Bron: Rogier Schravendeel
De geschiedenis van de Dapperbuurt – deel 03
Muiderbos
Het Muiderbos wordt in de zeventiende eeuw buiten de Muiderpoort aangelegd, net zoals het Weesperbos buiten de Weesperpoort en het Leidsebos buiten de Leidsepoort. Het is een ruim opgezet plantsoen, niet een echt woud, en het was gelegen ter hoogte van waar nu het Tropeninstituut ligt. Rechts een afbeelding van het bosje uit 1761, met op de achtergrond in de verte de Muiderpoort. Hieronder een aanduiding van de lokatie van het Muiderbos, van een kaart uit 1796. Linksonder, aan het begin van de Oetewalerweg, liggen de Roomtuintjes.
In het Muiderbos zijn aan het eind van de Franse tijd de Russische kozakken gelegerd, die Amsterdam komen bevrijden van de Fransen.
Rond het Muiderbos zijn aan de Oetewalerweg allerlei gelegenheden aan te treffen, zoals bijvoorbeeld de Roomtuintjes (die overigens niet gelegen waren op de lokatie van de huidige Roomtuintjes, maar veel dichter bij de Muiderpoort), Nieuw-Roozendaal (zie advertentie hieronder uit 1774), Nieuw Bloemendaal, Stadwyk, Het Vergulde Hart, D’Eendragt (in ieder geval al aanwezig in 1743), Schoonzigt en De Oranjeboom (in ieder geval al aanwezig in 1761), en ook landhuizen als Vlietzorg. De uitspanningen hebben vaak de beschikking over kolfbanen.
De eerste plannen om buiten de Muiderpoort een park aan te leggen lijken afkomstig te zijn van koning Lodewijk Napoleon, die namens zijn broer de Nederlanden bestuurt. Zo schrijft de Opregte Haarlemse Courant op 23 augustus 1808:
Men had gesproken van veranderingen aan de Plantagie te maken, dit zal geene plaats hebben; maar al wat tot de schoonheid en gezondheid der Hoofdstad betrekking heeft, moet niet verwaarloosd worden. De Koning zijnen wil hebbende doen blijken, om eenen publieken Tuin in de Stadd of voor de Poorten aanteleggen, is men bezig te onderzoeken, of het mogelijk zijn zal denzelven buiten de Koninklijke Poort, ook Muiderpoort genaamd, aanteleggen. De talrijke bevolking der Hoofdstad heeft eene groote openbare wandeling noodig […]
Het zal echter nog tot tot het einde van de negentiende eeuw duren voordat het Oosterpark wordt aangelegd.
De plannen tot aanleg van een Oosterbegraafplaats in de buurt, waar in de jaren 1860 sprake van is, lijken in eerste instantie het voortbestaan van het Muiderbos te bedreigen. De Oosterbegraafplaats zal echter uiteindelijk niet het Muiderbos vervangen, maar er deels naast worden aangelegd. De pachter die op dat moment het grasland in en rond het Muiderbos mag gebruiken, wordt schadeloos gesteld.
Wanneer de Dapperbuurt wordt aangelegd vanaf 1876, ontstaat steeds meer vraag naar een fatsoenlijk pad van de Muiderpoort door het Muiderbos naar de nieuwe buurt. Het is door de veel grotere publieksstroom een modderige bende aan het worden in het Muiderbos. Uiteindelijk wordt in 1883 een klinkerpad aangelegd, waarvoor echter de buitenste rij bomen van het Muiderbos moet wijken. Het klinkerpad leidt nog niet direct tot tevredenheid, aangezien het dieper ligt dan de rijweg, aldus een bericht in het Algemeen Handelsblad:
Hier boomen planten, elders boomen rooien. Zoo is de buitenste rij van het zoogenaamde Muiderbosch, van de Muiderpoort naar de Commelinstraat, onder de bijl gevallen. Of den anderen ook dit lot wacht weten wij niet, evenmin waarom die rij weggehakt is. Tusschen de nu gevallen boomen en de andere ligt een klinkerpad, dat een, toch nu en dan bijna onbegaanbare, weg den voetgangers biedt, omdat het geen verhoogd maar verlaagd pad is, liggende beneden den rijweg, een weg, veel gelijkende op een aarden weg midden in ’t veld, met diepe geulen. Bij menigvuldigen regen loopt het modderwater over dat klinkerpad. Die boomen verhinderen eenigszins den bestuurders der karren, nog meer dan nu, van dit voetpad gebruik te maken, thans is het rijden daarop vergemakkelijkt en moeten de voetgangers een paar decimeter diep de modder in en de karren op ’t pad. Dit is trouwens een bekende Amsterdamsche toestand. Onder de andere boomen spoedig uitwijken gaat niet, want daar liggen de stammen der gevelde boomen dwars in den weg, trouwens ook daaronder is modder al wat men ziet. Op den dag kan men zich nog redden, maar ’s avonds bij regen en storm moeilijker; gelukkig dat er dan nog een luid “pas op” klinkt, waardoor men door een sprong in de modder, overrijden kan ontkomen.
Het wordt er met de nieuwe wijk ook niet persé veiliger op. Zo bericht het Rotterdamsch Nieuwsblad in november 1880:
In den nacht van Zaterdag op Zondag jl. is een bewoner van de nieuwe buurt buiten de Muiderpoort te Amsterdam [Dapperbuurt, red.], door 4 personen aangehouden in het daar gelegen Muiderbosch. Zij vorderden geld, doch de man droeg een degenstok, waarmede hij dreigde zich te zullen verdedigen zoo zijn aanranders niet onmiddelijk het hazenpad kozen. Door die kloeke houding verloren ze den moed. Ze volgden hem weliswaar nog tot nabij zijne woning, doch op een eerbiedigen afstand.
Ook de aanwezigheid van poldergasten, die zich in de jaren 1880 bezig houden met de aanleg van diverse grote civiele werken in de buurt, draagt bij aan een onrustige sfeer. Poldergasten drinken veel en geven weinig om burgerlijke beschaving. Zo wordt in juni 1881 in het Muiderbos een hevig messengevecht gehouden door een aantal polderlieden. Er vallen hierbij geen doden, maar de politie verricht de nodige arrestaties. Bijzonder is de aanwezigheid in 1883 van een groep Zigeuners, die noodgedwongen bivakkeren in het Muiderbos.
De aanleg van een brug ten behoeve van de nieuwe paardentram naar de Linnaeusstraat wordt in 1884 voltooid en kost wederom wat bomen. Liefhebbers vragen in het Algemeen Handelsblad om maatregelen om bomenkap zoveel mogelijk tegen te gaan – die niet worden doorgevoerd – en het bosje wordt ontegenzeggelijk kleiner en kleiner en ligt in de weg voor een goede doorontwikkeling van de omgeving. Vanaf 1884 raken ook de plannen bekend tot de aanleg van het Oosterpark (mede in het kader van werkverschaffing), dat min of meer op de lokatie van de Oosterbegraafplaats (die in 1894 zal verhuizen naar de huidige lokatie: de Nieuwe Oosterbegraafplaats) vorm zal krijgen. Het Muiderbos, waar sinds 1884 de werkverschaffingsarbeiders (zie bijgaand bericht uit Recht voor Allen uit maart 1885) die het terrein van het toekomstige Oosterpark met zand moeten verhogen in een keet gevestigd zijn, wordt daarmee ook overbodig als noodzakelijke lokale recreatieve parkomgeving.
Wel geeft de Vereeniging Buiten de Muiderpoort, die halvewege de jaren 1880 stevig aan te weg timmert, er op 10 augustus 1886 nog een muziekuitvoering, maar de omgeving van het Muiderbos is aan het ‘verstenen’. Het bos zelf begint steeds meer een verwaarloosd uiterlijk te krijgen. Er staan ook te weinig bankjes, aldus ingezonden brieven.
In 1895 wordt door de Gemeente Amsterdam een ijzeren hek rond het Muiderbos gezet. Verder wordt de sloot rond de inmiddels voormalige Oosterbegraafplaats gedempt, zodat het nieuwe Oosterpark daarmee gereed is en het Muiderbos daarbij ingesloten is. Zie ook afbeelding hiernaast. De laatste resten Muiderbos zullen op den duur wijken voor het Koloniaal Instituut (Tropeninstituut), waarvan de eerste plannen rond 1910 besproken worden in de Gemeenteraad maar dat pas in 1926 gereed is.
Voor nog 2 verhalen over de geschiedenis van de Dapperbuurt ga naar
► Geschiedenis van de Dapperbuurt, deel 1 Oetewaal
► Geschiedenis van de Dapperbuurt, deel 2 Polder
Rob Vdende zegt
ik in ’59 geboren in 2e Van Swindenstraat.
Wat een pracht verhaal. Misschien wel jaloers op zulke tijden…..