Bron: #Dwars door de buurt – editie 225
In het Oosterpark loop ik geregeld over de Klaartje de Zwarte-Walvischbrug, en verwonder me steeds over deze wonderlijke naam.
De brug is tijdens de renovatie van het park in 2017 vernieuwd, heeft nieuwe leuningen gekregen en deze naam. Het zijn dezelfde leuningen als de nieuw aangelegde brug verderop.
Indringend
De brug blijkt vernoemd te zijn naar Klaartje de Zwarte-Walvisch, die destijds in de Tweede Oosterparkstraat op nummer 245 woont. Ze is joods. Op 22 maart 1943 is ze opgepakt en afgevoerd naar kamp Vught en later Kamp Westerbork. Al die tijd houdt ze een indringend dagboek bij. Het is een bijzonder document, niet alleen omdat het een schokkende inkijk in het leven in de kampen geeft, maar ook omdat het duidelijk maakt dat de gruwelen te vergelijken zijn met de kampen in Duitsland en Polen. Ook in de Nederlandse kampen is het regime sadistisch en gaan mensen dood aan ontberingen.
Een voorbeeld dat Klaartje in haar dagboek beschrijft, is het kindertransport van 1943: de vrouwen in het kamp krijgen op een avond plotseling veel beter eten voorgeschoteld, en hun mannen – die aan de andere kant van het kamp opgesloten zitten – mogen geheel onverwacht bij ze op bezoek komen. Dat is verdacht, vindt Klaartje. Niet lang daarna krijgen de gevangenen te horen dat alle kinderen jonger dan 16 jaar naar een ander kamp gaan. Het vooruitzicht van je kind gescheiden te worden drijft veel gevangenen tot waanzin. Klaartje beschrijft hoe een vader zijn kind probeert te wurgen, want ‘liever bracht hij het zelf om het leven dan dat hij het in vreemde handen gaf.’
Verscheurd
De beschrijving van het moment van afscheid een paar dagen na de aankondiging, is een van de aangrijpendste passages uit het dagboek:
‘Zoals men weleens onwillekeurig een stukje papier versnippert, zo werden harten en zielen verscheurd en uit elkaar gerukt. Alles ging aan flarden. Alles werd vertrapt. Elk hartje, onverschillig of het klein of groot was, werd vertrapt, besmeurd en onherstelbaar verwoest. Dit was beschaving. Dit was cultuur. Dit was het nieuwe Europa.’
Vlak voordat het transport naar Sobibor uit Westerbork vertrekt geeft Klaartje het dagboek aan haar zwager. Zijn dochter geeft het na de oorlog aan het Joods Historisch Museum, waar het jaren in het archief ligt. Pas in 2009 is ‘Alles ging in flarden’, het oorlogsdagboek van Klaartje de Zwarte-Walvisch uitgegeven. #
Klaartje is op 16 juli 1943 bij aankomst in Sobibor vergast.
Méland Langeveld
Geef een reactie