Bron: #Dwars door de buurt – editie 235
Een gesprek met Remco Lijnbach. Zijn herinneringsplek is de Ingogostraat, nummer 13 in de Transvaalbuurt.
Naast het huis van mijn vriendin in Schagen kwamen twee struikelstenen in de stoep. Ik vroeg de persoon die de stenen plaatste naar de achtergrond van deze mensen. Hij vertelde dat deze Joodse mensen in de oorlog waren afgevoerd naar de Transvaalbuurt in Amsterdam. En dat zij terechtkwamen in de Ingogostraat, nummer 13. Vol verbazing vertelde ik dat ik op dat adres geboren ben en gewoond heb. Uiteraard dacht hij dat ik het verzon, want zoveel toeval bestaat toch niet.’
Twee minuten
‘Als klein kind moest ik stil zijn. Twee minuten zwijgen voor een kind is lang en voor mij was dat érg lang. Die twee minuten leken eindeloos. Hoopvol wachtte ik op het moment dat mijn vader weer sprak. Hij had wel uitgelegd waarom wij dit deden, maar echt begrijpen deed ik dit nog niet. Een kind heeft niets met de dood. Gelukkig.
Ik vroeg mijn vader hoeveel mensen er dood waren? Tien? Of honderd? Honderd is een immens getal voor een vierjarige jongen. Alles meer dan het aantal vingers kende ik nog niet. Mijn vader vertelde dat er wel meer doden waren dan tien keer mijn vingers. Toen ik hem vroeg of zij erg ziek waren, antwoordde hij dat andere mensen hen niet aardig vonden en op mijn vraag of je dan dood gaat, zei hij dat dit soms zo is.
De oorlog lag nog vers in het geheugen. Het was nog maar vijfentwintig jaar vrede.’
Angstige energie
‘Het huis waar wij woonden had een vreemde sfeer. Er heerste een angstige energie, alsof de tijd had stilgestaan. Het verleden was nog zo aanwezig. Waarschijnlijk was ik hier als kind gevoelig voor.
Laatst stond ik voor m’n geboortehuis. In het trottoir zijn struikelstenen gemetseld. Ik liep door de wijk en zag overal struikelstenen met de namen van de vermoorde bewoners. Mannen, vrouwen en kinderen met datum en plaats waar zij zijn omgebracht.
Omdat mensen hen niet aardig vonden. Zeshonderdduizend maal mijn vingers. Minstens.
Ook nu nog kan ik dit getal niet bevatten.’
‘Ik herdenk onder andere:
- Grietje Braamsem-Peperwortel: vermoord in Sobibor, 16 september 1943, 63 jaar.
- Joseph Krant: vermoord in Sobibor, 2 juli 1943, 73 jaar.
- Fietje Krant-de Klijn: vermoord in Sobibor, 2 juli 1943, 45 jaar.
- Kitty Krant: vermoord in Sobibor, 2 juli 1943, 12 jaar.
- Bertha Krant: vermoord in Sobibor, 2 juli 1943, 15 jaar.
- Abraham Appelboom: vermoord in Auschwitz, 14 september 1942, 73 jaar.
- Henriette Appelboom-Oudkerk: vermoord in Auschwitz, 14 september 1942, 65 jaar.
Dit waren de bewoners van Ingogostraat 13.
Het huis waar ik ben geboren.’ #
Oproep
Bent u geïnteresseerd om ook een plek waar u een mooie, bijzondere, trieste of een andersoortige herinnering aan heeft met ons te delen, dan kunt u een mail sturen naar dwarskrant@gmail.com
Méland Langeveld
Geef een reactie