Bron: #Dwars door de buurt – editie 228
‘U schrijft toch over groen in de Dwars?’, vraagt een mevrouw. Regelmatig kom ik haar tegen met een bakfiets waarin soms een kind, dan weer een hond zit en maken we een praatje. Nu is de bakfiets leeg. Zonder antwoord af te wachten, vertelt ze over het paartje koolmezen dat in een nestkastje in haar tuin aan het broeden is.
‘Na jaren leegstand was ik blij dat zo’n mooi vogeltje met het gele lijfje en een zwarte borststreep onze tuin uitkoos. En dan dat glanzende zwarte koppie met witte wangen, die lichtgroene rug, de blauw grijze vleugels met de witte eindpennen. Ze zijn niet alleen prachtig, maar ze zien er ook zo onschuldig uit. Weet u dat dat helemaal niet klopt? Doordat ze in onze tuin gingen broeden, wilde ik meer over koolmezen te weten komen. Weet u dat het helemaal geen lief vogeltje is? Ze maken vleermuizen en pimpelmezen dood en vreten ervan. Het zijn moordenaars! Daar zou u eens over moeten schrijven.’
Driehonderd melodietjes
Ik weet niet anders dan dat koolmezen insecten, spinnen, zaden, noten, bessen en knoppen eten, maar ook de rupsen van de eikenprocessievlinder en dat ze graag bijgevoerd worden met pinda’s en dat ze daarbij agressief andere vogels verjagen.
De koolmees is een standvogel, maar in de herfst komen er zo’n anderhalf miljoen wintergasten bij uit het noorden. Ook vele doortrekkers doen onze streken aan. Ze komen in het hele land voor waar bossen en struiken zijn, maar ze mijden kale vlaktes. Dit vogeltje, een veertien centimeter groot en een zeventien gram zwaar, laat zich graag horen en heeft meer dan driehonderd melodietjes op zijn repertoire staan.
Elke dag een ei
Het liefst nestelen koolmezen in holtes van bomen en in de buurt van soortgenoten. Als de plek waar het nest gebouwd gaat worden is bepaald, wordt de ingang gemarkeerd. Dat doen ze met hun snavels. Het koppel bouwt samen een nest van mos, haren, veren, takjes en zelfs zacht plastic. Ook al is het nog geen mei, toch legt het mezenvrouwtje elke dag één ei. Tijdens het broeden krijgt het vrouwtje van het mannetje te eten. Als de eieren na zo’n veertien dagen uitkomen, worden de jongen zo’n drie weken door beide ouders gevoerd met alleen dierlijk voer, dus insecten, spinnen en rupsen. Na het uitvliegen leren de jongen al snel zelf voedsel zoeken en krijgen nu en dan nog wat te eten van hun ouders.
Zingen en dansen
Koolmezen kunnen goed uv-licht waarnemen. Onder andere daarmee selecteert het vrouwtje een mannetje. Een brede, zwarte borst en buikband heeft de voorkeur, maar ook de zang van het mannetje, hoe hij voor haar danst en hoe hij haar voert. Door het uv-licht herkennen mezen elkaar. Heeft een koolmeeskoppeltje elkaar gevonden dan blijven ze één of twee nesten bij elkaar. Ook al kan het vrouwtje wel vijftien eieren leggen; meestal kruipen er zo’n zeven jongen uit hun ei, waarvan iets meer dan de helft volwassen wordt.
In goede omstandigheden kan een koolmees tien jaar oud worden en in gevangenschap twee keer zo oud.
Hersenen
Na de opmerking van de vrouw met de bakfiets, ga ik op internet zoeken en zie de gruwelijkste taferelen. Een koolmees valt een vleermuis aan en pikt hem dood, om met zijn scherpe snavel de kop open te scheuren de hersenen te eten. Hetzelfde zie ik op het beeldscherm gebeuren met een mus en een pimpelmees. Een verklaring voor die moordlust is dat het klimaat warmer wordt, waardoor mezen vroeger zijn gaan broeden. Als de eieren uitkomen zoeken de ouders dierlijk voer, insecten, spinnen en rupsen. Die zijn er op dat moment nog niet of te weinig om het koolmezenkroost groot te brengen. Door de manier waarop we met onze aarde omgaan worden koolmezen moorddadig, om hun jongen te kunnen voeren. #
Dick Feenstra
Geef een reactie