Bron: #Dwars door de buurt – editie 219
Hier volgt een hilarisch verhaal. Op het eerste gezicht een belachelijk geval van regelgeving, maar bij nader inzien is het ook begrijpelijk en daarom misschien vooral tragisch. Het gaat over wormen. Of preciezer: compostwormen of tijgerwormen. Ik heb het over ‘mijn tijgers’. Dat zijn wormen die in een compostvat in onze achtertuin al het plantaardige, rauwe keukenafval omzetten in heerlijke, vruchtbare compost. Ik ben trots op mijn tijgers en ik heb minder afval.
‘Of ik wist dat die wormen eigenlijk landbouwhuisdieren zijn? En dat ik daarom een vergunning zou moeten hebben?’ Haha, nou dat lijkt me niet, ben je mal. Wormen zijn gewoon onderdeel van de natuur, wilde beestjes die bijna overal ter wereld in enorme hoeveelheden voorkomen, in diverse soorten en maten, ze zijn zeer belangrijk voor een gezonde, vruchtbare bodem. Bepaald geen huisdieren en zeker geen landbouwhuisdieren, want als ergens géén wormen zijn, dan is het wel in de landbouw, omdat daar alles is platgespoten met pesticiden. Zelfs de mest van echte landbouwhuisdieren (koeien, varkens, je kent ze wel) is vergiftigd met medicijnen zoals simpele wormenkuurtjes. Dat effectieve medicijn tegen parasitaire darmwormen in de koe, blijkt ook werkzaam tegen regenwormen in de grond. Kak!
In lockdown
Er ligt dus een rapport dat stelt dat compostwormen wel ‘landbouwhuisdieren’ zijn. Dat zou betekenen dat je ze enerzijds geen keukenafval mag voeren en anderzijds dat hun uitwerpselen ‘afval’ zijn, dat alleen verbrand mag worden. Je mag het zeker niet op het land verspreiden. Wat ik ‘compost’ noem, is wat dit rapport betreft een soort heksenmengsel van afval (groenteschillen, koffiedik) met afval (landbouwhuisdierenkak) en ook nog kadavers (dode landbouwhuisdieren). Kijk, dan zet je je circulaire ambities meteen in een totale lockdown.
Er gaan hier drie dingen mis. Ten eerste: wormen zijn in principe geen landbouwhuisdieren, hooguit als je ze op grote schaal ergens zou kweken om er iets commercieels mee te doen. Dan moet de overheid even opletten. Maar in de natuur zelf zitten al enorme hoeveelheden wormen. In een hectare grond graven tot wel 10 miljoen regenwormen in het rond, die bij elkaar 30 ton wegen en uit zichzelf 60 ton compost per jaar produceren. Zonder vergunning! Hilarisch.
Poep of kak
De tweede misser: groenafval is niet hetzelfde als keukenafval. Ofwel: GFT is niet hetzelfde als GFE. Het verschil zit in de T van Tuinafval en de E van Etensresten. Groente-, Fruit- en Tuinafval is organisch, rauw en plantaardig, kun je rustig in je wormenhotel gooien. Daar weten de tijgers wel raad mee. Maar keukenafval, GFE, is echt iets anders. Daar zitten alle voedselresten in: brood, friet, pizza, vlees, vis. Dat lusten compostwormen niet, maar ratten zijn er gek op. En bacteriën ook, die kunnen er groengas van maken. Maar als je groenafval (GFT) apart kunt houden, bijvoorbeeld in een wormenhotel, dan is er niks aan de hand. GFE is wel afval, dat moet je professioneel of van overheidswege inzamelen en verwerken. Het verschil tussen GFT en GFE is dus groot. Gooi het niet op één hoop.
Derde misser: wormenpoep is niet hetzelfde als landbouwhuisdierenkak. Als je groenafval aan wormen voert, dan maken ze er hetzelfde van als wat ze in de natuur doen: compost. Gezond, circulair, erg belangrijk voor de natuur. Prima spul. Belachelijk om dat als afval te bestempelen. Als je GFE (pizza en döner) voorzet aan wormen, dan kruipen ze weg, dat lusten ze niet. Als je datzelfde GFE aan varkens voert (vinden ze heerlijk, vroeger heette het slobber), dan maken ze er landbouwhuisdierenuitwerpselen van. Dat is afval. Want je krijgt er ook varkenspest, gekke koeien en kippengriep van. Daarom is het allang verboden om gemengd keukenafval aan varkens te voeren. Prima.
Wachtlijsten
In de landbouwhuisdierensector, inclusief de varkensindustrie, is ‘slobber’ dus verboden, begrijpelijk en terecht. Maar varkens moeten wel iets te eten hebben voor wat spek op de botten, daarom krijgen ze tegenwoordig soja uit Brazilië. Het oerwoud verdwijnt daar in rap tempo om plaats te maken voor… veevoerplantages. OMG. Nu wordt het tragisch. Waar zijn we mee bezig. Het gaat van kwaad tot erger.
Wat kunnen we doen? Ik heb een paar aanbevelingen. Eet minder vlees. Verspil zo min mogelijk voedsel (koop handig in). Begin een wormenhotel, in je tuin of samen met je buurtgenoten in de wijk. Daar mag al je mooie GFT in en het scheelt een hoop afval.
En de gemeente? Die wil inzetten op de inzameling van GFE. Heel goed, maar dat duurt nog even, want het is best moeilijk te realiseren. Intussen zou het gebruik van wormenhotels in de buurt gepromoot kunnen worden. Ik hoorde dat er wachtlijsten zijn voor wormenhotels, dus blijkbaar willen de bewoners wel. Het is niet goedkoop, maar het werkt direct en het is wel een belangrijke eerste stap in circulair denken. Het wormenhotel is een echte transformator. Dus gooi er wat geld tegenaan: voorlichting en nieuwe hotels en werk die wachtlijst snel weg. #
Peter Hoogendijk
Wil je ook een wormenhotel in je tuin of in je buurt?
Stuur me een e-mail: peter@pbhoogendijk.nl
Wil je meer info over dat rapport en over wormen?
Kijk op hallowatergraafsmeer.nl
(en schrijf je meteen in!).
Geef een reactie