Bron: #Dwars door de buurt – editie 225
Erg groot vindt Frank Stork het portret dat op het Muiderpoortstation hangt. ‘Wat een kop!’ Maar wel leuk en misschien ook wel terecht, tenminste dat zeggen andere mensen. Velen kennen hem van alle inloopspreekuren die er ooit waren in Grand Café Genieten en van het wekelijkse driegangendiner dat gelukkig sinds kort weer op dinsdagavond plaatsvindt.
We zitten in het Grand Café Genieten, een van de buurtrestaurants van Resto van Harte, de organisatie die met vrijwilligers betaalbare, gezonde en lekkere maaltijden verzorgt. Het is dinsdagmiddag en over een paar uur is het zaaltje weer gevuld met een gezellige groep eters. ‘We verwachten er vanavond zo’n veertig. Het aantal is behoorlijk teruggelopen sinds we een jaar gesloten zijn geweest. Veel mensen zijn uit het zicht geraakt,’ vertelt Frank. Vrijwilligers lopen rond om een en ander voor te bereiden. Zelf gaat hij ook zo aan de slag. ‘Meestal ben ik hier om een uur of vier en dan vullen we de koelkasten, kijken wat er op het menu staat en halen we boodschappen. Daarna sta ik achter de bar.’ Het is een van zijn vele vrijwillige activiteiten in de buurt.
Sterke buurt
Stork is een grote man van 62 die je niet makkelijk over het hoofd ziet. Zijn relaxte uitstraling maakt dat je je onmiddellijk op je gemak voelt bij hem. ‘Geboren, getogen en afgetuigd in de Watergraafsmeer,’ beschrijft hij grinnikend zijn afkomst. Het is een buurt waar hij smaakvol over vertelt. Hij woonde er tot zijn 24e op de Bredeweg, een beroemde en beruchte straat met veel actie. ‘Een jaar of 40 geleden zou de groenstrook in het midden van de weg parkeergelegenheid worden. De hele buurt kwam in actie, maakte niet uit welke partij. En de groenstrook ligt nog steeds in het midden van de weg. Om het succes te vieren werd Koninginnedag uitgekozen, want dan waren er geen regels, je mocht alcohol schenken en je mocht muziek maken. Dat is uitgemond in het Bredewegfestival, een van de grootste evenementen op Koningsdag in Amsterdam! Zo zie je wat een sterke buurt kan betekenen.’
Overeind
Hij vertelt hoe alle buren in die tijd veel contact hadden met elkaar, ome Jan en tante Rietje, ome Ger en tante Jo. ‘Als ik iets verkeerds deed op straat kreeg ik drie, vier keer op mijn kop en als ik thuis was kreeg ik nog een draai om mijn oren van mijn vader.’ Zelfs het eten werd vaak met elkaar gedeeld. Die betrokkenheid was normaal, zo is hij groot geworden. Het is iets dat hij absoluut heeft meegekregen van zijn ouders en nog steeds een vanzelfsprekend onderdeel van zijn leven is. ‘Maar ook dat alles wat je nodig hebt in je eigen buurt moet zijn. Dat zie je nu ook in coronatijd, alles wat in de buurt is, houdt de boel nog een beetje overeind, dat mensen eten kunnen halen en zo.’
Warme overdracht
Tijdens ons gesprek wordt er heel wat naar mensen gezwaaid, mensen die binnenkomen – ‘Hallo lieverd, ik kom zo hoor’ – en mensen die buiten langs lopen en Frank herkennen. Vooral in de tijd dat er zes of zeven inloopspreekuren waren – voor jongeren, ouderen, wonen, WMO, juridische kwesties, muzikanten, formulieren invullen – hebben ze hem leren kennen. Hij was een makkelijk aanspreekpunt, wees mensen de weg, dronk een kopje koffie met ze. Frank: ‘En dan was het ineens van (hij fluistert) “Mag ik u iets vragen?” Ik ben van de ‘warme overdracht’, het liefst neem ik mensen onder de arm mee naar de plek waar ze echt hulp kunnen krijgen.’ Een ondersteuningsbemiddelaar, zo zou je hem kunnen noemen. Eentje voor wie het niet uitmaakt waar je vandaan komt, hoeveel schulden je hebt, iemand bij wie je geen formulieren hoeft in te vullen. Mensen schieten hem makkelijk aan. ‘Bij een organisatie moet je al je gegevens aanleveren en worden protocollen nageleefd. Dat houdt heel veel mensen tegen.’
Aan de grond
Zijn vrijwilligerswerk begon Frank na een hartstilstand. Hij had een betaalde baan in het bankwezen, maar moest die opgeven. Een zware revalidatieperiode volgde en leidde uiteindelijk tot een druk vrijwilligersbestaan. Zo’n negen jaar is hij nu actief bij de Ouderen Adviesraad, onder meer samen met Tunny Jongejan-Maat wier portret naast het zijne hangt op het Muiderpoortstation. Zijn belangrijkste werk daar is het ophalen van hulpvragen en het bieden van ondersteuning. Hij bezoekt informatiemiddagen en onderhoudt contact met ouderen, zorgt ervoor dat er geen drempel is tussen hulpvraag en ondersteuning. Daarnaast werkt hij met een groep vrijwilligers bij de Stichting Veerkrachtig Betondorp. Deze is opgezet in coronatijd en ondersteunt op een laagdrempelige manier behoeftige bewoners van Betondorp door boodschappen te doen, eten te koken, de hond uit te laten en dergelijke. ‘Drie keer per week kunnen ze een maaltijd ophalen,’ vertelt Frank. ‘Het zijn echt niet alleen ouderen die soms financieel aan de grond zitten, maar ook ZZP’ers en studenten.’
Held
Ervaart hij verschil tussen betaald werk en vrijwilligerswerk? ‘Tja, vrijwilligerswerk gebeurt natuurlijk altijd vanuit een passie. Dat is anders dan bij betaald werk. Bovendien werk je op andere tijden. Mensen die in instellingen werken zijn om vijf uur klaar. Wij niet, ik ben weleens midden in de nacht gebeld door iemand die beschonken was. Dat komt door die laagdrempeligheid, hè.’
Wat hem drijft om dit werk te doen, omschrijft hij met de zin die bijna letterlijk bij zijn portret hangt: ‘Als mensen met een glimlach weggaan dan ga ik ook met een glimlach weg. Als mensen een leuke avond hebben dan ben ik ook blij. Ik heb ooit een mevrouw geholpen aan huurtoeslag; ze had het echt heel slecht. Ze kreeg toen 300 euro meer per maand, dat betekende een tientje meer per dag. Elke keer dat ze hier kwam, kreeg ik een knuffel. En dan zei ze tegen anderen: “Die meneer is een held.” Zij heeft zelf ook weer iemand anders geholpen omdat ze de weg nu kende. Ik kan er niet tegen als iemand verdriet heeft, als ik dan kan ondersteunen dan doe ik dat.’
Liever
Heeft hij een droom? Ja, mijn droom is dat mensen wat liever tegen elkaar zijn. Mensen zijn zo vaak en snel ‘anti’. Je kan niet wat zeggen of er is gelijk iemand tegen. Ook nu in coronatijd. Dan denk ik: ga lekker even zitten, praat het uit, maak er geen twistpunt van. Dus ja, dat ze wat liever tegen elkaar zijn.’ Over de hele wereld? Hij moet lachen. ‘Ja, maar graag vooral in mijn eigen buurt!’ #
Anita Boelsums
Hans Sagel zegt
Mooi verhaal! Jammer alleen dat in de lead sprake is van Frans Stok. Misschien is het mogelijk dit nog even aan te passen. Komt wat slordig over en dat vind ik jammer.. Ik ontmoette waarschijnlijk Frans 55 jaar geleden voor het laatst een keer bij V&D in Utrecht. Hij herkende mij, zei dag Hans, bij het betalen aan de kassa met een girobetaalkaart waar uiteraard mijn familienaam op stond. Hr Gr van een oud Bredewegger.
Ron zegt
Je heb helemaal gelijk.
anja van Leeuwen zegt
hihihi wat grappig er staat tante Jo en ome Ger maar volgens mij is het toch echt tante Ger en oom Jo als je het tenminste over Meijer hebt van de Bredeweg . Dat waren mijn oom en tante (zus van mijn vader)