met het doel één van de weggevoerden weer een gezicht te geven en hem te plaatsen op een mooie plek met uitzicht over de Amstel als herinnering aan alle gedeporteerde inwoners van pension Verdooner. De gemeente Amsterdam ging akkoord met de plaatsing van het beeld op een sokkel met alle namen erop. De crowdfundingactie in de buurt was succesvol. Het beeld werd op 28 maart 2024 onthuld door Jan-Bert Vroege, lid van het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost.
Vrij
Louise Schiffmacher hield een mooie toespraak: ‘Ik droom weg, dwaal af en dat is waar ik het beste in ben. Liefst samen met Leendert, wensend dat alle passanten zich bewust zijn van hun vrijheid; dat we wellicht dankzij dit bescheiden monument weer evengoed stilstaan dat we te allen tijde elkaar ongeacht ras, kleur, religie, gender respecteren en liefhebben want alleen dan zijn we pas echt vrij.’
Vervolgens vertelde achterkleinzoon Maurice de Jong, staand naast het beeld van zijn overgrootvader, over de geschiedenis van zijn familie. Rabbijn Rookmaker volgde met het uitspreken van de Kaddisj, een belangrijk gebed in de Joodse liturgie. Tot slot werden de aanwezigen in de gelegenheid gesteld een steentje bij het monument te plaatsen, een Joods gebruik om doden te herdenken. Leendert Pop kijkt weer uit over de Amstel.
Stadshistoricus Rogier Schravendeel schreef een herdenkingsboekje voor de Joodse bewoners van de Weesperzijde: ‘Wij zullen de inwoners van pension Weesperzijde niet vergeten. We zullen geen van de door de nationaalsocialisten vermoorde inwoners van Amsterdam vergeten. Nooit zullen wij vergeten. Want dat is onze dure Amsterdamse plicht.’ #
Een mens is pas vergeten als zijn naam niet meer wordt genoemd.
Ank Engel
Geef een reactie