Bron: #Dwars door de buurt – editie 228
Amper drie jaar oud was Marc de Winter en zijn opa Guus was hem kwijt. Tot hij enthousiaste kreten vanuit zijn etalage hoorde. Zijn kleinzoontje stond opgewonden achter het raam naar de klanten te zwaaien. Datzelfde enthousiasme is een kleine vijftig jaar later nog steeds de drijvende kracht achter de aloude herenmodezaak aan de Linnaeusstraat 197.
Vanaf 1930 was het familiebedrijf van Gebroeders de Winter een begrip in de Amsterdamse modewereld. Opa Guus en zijn zeven broers runden door de hele stad hun winkels. Overal zag je ze rijden met hun grote bus: op de Haarlemmerstraat, de Ferdinand Bol, de van Baerlestraat, de van der Pek en ga zo maar door. Guus junior (’42), de vader van Marc (’71), heeft er nog levendige herinneringen aan. In 1963 trok hijzelf, koud terug uit militaire dienst, in bij zijn vaders winkel aan de Linnaeusstraat waarvan hij in 1968 de eigenaar werd, samen met zijn bruid Annemieke (’46). Tot een paar jaar terug stond hij nog regelmatig in de zaak die sinds 2008 door zijn zoon wordt gerund.
Opgewekt en luidruchtig
En nu staat hij daar weer zijn verhaal te doen. Net als zijn zoon vult hij met luide stem de winkel. Waar Dwars, Annemiek, en schoondochter Joyce (‘76) allemaal zitten, blijft de bijna tachtigjarige liever staan. ‘Luidruchtig was ie altijd al,’ vertelt Annemiek. Zijn oudere zus Simone (’68) verzuchtte in de puberteit regelmatig: ‘Hou eens op met dat gefluit, ik ben amper wakker.’ Joyce: ‘Marc is altijd opgewekt, daar ben ik op gevallen.’ Guus: ‘Ja, dat is Marc’s kracht. Altijd enthousiast, sociaal en spontaan, daar houden mensen van.’
Vertegenwoordigers
Marc vindt van zijn werk het contact met de klanten het allerleukst. Kijken wat bij ze past, ze leren kennen, persoonlijk en eerlijk adviseren. Hij wil niet meteen elke nieuwe trend achterna rennen, maar gaan voor duurzaamheid en kwaliteit. ‘Je zult hier niet veel schooljeugd zien, want die gaat voor een andere prijs – kwaliteitsverhouding. Ik heb ook niks met vertegenwoordigers die hier nog nooit binnen zijn geweest en dan tijdens de inkoop tegen mij zeggen wat goed zou passen bij mijn zaak. Ik zeg dan rustig: ‘Je kent mijn klanten en winkel niet eens!’ Het verloop van vertegenwoordigers is tegenwoordig ook veel groter. In de jaren van mijn ouders bleven ze langer bij het bedrijf werken en was de relatie dan ook heel anders.’
Klanten uit Texel
Marc schetst hoe hij nog altijd de klassieke en tegelijkertijd informele stijl van de Gebroeders de Winter in ere houdt. Van een kostuum, pantalon met overhemd, stropdas, colbert tot een chino met vest, trui, jeans, T-shirts, pyjama’s en ondergoed. Annemiek: ‘Jarenlang kwam Nel, de moeder van Johan Cruijff hier onze Schiesser pyjama’s kopen voor haar zoon.’ Marc: ‘Die verkoop ik nog, net als mijn opa.’ Guus, droog: ‘Ja, wat wil je, we waren natuurlijk donateur van Ajax.’ Annemiek: ‘Veel van onze klanten komen hier al jaren en overal vandaan. Vroeger zelfs vanuit Texel. Met de vroegste veerpont. We maakten er een vast ritueel van. Na aankomst eerst koffie met gebak, daarna de jaarlijkse inkopen.’ Marc: ‘Onderschat mijn moeder niet, zoals die kon verkopen! En de inkoop was gewoon haar hobby! Eerlijk, ik had dit nooit gekund zonder mijn ouders. Ze zijn altijd mijn steun en toeverlaat geweest.’ Annemiek: ‘Nou vergeet niet de rust en stabiliteit van je vader naast ons babbelaars.’ Marc: ‘Daar heb ik Joyce voor, die is ook mijn rustpunt. Zij wekt net als pa vertrouwen en onderhoudt onze website, daar heb ik het geduld niet voor.’ Joyce lacht bescheiden.
Van euro tot dubbeltje
Guus: ‘Denk nou niet dat wij Marc gepusht hebben.’ Annemiek: ‘Ik heb altijd gevonden dat onze kinderen vrij moesten zijn in het kiezen van hun beroep. Niks zo verkeerd, als je kinderen dwingen te doen wat jij hebt gedaan. Zo is onze dochter Simone psycholoog geworden. Ze had niets met de zaak. Terwijl beide kinderen hier geboren zijn. Kijk daarboven, waar Marc, in 2008 het plafond liet doorbreken, hebben wij als gezin nog een aantal jaar gewoond.’ Guus: ‘Lange tijd heb ik niet voorzien dat Marc de zaak in zou gaan. Hij hield niet echt van leren en voetbalde liever. Toch ging hij de HEAO doen, maar vond daar niks aan.
Tot Simone hem vertelde dat Shop 64, een trendy jeans winkel aan de overkant, een nieuwe eigenaar zocht. Marc meteen enthousiast, het leek een jongensdroom.’ Annemiek en Guus vonden het zonde van zijn opleiding, maar zagen ook wel in dat hun zoon meer een doener was en zin had in een nieuw avontuur. Guus: ‘We gingen akkoord, mits hij zich door ons liet helpen want je weet hoe dat gaat bij jongeren. Die weten nog niet dat je van elke euro die je verkoopt maar een dubbeltje overhoudt. Dus wij gingen hem helpen en hebben hem ook een ondernemersopleiding laten volgen.’
Zand erover
Marc, trots: ‘Ik ben daar dertien jaar eigenaar geweest en was de eindverantwoordelijke. Mijn moeder hielp mijn vader in deze zaak en mij in de mijne. Zij was de spil.’ Annemiek: ‘Staaltje misbruik toch, … nee, grapje, ik deed het graag want, ja, never a dull moment!’ Marc beamend. ‘Ik zal nooit vergeten dat hier een paar jaar terug een man binnenkwam met de opmerking dat ie een paar polo’s wilde afrekenen. Ik: ‘Je weet kennelijk wat je wil?’ Hij: ’Nee, het gaat mij om het betalen.’ Ik: ‘Huh?’ Hij: ‘Ik had jaren terug een donkere periode in mijn leven. Ik wil de polo’s die ik toen gestolen heb, alsnog afrekenen. Ik totaal verrast: ‘U meent het! Nou, ik zou zeggen zand erover of zoek een mooie uit waarvoor je betaalt.’ Uiteindelijk kon ik hem overhalen niet meer dan een paar tientjes neer te leggen. Bijzonder toch?’
De bretels van Theo van Gogh
Guus: ‘De meeste impact had het jasje van Theo van Gogh. Die was hier kind aan huis, als ie weer eens met Marcel van Dam of zo op tv moest. Hij zag er vaak smoezelig uit, maar liet zich door ons aankleden. Een keer kwam ie terug met een jasje dat ie wilde laten repareren. ik stuurde hem eerst naar de stomerij want het stonk. Dat deed ie. Laat hij nu een paar weken later juist in dat jasje een eindje verderop dood op straat liggen. Nou, dan gaat er wel wat door je heen!’ Annemieke ‘Ja, en met onze bretels die hij hier altijd kocht. Het was zo’n lieve man.’
Bugatti, Vanguard, Lacoste
Marc: ‘Ik heb nog steeds veel klanten uit de tv wereld en ook inmiddels via mijn eigen connecties, zoals architect Soeters van Oostpoort zelf. Die gaf me ooit uit dank voor een leuk gesprek een van zijn prachtige boeken. Ik ga natuurlijk ook mee met mijn tijd en verkoop naast klassiek net zo goed de nieuwste Bugatti vesten of Vanguard jeans en overhemden en polo’s van Lacoste. Weet je dat ik nog wekelijks mensen krijg die mijn ouders de groeten overbrengen? Begrijp je nu dat ik het nog steeds leuk vind om de winkel te runnen na 27 jaar? Ik hoop met mijn ouders en Joyce, over ruim 8 jaar, in goede gezondheid, feestelijk het 100-jarig bestaan van De Winter herenmode te vieren!’ #
Carolien Gevers
Helmi Wakkie zegt
Wat een leuk verhaal.
Wij zijn ook heel tevreden met Winter, we kopen er al jaren voor mijn man, zo plezierig en persoonlijk geholpen .
Ik ken de zaak al bijna 50 jaar, maar toen was ik meer hippie en kocht er niet.
Dat de zaak nog maar heel lang mag blijven, de enige die er nog altijd is in dat rijtje.
Helmi Wakkie
Wim Stegeman zegt
Al jaren koop ik in deze zaak, ooit bij de ouders, die na mijn binnenkomst een vast patroon volgden: pa verwelkomde mij en deed een eerste kledingvoorstel waar ik twijfelend op reageerde. Direct daarna kwam ma in beeld die na een korte blik op mij een feilloze greep in de rekken deed. Heb me altijd afgevraagd hoe ze snel het juiste kledingstuk kon vinden. Kom er nog steeds graag.
Silvia van Donkelaar zegt
Eind jaren 50/begin 60 werkte mijn moeder bij De Winter, 2023 nog steeds op hetzelfde plekje met dezelfde naam!
Sylvia van Donkelaar
Marion landman zegt
Wat een leuk verhaal.
Volgens mij was mijn, inmiddels overleden oom, Joop Landman (golf) ook vaste klant.