1843 – 1939
Auteur: Jan Dijk 2019 – Geboren en getogen in de Watergraafsmeer. Woont er nu nog steeds.
Verslag van een drie uur durende fietstocht. Voor lopen was het net iets te ver. Doe de route zelf ook eens. Deel 2
Rhijnspoorstation of Weesperpoortstation
We keerden terug om die andere bocht te nemen, langs het eind van de Vrolikstraat, naar rechts. De Vrolikstraatbocht. Het spoor boog hier af naar het Weesperpoortstation. Die twee bochten waaierden uit over een stationsemplacement heen. Genoemd emplacement versmalde aanzienlijk bij de spoorovergang van de Eerste Oosterparkweg en verbreedde zich weer naar het vlakbij gelegen Rhijnspoorstation of Weesperpoortstation (WP).
Een kopstation. Het eerste was in 1843 gebouwd voor het gloednieuwe spoor naar Utrecht. Toen was de Weesperpoort er zelf ook nog; die moest je door naar het stationnetje om met de trein te kunnen. De poort ging om 10 uur ´s avonds onverbiddelijk dicht. Pech voor vertraagde reizigers! Gelukkig, er was een logement. Bij de start reden er twee treinen per dag.
Vertrekgebouw en aankomstgebouw
De laatste verbouwing van het station was van 1908: er kwam een brede overkapping, toen de grootste van Nederland. Aan de ene kant was een groot vertrekgebouw en aan de andere een kleiner aankomstgebouw. In de loop van de vorige eeuw nog slechts één Hoofdgebouw. Nu ligt op de plek van het station het Rhijnspoorplein.
Dat emplacement, nog niet afgebroken, had in de hongerwinter de functie van kolenmijn. Kinderen, jonge vrouwen en oude mannen zochten in de bittere kou naar van de stoomtreinen afgevallen cokes en steenkool dat thuis voor verwarming kon dienen. Qua gevoelstemperatuur was het de koudste en de langste winter ooit. ’s Nachts was het pikkedonker.
De Doklijn
De Vrolikstraatbocht is er feitelijk al heel lang, ver voor de Vrolikstraat. Kort na 1843 was er al een goederenspoorzijtak van het Utrechtspoor bij WP: de Doklijn. Die sloeg vlak voor WP rechtsaf naar het Entrepotdok. Tot CS helemaal openging in 1889 en de lijn overbodig werd, hij was het toen al een aantal jaren. Die Doklijn reed achter langs de Muiderpoort, en buiten langs De Plantage, parallel aan de oude stadsomwalling. Er waren op het eind ook op die lijn zelfs dubbele sporen voor het toegenomen goederenvervoer. De scheve fietsbrug tussen de Mauritskade en de Spinozastraat staat op pijlers van de Doklijn! Aan het eind was een groot goederenstation.
De Vrolikstraatbocht is er feitelijk al sinds de bouw van CS: er was direct een spoorverbinding gemaakt met WP. De Vrolikstraat werd er later in aangelegd.
Een aantal spoorlijnen
De Rhijnspoormaatschappij exploiteerde een aantal spoorlijnen in het midden van het land, waaronder WP-Utrecht. Zij ging in 1890 op in de Staatsspoorwegen, ongeacht de naam een particuliere maatschappij (van Den Haag HS). Het Staatsspoor zorgde voor een groot aantal verbeteringen, ik las over verwaarlozing door Rhijnspoor. Tot 1938 was het zo, dat Staatsspoor o.a. de lijn van WP via Utrecht naar Arnhem exploiteerde, en HIJSM (Holl. IJz. Spoorw. Maatsch., later HSM) de lijn Amsterdam CS- Amersfoort. Met HIJSM kon je wel via Hilversum naar Utrecht – Maliebaan (waar nu het spoorwegmuseum in zit). Een locomotief, al of niet met treinwagon, kon soms (via de Vrolikstraatbocht) van het ene naar het andere station rijden. Maar vanaf 1917 kon men meer en meer vrijelijk van elkaars lijnen gebruik maken, er reden treinen van Amsterdam CS via kopstation WP naar Utrecht en verder. Omslachtig inderdaad. WP zelf had er een groot verzorgingsgebied erbij gekregen: stadsuitbreiding. Dus passagiers genoeg. De treinen reden door landelijk gebied dat steeds verder verstedelijkte.
Er waren in totaal vijf spoorwegmaatschappijen. In 1938 fuseerde alles tot één maatschappij: NS. Daarna zijn spoor en station nog geëlektrificeerd, al was WP al ten dode opgeschreven.
Bij de Eerste Oosterparkstraat was een eenvoudige, smalle bewaakte overgang over een klein aantal sporen. Dat moet op den duur toch wel ondoenlijk geweest zijn. Even verderop reed je het station binnen. Er zijn talloze foto’s van stomende stoomlocs op die plek.
Wanneer je het station per trein binnenreed zag je rechts van het station het stationnetje van de Gooische Stoomtram. De remise van die tram was in de Watergraafsmeer.
Even een intermezzootje. In de prachtige korte roman Wampie van A. den Doolaard uit 1938 (hij had al beroemde romans geschreven), is de hoofdpersoon een spontane vrouw, ook wel grappig. Den Doolaard was smoorverliefd op haar. Hij huwde haar. In een passage moet ze haar broekzakken leeghalen. Dan valt er een treinkaartje uit: Utrecht-Amsterdam WP.
Het boekje had gisteren geschreven kunnen zijn, behalve dat WP.
Zandstenen sculptuur van Piet Kramer
Het station lag direct buiten de Singelgracht. Voordat je daar begint met oversteken zie je rechts bovengenoemde brug van de Doklijn. Daarna ben je snel bij de Sarphatistraat; daar stond de oude Weesperpoort.
Voordat je de Sarphatistraat oversteekt, zie je aan je rechter hand een zandstenen sculptuur van Piet Kramer, de ontwerper van heel veel Amsterdamse bruggen. Dat beeld is in 1941 geplaatst ter herinnering aan het verdwenen Weesperpoortstation. Het hoort zonder meer op de Weesperpoortbrug te staan. Nu staat het er wat verloren bij aan de Sarphatistraat. Er zijn drie locomotieven op te zien: De Arend, de stoomlocomotief van de eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem uit 1839. Verder een elektrische uit 1908 en een dieselloc uit 1934.
WP heeft net niet de 100 gehaald. De afbraak leverde mooie filmbeelden op. Ik ben meermalen langs het monument gefietst zonder het waar te nemen. En je ziet iets pas wanneer je het waarneemt…
De oude gemeentegrens Nieuwer-Amstel
Langs de overkant reden we terug. Op het Rhijnspoorplein probeerden we in te schatten hoe groot WP wel niet geweest was. We fietsten langs de Wibautstraat, die het emplacement en het begin van de spoorbaan naar Utrecht heeft vervangen.
Direct voorbij de ingang van het metrostation, bij de Grensstraat, die smal is wegens zijn ontzaglijk brede voortuinen, kruisten we opnieuw de oude gemeentegrens Nieuwer-Amstel – Amsterdam
Waar we het oude spoortracé verlieten reden we na een flauwe bocht naar links naar het spoorviaduct.
DOE IETS
Je kunt er als fietser niet omheen: bovenop de brug, aan de rand, staat in kapitale contourenletters te lezen: DOE IETS. Wat doen die woorden daar? Ik vrees dat automobilisten te zeer op het verkeer moeten letten om ze in het vizier te krijgen.
Het is een kunstwerk van Serge Verheugen, van wie eerder sprake was. In het Muiderpoortstation had hij ons er al over verteld. Het zit zo. Voor luchthaven Schiphol had hij een DOEIDOEI-machine vervaardigd, voor tijdelijk. In ‘handen’ konden mensen boodschappen plaatsen. Inmiddels was het onttakeld. Hij bleef met letters zitten. Daar kon hij ‘Doe iets’ van maken: er is van alles te doen. Om de wereld te verbeteren. Om iemand te helpen. Om kunst te maken. Het kunstwerk is dus kunst van wat overblijft. Restkunst. In Stadsdeel West hoorde het een tijdje bij een toegangspoort voor een manifestatie in het Westerpark. Ze konden er daarna verder niets meer mee.
Stadsdeel Oost zag er wel iets in. Hulde! Het duurde nog een jaar of twee, maar toen stond het er. Het moet tot nadenken stemmen. Wij, de fietsers, zeggen het nu voortdurend tegen elkaar: DOE IETS. Serge krijgt veel reacties.
Daaronder zijn op de brug fotografische beschilderingen gemaakt van onbestemde ruimten. Dat beschilderen deed een ander.
Ga voor deel 3 (over het Amstelstation) naar: Het Amstelstation
Jeanne Edel zegt
Jeanne Edel
Er stond een wachthuisje voor de passagiers met houten banken maar niet zo groot.Ik ben nog met mijn arm door zo,n raam gegaan en naar het Weesperplein ziekenhuis gegaan alleen .Was een jaar of 8 ongeveer.Geen poespas om eerst naar een dokter te gaan en dan doorgestuurd worden .
Jantar Bernstein zegt
Jantar Bernstein
Daar had mijn vader het vaak over. Lag aan het begin van de Weesperstraat, die volgens mijn ouders toen nog levendig en gezellig geweest moet zijn. Heb als kind alleen nog het gebouwtje rechts achteraan op de foto gezien en van de Weesperstraat was niet veel meer over (niet zelden huizen “gepulst”, bewoners weggevoerd en hout weggesloopt); wel tramlijn 5. Later heb ik de Raad van Arbeid en het Belastingkantoor zien bouwen; lelijke gebouwen, die de Wibautstraat een Stalinallee-achtige uitstraling gaven. Nog later werd de Metro aangelegd met grote caissons en toen de autotunnel gegraven werd, ging ik in de bouwput pijpekopjes en majolicategels zoeken.
Jo zegt
Een gedicht van Méland Langeveld n.a.v. Doe Iets (zie informatie hierboven in het artikel).
Doe iets
aan dat gat in die ozonlaag, was
de enige missie tijdens mijn jeugd
doe iets aan die zure regen, kwam
daar later voor in de plaats.
doe iets aan dat stikstof-teveel
doe iets aan die opwarming
doe iets aan die plasticsoep
doe iets aan dat ontbossen
doe iets aan dat uitsterven van diersoorten
doe iets aan die bio-industrie
doe iets aan dat landbouwgif
doe iets aan die aardgaswinning
doe iets, doe iets, doe iets
is thans een to do list waarmee
je poëziebundels vult
doe in godsnaam iets!
Méland Langeveld
Bron: #Dwars 231 oktober 2022