Bron: #Dwars door de buurt – editie 218
Een groot deel van zijn leven woonde kunstenaar Harry van Kruiningen (1906-1996) in Amsterdam-Oost. Toch is zijn naam bij weinigen bekend. Tijd om hem voor het voetlicht te halen, vooral omdat een paar van zijn kunstwerken nu te zien zijn bij Museum More in Gorssel.
Harry van Kruiningen is in 1906 in het naast Kruiningen (Zuid-Beveland) gelegen Hansweert geboren als Henri Janssen. ‘Harry van Kruiningen’ ging hij als naam gebruiken toen hij in 1933 definitief kunstschilder werd. Harry ontdekte al jong dat hij graag kunstenaar wilde worden. Omdat er weinig geld was in het gezin en hij de juiste vooropleiding miste voor een kunstopleiding, leerde Van Kruiningen zichzelf tekenen en schilderen. Later volgde hij een korte tekenopleiding, maar als schilder was hij autodidact. Alle vormen van beeldende en toegepaste kunst passeerden de revue in zijn enthousiasme om een goed kunstenaar te worden.
Gezellige Laplacestraat
In 1912 arriveerde het gezin Janssen vanuit Zeeland in Amsterdam waar ze eerst in de Indische Buurt en later op Wijttenbachstraat 13 woonden. Omdat zijn vader vroeg stierf ging de jonge Harry al snel aan het werk. Onder andere bij de chique kledingzaak Gerzon in de Kalverstraat. Daar raakte hij bevriend met Jan Lemaire die afkomstig was uit een socialistisch gezin. Van Kruiningen werd lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC) en vervolgens van ‘De Zaaier’ de Communistische Jeugdbond (CJP). In deze kringen ontmoette hij Rie, waarmee hij in 1929 trouwde.
In 1933 kreeg het jonge stel eindelijk een eigen grote ruimte. Ze verhuisden naar Laplacestraat 47 (boven de toenmalige drogisterij) waar ze de tweede en derde verdieping plus de zolder huurden. De ouders van Rie en de moeder van Harry kwamen inwonen omdat de huur van 60 gulden per maand te hoog was voor Harry en Rie. In 1939 werd daar hun enige kind Ulco geboren. Het familieleven zorgde voor een gezellige sfeer en nummer 47 vormde een zoete inval voor kunstenaarsvrienden en partijleden.
Onderduik bij oma
Socialisme en arbeidersbeweging hadden in het interbellum een aantoonbare invloed op kunst. Ook Van Kruiningen was hierin actief. Onder andere tekende hij politieke prenten voor dagblad De Tribune en ontwierp affiches in het teken van de Indonesische vrijheidsstrijd, waaraan de CPN toen al gehoor gaf. In 1936 werkte hij mee aan de tentoonstelling De Olympiade Onder Dictatuur (D.O.O.D) in verband met de Olympische Spelen in nazi-Duitsland.
In de Tweede Wereldoorlog nam Van Kruiningen al snel deel aan verzetsactiviteiten. Hij was heel goed in het maken van valse reispapieren. Tijdens een arrestatieactie van de Gestapo werd hij opgepakt maar al vrij snel weer vrijgelaten omdat hij zogenaamd toevallig bij een verdachte drukker op bezoek was. Toch durfde Harry niet naar huis en dook onder bij zijn grootmoeder die op de Wijttenbachstraat woonde. Rie plaatste een bloempot voor het raam van de Laplacestraat als de kust veilig was.
Bijenkast voor het raam
Na de oorlog brak een sobere tijd aan voor iedereen. Rie kookte maaltijden van zelf verbouwde groenten uit hun volkstuin aan de Kruislaan (nu Sciencepark). Harry was imker en had daar bijenkasten staan. Maar ook stond er een kast voor het raam in zijn huis aan de Laplacestraat. Via een gaatje in het kozijn vlogen de bijen in en uit. Het was een studieobject voor zijn kinderboek ‘Immeke, de avonturen van een honingbij’ (1949). Hij maakte fantasierijke tekeningen bij dit educatieve verhaal dat ook nu nog bruikbaar is. Van Kruiningen wilde de kinderen graag iets leren en zijn boekjes werden een groot succes. Behalve ‘Immeke’ behoorde zijn kinderboek over ‘Eekje Hoorn’ tot de best verkochte kinderboeken in 1948.
Ook uit zijn lithografische werk blijkt dat Van Kruiningen graag verhalen vertelde. Hij illustreerde bibliofiele uitgaven van verhalen uit de (klassieke) oudheid, zoals Ovidius’ Metamorphosen en het Gilgamesj Epos met fantasievolle afbeeldingen.
Schaatsen op Ringvaart
De woonomgeving van Van Kruiningen was soms onderwerp van zijn kunst. In bezit van het Stedelijk Museum en nu te zien in Museum More te Gorssel, is Winter, ijsbaan bij gashouders (1934, olieverf op doek). Het schilderij is gesitueerd op de Ringvaart ter hoogte van de villa’s die er nu staan (Oostpoort). Onderin is Rie te zien (de vrouw met het donkere haar) en op een paal zittend haar vader die zijn schaatsen aantrekt.
In de jaren dertig van de vorige eeuw ontstonden werkverschaffingssprojecten, onder andere door de Nederlandse Spoorwegen die in Amsterdam-Oost twee nieuwe stations lieten aanleggen: het Muiderpoort- en Amstelstation. Op het schilderij Tunnelbouw (1936, olieverf op doek) kijk je vanaf een hoog standpunt van de Archimedesweg naar het spoortraject van Amsterdam naar Amersfoort. Voorheen was dat een overgang met spoorbomen, maar nu kwamen er viaducten. Verder zijn nog bekend een tekening Insulindeweg (ca. 1936, zwart krijt; Collectie tekeningen Stadsarchief) en schilderde hij Winterlandschap bij Diemen (collectie onbekend).
Ontstaan van leven
Natuur en evolutie vormden een grote inspiratiebron voor Harry. Al in zijn jonge jaren zocht hij regelmatig naar schedeltjes en toonde hij interesse in de onderwaterwereld. Ook in Museum More is te zien zijn schilderij Landschap met planten (1933, olieverf op doek, 123,5 x 91 cm; particulier bezit) waarin bloemen en planten met veel oog voor detail in een vervreemdende stijl zijn geschilderd. Kenmerkend voor de twintigste-eeuwse realisten waartoe Van Kruiningen behoorde.
Aan het eind van zijn leven raakte hij geboeid door de microwereld van de algen. Naar aanleiding van wat hij zag door de microscoop maakte hij enkele series kleurenetsen over Het ontstaan van het leven (1977) en Het ontstaan van de seksualiteit (1980) en als laatste een bibliofiele uitgave: Volvox (1986).
Late roem
Na jaren van sappelen braken in 1958 betere tijden aan toen Harry werd benoemd tot docent Grafische Kunsten aan de Academie voor Beeldende Vorming in Arnhem. Studenten noemden hem liefkozend ‘Kruin’.
Na zijn pensionering produceerde hij het meeste werk; zijn grootste roem kreeg hij als etser. Vooral met zijn zwart-wit prenten oogstte Van Kruiningen veel bewondering door zijn vakmanschap en zoektocht naar nieuwe mogelijkheden. In 1962 ontving hij Le Prix de la critique, voor zijn hele grafische oeuvre. Ook zijn tijdgenoten waardeerden zijn werk zeer en bij exposities kreeg hij goede recensies. In 1996 overleed Harry van Kruiningen in het Rosa Spierhuis in Laren. De crematie vond plaats op De Nieuwe Ooster.
Deze veelzijdige, maatschappelijk betrokken kunstenaar is in het vergeethoekje geraakt bij de bewoners van de buurt waar hij zo lang heeft gewoond. Misschien tijd om een straat in Oost naar hem te vernoemen? #
Anna ten Bruggencate
Lees ook: Buurtgenoot uit de vergetelheid
Jo zegt
Geen straat maar wel een brug is naar hem vernoemd.
Zie het artikel https://dwars-door-amsterdam-oost.nl/buurtgenoot-uit-de-vergetelheid/
Koen zegt
Harry van Kruiningen is een meester in het verbergen.
Net als je op een rommelmarkt in een oude juwelendoos een pracht van een edelsteen kan vinden. Niet zo uitgestald in een etalage van een juwelierszaak, eerder gewoon aanwezig in een juwelendoos. Nu eigenlijk verplicht dat tot een beetje zoekwerk, wel doe dat zoekwerk en je wordt meer en meer opgenomen in de kunst-zinnige wereld van Harry, ja, kunst en zin. In en achter ieder werk steekt een verhaal, een filosofie, … het leven.
Mi. is Harry van Kruiningen best samen te vatten als een mens die via het artistieke wilde vastleggen wat hij zag, wat hij dacht .