Bron: #Dwars door de buurt – editie 216
Tegen vijf uur in de middag komt hij aanvliegen om op vaste plekken te gaan zonnen. Dit jaar is dat vooral de bak met gladiolen op het terras. Kom ik in de buurt, dan landt hij even op mijn hoofd en voel ik zijn aanraking op mijn haren. Soms strijkt hij neer op mijn borst, nooit langer dan vijftien seconden en vanmiddag blijft hij meer dan vijf minuten op mijn schouder zitten.
Ook als ik beweeg om een plekje in de schaduw te zoeken zit hij daar met uitgeslagen vleugels en klapt die af en toe even tegen elkaar. Vanuit de linkerooghoek kan ik hem net helemaal zien en vraag me in die tijd af wat de reden is dat die vlinder op mijn schouder zit en er zo lang blijft. Als hij langs mijn oor opstijgt hoor ik fluwelen geluid van vleugels die tegen elkaar slaan. Vanaf mijn schouder blijft hij langdurig op een lange gladiolenstengel zitten en kan ik er foto’s van maken.
Admiraal
In de uren daarop laat de Atalanta zien, dat hij een mannetje is. Tot zes keer toe komt een soortgenoot aanvliegen. Een seksgenoot wordt verdreven in een verticale spiraalvlucht en met vier vrouwtjes voert hij in cirkels, wervelende baltsvluchten uit boven mijn hoofd. Ze lijken met elkaar te dansen om daarna samen achter de gevel te verdwijnen. Even later is hij terug tot de zon niet meer op de bloemen van de gladiolen schijnt, om de volgende middag rond dezelfde tijd terug te keren. Als zijn gehoor een libel, zwaluw, vleermuis of kat op tijd waarneemt kan hij die ontwijken. De Atalanta is een trekvlinder die in Zuid Europa wordt geboren en naar onze streken vliegt om zich hier voort te planten. Hij wordt op vier continenten gezien.
Tegen de winter gaat hij terug naar zijn geboortegronden. Een tocht op de noordenwind, die vanaf Scandinavië wel vijf weken kan duren. En dat allemaal in een leven dat niet langer duurt dan zo’n acht maanden. Hij wordt een dagvlinder genoemd, maar kan ook in de nacht vliegen en zelfs tijdens zachte winters. Admiraal, zo heette hij hier vroeger, vanwege de rode banden op zijn vleugels. In het Frans, Duits en Engels noemen ze hem nog steeds zo. Andere Oudhollandse namen voor de Atalanta zijn ‘schoenlapper’ en ‘nummervlinder’, omdat op de onderkant van de vleugels de nummers acht en negen te herkennen zijn.
Antennes
Vlinders voeden zich met nectarplanten. In de tuin of op het balkon zijn dit de favoriete bloemen van Atalanta’s: distels, hemelsleutels, herfstasters, klaver, klimop, koninginnenkruid en vlinderstruik. Hop en glaskruid lust hij ook. Ze drinken uit poeltjes en van het sap van bloedende bomen en rottend fruit. Door een lokstof die ze over vele kilometers met hun antennes kunnen ruiken, weten ze elkaar te vinden. Met hun antennes ruiken ze niet alleen, ze navigeren er ook op. Met hun facetogen kunnen ze niet scherpstellen. Omdat ze ultraviolet licht zien, vinden ze de planten die hen nectar leveren. Als de Atalanta daaruit opstijgt, steekt hij eerst een poot op om de windrichting te bepalen.
Vol vreten
Na de paring zet de vrouwtjes Atalanta één voor één eitjes af op jonge bladeren van brandnetels die op vochtige plaatsen in de volle zon staan. De rups die uit dat eitje komt, spint een kokertje van het blad waarop hij is geboren, waarin hij zich overdag schuil houdt. ‘s Nachts vreet hij zich vol aan brandnetel en na elke vervelling bouwt hij een groter onderkomen om zich te kunnen verpoppen aan de onderkant van het blad van een sterke brandnetelplant.
Uit een wit eitje, iets groter dan speldenknop, waar kruipt een rupsje, dat brandnetels etend, vier keer uit zijn pantser groeit. Hij overwintert als pop, waaruit in het voorjaar een vlinder kruipt, die op je schouder gaat zitten. Als die schoonheid je aanwezigheid zoekt, heeft dat niets te maken met affectie. De Atalanta wil alleen maar zeggen: ‘Rot op, dit is mijn plek’.
Gezonder
De plek voor vlinders en insecten in Oost wordt groter en gezonder. Dat hoor ik aan de kikkers die zich na vijftien jaar weer in de wijk laten horen en aan de enkele gierzwaluwen, helaas vliegen vleermuizen nog heel zelden rond onze flat. Gladgeschoren gazons en betegelde tuinen veranderen in bloemenweides en door met gif te stoppen redden we insecten en vlinders, die we nodig hebben om te kunnen eten, ervan te genieten en om te bedenken waarvoor die Atalanta op mijn schouder zit. #
Dick Feenstra
Geef een reactie