Bron: #Dwars door de buurt – editie 237
‘Wist jij eigenlijk dat Zacharias Janse de microscoop heeft uitgevonden? En dat de Nederlandse Cornelis Drebbel de allereerste duikboot heeft gebouwd en daarmee de Theems in dook?’ Robert van Andel noemt zomaar wat belangrijke wetenschappers wier namen de straten in Oost opluisteren. Van zijn eerder in Dwars verschenen stukken is een unieke bundel gemaakt: Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer.
Van Andel noemt zichzelf geen wetenschapper, was in zijn werkend leven kinderarts aan het OLVG. ‘Ik was geen onderzoeker maar ik ben altijd wel zeer geïnteresseerd geweest in de wetenschap. Geef mij het wetenschappelijk supplement van de krant en je hoort me niet meer.’ Wetenschap is voor hem: weten hoe het in elkaar zit. ‘Als klein jongetje had ik dat al, ik wilde weten hoe een auto in elkaar zit of een fototoestel. Ik las daar allerlei boeken over.’
Revolutie
De afgelopen paar jaar heeft hij de hele Watergraafsmeer afgestruind, lange, korte, smalle, brede straten bekeken, pleinen bestudeerd, maar vooral de betekenis van de naamgevers onderzocht. ‘Als ik bedenk hoe ik hier vroeger altijd rondfietste van en naar mijn werk … je kent al die namen wel: Galileï, Kepler, Copernicus, maar je hebt daar geen speciale gedachten bij. Nu ben ik me er bijvoorbeeld van bewust dat bij Copernicus de wetenschappelijke revolutie is begonnen. Hij was de eerste die zei dat de zon het middelpunt van het zonnestelsel is en niet de aarde, hij schiep een heliocentrisch wereldbeeld. Sinds die tijd fiets ik heel anders door de Copernicusstraat, dat kan ik je wel vertellen. En ook door de andere straten, het is allemaal veel levendiger geworden door mijn zoektocht, heel erg leuk!’
Wetenschapsgeschiedenis
Naamgeving van openbare ruimten, dus ook straten, wordt bepaald door het College van B&W. De Adviesraad Naamgeving Openbare Ruimten (ANOR) geeft daarover advies. ‘Het doel is om die voor onze samenleving zo belangrijke geleerden aan de vergetelheid te ontrukken,’ aldus Robert van Andel. ‘Dat wil zeggen niet zozeer de mensen zelf, maar datgene wat ze ontdekt hebben, het belang van de bijdrage van die mensen.’ Wat er volgens hem echter gebeurt, is dat de straat onlosmakelijk verbonden raakt met de straatnaam en als geheel een zekere identiteit krijgt, een zelfstandigheid wordt. Ook mooi natuurlijk, zeker omdat dat dat een persoonlijke emotionele waarde voor de bewoners met zich meebrengt, maar de naamgever verdwijnt vaak helemaal naar de achtergrond. Door het schrijven van de stukjes, waarin Van Andel met nadruk aandacht vestigt op de betekenis van de naamgevers, hoopt hij de band weer te herstellen. En met de beschrijving van zo’n 120 straten, wegen en pleinen is een indrukwekkend stuk wetenschapsgeschiedenis neergezet.
Portiek
Wat schrijft hij zoal over de wetenschappers? Van Andel: ‘Niet veel over hun persoonlijk leven eerlijk gezegd. Vooral over hun ontdekkingen en de betekenis die die uitvindingen tegenwoordig nog voor ons hebben. Ik probeer in al mijn verhalen een duidelijke band met het heden aan te brengen. Maar, vergis je niet, ik schrijf ook over de bouwkundige details die ik in de straten aantref.’ Hij veert op en laat nog een andere kant van zijn bevlogenheid zien. ‘Weet je wat zo bijzonder is? Je kunt je nog heel goed de details herinneren van hoe je als kind hebt gewoond en geleefd – hoe de portiek eruit zag waar je woonde en de raamkozijnen en de tegels op de vloer en de haken waar je je jas aan moest hangen op school. Dat soort details vind ik prachtig, die tref je ook aan in mijn stukjes!’
Scholenproject
Aan het slot van de inleiding in de Straatnamenkrant spreekt Van Andel de wens uit dat een enkele middelbare scholier als onderwerp van een werkstuk of spreekbeurt zijn of haar straatnaam kiest. ‘Dat is eigenlijk voor mij het allerbelangrijkste. Ik hoop dat ik jongeren met deze krant kan inspireren. Daarom zijn we een scholenproject gestart.’ Het Pieter Nieuwland College is daar inmiddels mee begonnen. De gedigitaliseerde versie van de Straatnamenkrant – voor het digitaliseren is geld geschonken door een stichting – wordt door leerlingen gebruikt als aanzet tot een werkstuk of ander project. Groepjes leerlingen krijgen een thema toegewezen, bijvoorbeeld ‘klimaatverandering’ of ‘temperatuur’, en kunnen dan aan de hand van informatie uit de krant een werkstukje maken. Ze kunnen ook naar de Celsiusstraat en de Fahrenheitstraat gaan en bekijken wat ze daarmee doen. De opzet van de krant biedt veel creatieve mogelijkheden. Ook Havo De Hof en het Montessorilyceum Oostpoort gaan met de krant aan de slag evenals de Amsterdamse MAVO.
Bewoners
Van Andel heeft de krant niet alleen geschreven. Oud-journalist Frans van Lier, een goede bekende van van Andel, heeft uit elke straat of groep van straten een bewoner geïnterviewd. De stukjes verluchtigen de wetenschappelijke kost en benadrukken de verbinding die Van Andel graag ziet tussen de zelfstandige identiteit van de straat en de geleerden die hun naam gaven. Hij is enthousiast. ‘Van Lier schrijft niet alleen fantastisch, hij is ook een meester in het ontwapenen. Hij sprak mensen gewoon aan op straat en vroeg hen naar hun persoonlijke leven in de straat, hoe ze daar wel of niet (wel natuurlijk) met plezier wonen. Het zijn ontzettend leuke verhaaltjes geworden met een grote toegevoegde waarde.’
Al net zo onmisbaar in de 64 pagina’s tellende speciale Dwarsuitgave zijn de beelden van Henk Pouw: van de wetenschappers, de straten en bovengenoemde bewoners. ‘Ook de vormgeving van Ron de Wit wil ik absoluut niet onvermeld laten.’
Nederlandse Newton
Sprong er een straat uit voor Van Andel tijdens zijn zoektocht en de lange wandelingen die hij samen met zijn vrouw maakte? Zonder aarzeling: ‘Ja, het Christiaan Huygensplein!’ Mooi plein? ‘Ja, dat natuurlijk ook, maar eigenlijk vooral om wie Christiaan Huygens was. Ik heb daar met zoveel plezier over geschreven. Hij is de Nederlandse Newton, prachtige wetenschap!’ Lachend voegt hij toe: ‘En met het stuk dat ik over hem heb geschreven, heb ik Vincent Icke (hoogleraar theoretische sterrenkunde) kunnen verleiden om een voorwoord te schrijven…’
Kleindochter
Tot slot moet Van Andel nog iets kwijt. ‘Wist je dat heel veel Nederlanders opgroeien zonder dat ze de planeten kennen? Heel anders dan in Zweden bijvoorbeeld, komt natuurlijk mede door de lichtvervuiling. Ken je dat zinnetje: Aapt Mijn Juf Susan Mijn Vader Urenlang Na? Een ezelsbruggetje voor de volgorde van de planeten en opzichte van de zon. Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Heb ik samen met mijn kleindochter bedacht!’ #
Anita Boelsums
Geef een reactie