Bron: #Dwars door de buurt – editie 216
Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer – deel 15
Met hun namen sieren Blaise Pascal, Evangelista Torricelli en Otto von Guericke straten in de Watergraafsmeer. Aan hun ontdekkingen is het gangbare wereldbeeld te danken dat al bij schoolkinderen van een jaar of acht bestaat: ‘…de aarde omhuld door een dunne schil lucht, de dampkring, in haar baan om de zon in de bijkans totale leegte van het universum.”
In de Watergraafsmeer maken de Torricellistraat en de Von Guerickestraat deel uit van De Wetbuurt, een buurt in Amsteldorp, ‘onder de rook’ van het Amstelstation. De Pascalstraat vormt in Middenmeer een korte verbinding tussen het Mariotteplein en de Radioweg.
Straatvernoemingen van Pascal en Torricelli komen tussen vernoemingen van andere wetenschappers voor in meer Nederlandse gemeenten, zelfs dichtbij, in Badhoevedorp. Verder weg heeft Maagdenburg, 500 km oostwaarts in Duitsland, een brede Otto-von-Guericke-strasse. Maagdenburg heeft voor velen een bekende klank vanwege de ‘Maagdenburger halve bollen’ (een benaming die pubers gemakkelijk doet grinniken); feitelijk echter vormen deze bollen onderdeel van het verhaal van Von Guericke.
Dubbele buurten
Torricelli en Von Guericke kregen hun straat bij de hernoeming van straten na 1 januari 1921, toen de Watergraafsmeer bij Amsterdam kwam. De oorspronkelijke namen, Doctor Leydsstraat en Wolmaranstraat, bevonden zich tussen andere straten met namen die aan Zuid-Afrika ontleend waren. Ze vormden een afspiegeling van de Nederlandse sympathie voor de zaak van de Afrikaner boeren tegen het Engelse koloniale bewind kort na de eervorige eeuwwisseling. Veel gemeenten kozen destijds voor een zogenaamde Afrikaner of Transvaalbuurt en met de Watergraafsmeer erbij had Amsterdam zo’n buurt plots dubbel. Nieuwe namen waren nodig, waarbij voor de wetenschap gekozen werd.
Bij een wandeling door De Wetbuurt valt meteen op dat alle woningbouw hier kleinschalig en on-Amsterdams laag gebleven is, maximaal twee of drie lagen hoog. Allerlei bouwkundige ingrepen die over vele jaren gedaan zijn, hebben soms een uiterst verzorgd paleisje opgeleverd maar soms dreigt verrommeling; al met al is rustig woongenot hier troef. In Middenmeer-Zuid is de Pascalstraat gebouwd in de kenmerkende jaren dertig stijl van die wijk.
‘Horror Vacui’
In de natuurkunde van de Oudheid en de Middeleeuwen werd de Latijnse term ‘Horror Vacui’ – ‘vrees voor het lege’ – gebruikt om het idee te beschrijven dat de natuur leegte verafschuwt en altijd voor opvulling zal zorgen. De klassieke voorbeelden hiervan zijn: ‘onbedekte grond vult zich met plantengroei‘ en ‘een leeggegoten waterkan vult zich met lucht’. Het begrip ‘horror vacui’ is rond 350 jaar voor Chr. door de Griekse filosoof Aristoteles gemunt. Hij betoogde dat het idee van een vacuüm een logische tegenstrijdigheid inhoudt en dit gedachtegoed hield bijna tweeduizend jaar stand. Het aantonen van een vacuüm, van louter leegte, en de overtuiging dat leegte werkelijk bestaat en buiten de dampkring alom heerst, was een magistraal nieuw concept dat nieuwe inzichten in de astronomie, met name over de planeetbewegingen, mogelijk maakte. Isaac Newtons hemelmechanica vormde enkele tientallen jaren na Torricelli, Pascal en Von Guericke de kroon op het nieuwe wereldbeeld. Anders dan bij Aristoteles blijken dan de wetten van de natuur overal in het heelal hetzelfde; alleen de omstandigheden waarin die wetten heersen zijn verschillend.
Evangelista Torricelli (1608-1647) en Blaise Pascal (1623-1662) waren beiden briljante wiskundigen en vroege natuurkundige experimentatoren. Beiden deden proeven met lange, dunne glazen buizen die zij vulden met kwik en vervolgens met de opening naar beneden overeind zetten in een eveneens met kwik gevulde bak. Zij onderzochten zo de revolutionaire gedachte dat de hoogte van de kwikkolom boven het niveau van het kwik in de bak – ongeveer 76 cm op zeeniveau – een maat vormt voor de luchtdruk, voor het gewicht van de totale hoeveelheid lucht die van boven, vanuit de dampkring, op het kwikoppervlak van de bak drukt. Daarbij kwam de vraag op of de ruimte in de buis boven de kwikkolom inderdaad, zoals zij beiden stellig meenden, echt een vacuüm was. Pascal wist dit laatste ook te bewijzen. Daarnaast toonde hij ook aan dat de luchtdruk daalt bij stijgen naar grotere hoogten.
Heftige religieuze ervaring
Torricelli was de eerste die deze proeven deed, en daarmede is hij de uitvinder van de barometer. Hij leefde en werkte onder meer in Rome en in Florence. Hij stond intensief in contact met Galileo Galilei, die hem op het spoor zette dat lucht gewicht heeft. Torricelli volgde Galilei, na diens overlijden, op als hofmathematicus bij groothertog Ferdinando II de Medici van Toscane. Het wetenschapsmuseum te Florence, Museo Galileo Galilei, toont prachtige barometers van Torricelli uit de collectie van de groothertog.
Pascal hielp zijn vader, die in het Frankrijk van Lodewijk XIV provinciaal belastinginner was. Als jongeman construeerde hij voor zijn vader ‘s werelds allereerste mechanische rekenmachine, die beroemd is onder de naam ‘pascaline’. Dit rekentuig is te zien in het Musée des Arts et Métiers te Parijs. Zijn vader, die lid was van de Académie Francaise te Parijs, introduceerde daar zijn zoon en zo werd hij snel bekend als wiskundig genie. Deze introductie stelde hem in staat te corresponderen met de grote wiskundigen van zijn tijd, onder wie Christiaan Huygens.
Naast zijn wiskundige en natuurkundige werk is Pascal bekend vanwege de religieus-filosofische publicaties, die hij schreef na een heftige religieuze ervaring. In zijn ‘Les Provinciales’ kiest hij voor de briefvorm om in een fictieve dialoog zijn commentaar op kerk en staat in absolutistisch Frankrijk te geven.
Zo bleef hij zelf enigszins buiten schot. Zijn postuum gepubliceerde ‘Les Pensées’ bevat losse op onderwerp samengevoegde notities over de mens en het christelijke geloof. In protestantse kring geniet Pascals ideeëngoed, hoewel hij altijd katholiek gebleven is, veel aanzien.
Torricelli en Pascal overleden ieder op de leeftijd van 39 jaar. In door hen gepostuleerde natuurkundige wetten, die nu hun naam dragen, wordt het gedrag van druk in vloeistoffen beschreven. Beiden zijn naamgever van natuurkundige eenheden van druk.
De Maagdenburger halve bollen proef
Met groot gevoel voor show demonstreerde Von Guericke in 1654 de enorme kracht die de luchtdruk uitoefent op twee forse halve koperen bollen die middels een dichting goed sluitend tegen elkaar gelegd waren. Samen vormden zij een enorme bol waaruit hij de lucht met een pomp weggezogen had. In totaal 16 paarden, 8 aangespannen aan iedere halve bol waren niet in staat de halve bollen uit elkaar te trekken; maar door lucht binnen te laten vielen ze los van elkaar.
Zuigervacuümpomp
Otto von Guericke (1602-1682) wordt terecht beschouwd als wellicht de grootste Maagdenburger uit de geschiedenis. Als zoon en kleinzoon van burgemeesters zette hij zich succesvol in voor herbouw van de stad na verwoesting tijdens de Dertigjarige Oorlog. Deze oorlog teisterde destijds Duitsland vanwege religieuze en politieke twisten. Von Guericke vertegenwoordigde Maagdenburg bij de Vrede van Münster in 1648, waar zowel de Hollandse Tachtigjarige opstand als de Duitse Dertigjarige oorlog met vrede beklonken werden. Decennialang vervulde ook hij het burgemeesterschap van Maagdenburg. Naast zijn bestuurlijke en diplomatieke carrières was hij natuurwetenschapper en experimentator. In dit kader bezocht hij een aantal universiteiten waaronder die van Leiden. Hij is vernoemd in de Otto-von-Guericke-Universität-Magdeburg.
Von Guericke’s uitvinding van de zuigervacuümpomp maakte vacuümproeven mogelijk. Hij maakte gebruik van het principe van de eeuwenoude zuigerwaterpomp maar nu met zodanig verbeterde afdichting dat er lucht mee afgezogen kan worden. Hij kon zo demonstreren dat geluid zich niet in vacuüm voortplant maar licht wel, en dat het dus totaal verschillende verschijnselen zijn. #
Robert van Andel
Geef een reactie