Bron: #Dwars door de buurt – editie 239
Als tuinmeester bij de Amsterdamse Schooltuinen heeft Jan – what’s in a name – Schep (62) de afgelopen 36 jaar veel kinderen plezier in tuinieren bijgebracht. Regelmatig komen er kinderen op de schooltuin wier ouders ook al les van hem kregen. De laatste jaren werkte hij voornamelijk op Schooltuin de Vink, bij Park Frankendael. Per 1 december is hij gestopt.
Daar volgde Dwars hem het afgelopen jaar met klas 6/7 van de Lidwinaschool in Avonturen op de Schooltuin. Jan heeft een creatieve geest en hij heeft inmiddels behoefte aan meer vrijheid en tijd voor zijn eigen bedrijf Dubbelgroen, een winkel voor tuinontwerp en -advies, tuingereedschap, biologische zaden en bollen. Er worden ook workshops gegeven. Bovendien schrijft hij gedichten en romans, schildert en beeldhouwt hij.
Twee rechterhanden
Jan: ‘Ik groeide op in Gorinchem, volgde de lagere landbouwschool en ging in een leerwerktraject aan de slag als hovenier. Na militaire dienst ben ik gaan reizen naar het Middellandse Zeegebied en het Midden Oosten.’ Met zijn twee rechterhanden verdiende hij de kost als klusser. Na verloop van tijd wilde hij toch weer verder leren en voltooide hij de opleiding ‘Activiteitenbegeleiding’ in Amsterdam. Jan: ‘Daar raakte ik betrokken bij een experimentele dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten op boerderij De Hoef in Giessenburg onder leiding van psycholoog Hans Nobel. Ik werkte er drie jaar als ‘groepsleider moestuin’ en leerde op een vrijere, creatieve manier met de kinderen te werken, met meer oog voor hun mogelijkheden en minder vanuit vooropgezette protocollen.’
Vervolgens ging Jan tuinarchitectuur studeren. In 1993 raakte hij betrokken bij de Schooltuinen, waar natuureducatie hoog in het vaandel staat. Zijn contract behelsde de eerste drie jaar een half jaar werken – een half jaar wachtgeld. Dat gaf hem de gelegenheid om wederom te gaan reizen: naar Australië, Nieuw-Zeeland, Indonesië en Midden-Amerika. Tot zijn vaste aanstelling in 1996. Daarna woonde hij met zijn gezin nog drie jaar op Sint Maarten. Zijn vrouw werkte daar als coördinator van de bibliotheken. Jan fungeerde als huisman en voetbaltrainer.
Gelanterfant
Jan zal de schooltuin missen: ‘Vooral het lesgeven en de vrolijkheid van de kinderen, het ‘buiten spelen’. Je volgt een groep een jaar lang en ziet de kinderen veranderen, groeien en genieten. Kinderen kunnen hier andere vaardigheden laten zien en ontwikkelen dan in de klas: met de handen werken’. Hij houdt niet van gelanterfant en de kinderen vinden hem streng. ‘Maar ook leuk en duidelijk, waardoor we ook mooie resultaten boeken.’
Het blijft hem verwonderen hoe er op de kale grond in januari vanuit niets iets gaat groeien en bloeien vanaf april, met afgelopen zomer en najaar een superoogst. Jan: ‘Alhoewel er zeker ook slechte jaren voorkomen. De hele tuin heeft wel eens onder water gestaan, met eenden die daarin zwommen.’
Jan is groot voorstander van de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van bodem beheersing: ‘Zoveel mogelijk groene bemesting en de grond zo min mogelijk met gereedschap bewerken. Dat heeft ondermeer te maken met het gebrek aan vorst in de steeds zachtere winters’.
Vroeg op
Zijn sympathieke collega’s gaat hij beslist missen, evenals de structuur die het werk hem geeft. Wat hij zeker niet zal missen is het vroege opstaan: ‘Ik begin al om half acht!’ Jan is geliefd op de tuin, waar hij bekendstaat als probleemoplosser, verbinder, stimulator en verhalenverteller. Hij zal node gemist worden. #
Annette Douwes
Geef een reactie