Bron: #Dwars door de buurt – editie 213
Jaren ergerde ik mij eraan. Er ontbrak gewoon een straatnaambord! Ik had geen idee hoe die straat heette. Het is een straat met een mooi geometrisch beplant groenperk tegenover de duplexwoningen.
Ik wees mensen van de tuin erop bij een wijkrondleiding op de Open Dag, maar noemde toen een verkeerde straatnaam. Op de buitenmuur was te zien dat er ooit een straatnaambord had gezeten.
Ik werkte namelijk als vrijwilliger in een fantastische openbare tuin daar vlakbij. De informatieborden om die tuin heen klopten echter van geen kanten. Dat kaartte ik bij ze aan.
Eindelijk zag ik mijn kans schoon. Samen met een topambtenaar van de ‘deelgemeente’ die ik al tientallen jaren kende kreeg ik de eer eens al die borden langs te lopen. Hij noteerde alles. Ik had er een helder stuk over geschreven. Vlak daarbij was als toegift dat ontbrekende straatnaambord. ‘Daar moet in ieder geval snel iets aan gedaan worden,’ zei hij. Hij noemde het urgent. In een paar weken moest het geregeld zijn. Inderdaad, de bushalte was vlakbij. Mensen liepen soms een half uur te zoeken naar die straat. Was ik even blij voor die mensen!
Het jaar daarna hadden we het er weleens over. Ik kwam hem wegens een andere bestuursfunctie vlak naast en in het deelraadkantoor geregeld tegen. Het was op een verkeerd bureau terechtgekomen, daarom duurde het zo lang, vertelde hij uiteindelijk. ‘Ja, nu het is in de maak.’
Het bleef maar duren.
Ik deed bij toeval nu ook voor de historische vereniging rondleidingen in die wijk, men vond mijn rondleidingvoorstel OK. In de kerk daar was ik in mijn jeugd heel vaak geweest. De straatnamen daar kende ik mijn hele leven al,
ik liep er als kind vanuit mijn geboortehuis wel eens doorheen toen de wijk gebouwd werd.
Elke keer liep ik bij die succesvolle rondleidingen door dat groenperk: ‘een echte Mien Ruystuin’. Een enkele keer vertelde ik over mijn moeilijkheden met het straatnaambord. Bij een van die wandelingen ontdekte ik, dat er aan het andere einde van die straat tegenover elkaar twee straatnaamborden waren, met dezelfde straatnaam, maar met twee verschillende wijknamen. Op het ene stond vermeld: Watergraafsmeer, op het andere, dat aan een lantaarnpaal was bevestigd: Oost. Dat laatste was kennelijk het nieuwe bord, want dat is de naam van het stadsdeel na de fusie. Dat tweede bord was volkomen zinloos, wel kreeg je een inkijk in de geschiedenis van de naamontwikkeling der deelraden. Maar het probleem was opgelost: ze hadden het bord gewoon aan de verkeerde kant van de straat geplaatst. Ze hoefden het alleen maar te verplaatsen. Ik vond het wel een beetje dom van ze.
Ik mailde erover. Kreeg helaas geen antwoord.
Maar de ambtenaar ging een paar weken daarna al met pensioen.
Omdat ik hem al zo lang kende mocht ik een toespraak houden bij zijn afscheid. Erg eervol. Zelden zoveel complimenten gehad. De straatnaam noemde ik even in mijn speech – niet meer dan dat. Hij was er nog niet echt aan toegekomen en hij beloofde mij er in ieder geval nog zorg voor te dragen dat het bord op de juiste plek kwam. Dat stelde mij gerust.
Een verschrikkelijke tragedie volgde. Twee weken later overleed hij plotseling, hij was officieel zelfs nog in dienst. De hele wijk was aangeslagen, hij was een voorbeeldig ambtenaar geweest. Van genieten van het welverdiende pensioen kwam in het geheel niets terecht.
We zijn er nog kapot van. Op een plaquette heeft hij het volste recht. Dit hele verhaal valt daarbij volkomen in het niet. Toch moet het volledigheidshalve vermeld.
Het leven gaat verder. Ik mailde met zijn door hem genoemde opvolger in deze kwestie toen er nog steeds niks gebeurde. Ja ze had gehoord dat het bord klaar was, het zou er komen. Maar er is al een tweede bord, mailde ik terug, ook al had ik dat al gemeld. Daarop kwam geen reactie meer.
Na een tijdje was het er nog steeds niet. Ik mailde maar weer eens naar die nieuwe ambtenaar, maar die was inmiddels vertrokken.
Ik stuurde dus een brief naar het stadsdeel. Ik ontving antwoord dat men van het probleem wist, er zou binnen een bepaalde termijn aan worden gewerkt.
Er veranderde niets. Tenslotte – een mens kan van iets kleins radeloos worden – kwam ik terecht bij de wijkburgemeester. Die deed wat hij beloofde. Eindelijk mailde een ambtenaar mij die ik kende. Ze waren eens gaan kijken. Dat nieuwe bord had geen bevestigings-oortjes – een nieuw woord voor mij. Er is geen lantaarnpaal aan het andere eind beschikbaar, die oortjes waren dus onmisbaar. Er moest een nieuw bord besteld worden met die oortjes. Het geoormerkte geld was verkeerd besteed. Men had het bord kennelijk gewoon maar ergens opgehangen omdat er voor alles betaald was – en er niemand iets over verteld. Wie o wie?
Er was een zomertuinfeest in die straat met een partytent. Sommige gasten moesten lang zoeken waar die straat nou was. Een bewoner vertelde mij hoezeer ze al lang tobden met dit probleem, inderdaad het adres was heel moeilijk te vinden. Men bedankte mij voor alle inspanningen. Kennelijk hadden die de moed allang opgegeven.
Het duurde toen nog heel wat maanden. In de eindejaartoespraak die ik mocht houden van die tuinvereniging waar ik voor werkte mocht ik tot mijn opperste vreugde melden, dat de gemeente meer geld over had voor onze tuin dan voor een noodzakelijk straatnaambord. Ik stuurde desondanks toch nog maar eens een mail.
Eindelijk, daar zag ik inderdaad het gesmeekte straatnaambord. In het nieuwe jaar is er kennelijk weer geld beschikbaar. Ik liep de straat feestelijk door en ontmoette bij toeval dezelfde bewoner. Die was heel blij.
Ik ben iedere keer verrast wanneer ik, terugkerend van zwaar tuinwerk, dat bord zie op de zijmuur van de witte duplexwoningen van de wijk Jeruzalem, ten dele een rijksmonument van de wederopbouw.
Vandaag keek ik eens goed: er staat:
STIELTJESSTRAAT
WATERGRAAFSMEER
Ineens is er een nieuw beleid ten aanzien van wijkaanduidingen op straatnaamborden. Een mens blijft zich verbazen.
Maar die foute informatieborden zullen nimmer worden gewijzigd. Ik begin nergens meer over. Het budget zal nu wel op zijn.
Bijna twee jaar heeft dit alles geduurd. Het toeval heeft mij daarbij heel erg geholpen. Terwijl ik altijd van mening was dat het plaatsen van straatnaamborden opdat mensen niet nodeloos verdwalen een kerntaak is voor een gemeente, ongeacht politieke signatuur.
Ik weet nog ergens in de wijk een ontbrekend straatnaambord wat voor bezoekers uiterst lastig is. Heb erover gemaild; daar zal het dit keer bij blijven. Het betreft de Pierre Lallementstraat. Zoek maar.#
Jan Dijk
Jerry zegt
Ik woonde als baby op nummer 12
Ben Fano zegt
Geweldig verhaal, ik heb er gewoond (1951-1979). Heb er hele goeie herinneringen aan.
Ron zegt
Grappig, ik heb daar jaren schuin tegenover gewoond op dat kruispunt.
Gr.,
Ron