Bron: onsamsterdam.nl
Het bijzonderste van alle zwembaden in Amsterdam was toch wel het drijvende zwembad in de Amstel, dat op 14 juli 1881 feestelijk werd geopend. Niet alleen vanwege de enorme omvang en de prachtige locatie. Ook omdat het volledig was bekostigd (crowdfunding!) door Amsterdammers.
‘Kunt gij mij een plaats opnoemen / Die op zoveel schoons kan roemen’
De waterkwaliteit staat het weer toe: een verfrissende duik in de Amstel. Afgelopen zomer waagden de bewoners in de buurt van de Berlagebrug het erop. Maar wie van hen wist dat hier een dikke eeuw geleden een groot, drijvend zwembad lag, ter hoogte van de Schollenbrug?
“Hij stapte in de vlet en het joggie, in het tot grijs verkleurd blauw boezeroen, roeide hem naar de zwemschool. Hij bleef staan om dat het maar zoo’n kort eindje was van de wal naar den steiger van het houten gebouw dat, alleen en los, als een soort van raar schip in de rivier stond.” De schrijver Lodewijk van Deyssel kreeg in 1885 zwemlessen in de nieuwe ‘Bad- en Zweminrichting in den Amstel bij Schollenbrug’, die alleen over water bereikbaar was. De lessen duurden slechts kort, omdat hij watervrees had, maar we danken er een mooie en natuurgetrouwe sfeertekening van het zwembad aan.
“De lankwerpig-vierkante stellazie van versleten donker wit en oud bruin hout stond somber en leêg. Aan weêrskanten stond de rij kamertjes onder de lange smalle afdaken, met hun bruine, zwart-genummerde deuren met vanboven en vanonderen een opening voor het licht, klein en armelijk als een reeks dorps-pleën. Onder tusschen de plank-gaanderijen met hun zwart gespleten en vaal versleten witte leuningen stonden de vier groote zwembakken met hun oud-groen water, in de volgorde van hun diepte.” Een knecht reikte Van Deyssel twee vierkant gevouwen badhanddoeken aan en een baas gespte hem het ‘zwemlesding’ om, de zwemhengel waaraan iedereen in die tijd de kikker- of schoolslag leerde.
Café met terras
De ‘zweminrichting’ heeft niet langer dan tien jaar bestaan, van 1882 tot 1892. En veel weten we er ook niet van. Wat folders en afbeeldingen in het stadsarchief, enige regels in het jubileumboek uit 1947 bij het 75-jarig bestaan van de Amsterdamsche Zwemclub – weinig meer is er over te vinden. De samenstellers van het gedenkschrift noemden het zwembad mislukt. Was dat wel helemaal terecht?
De ‘Commissie voor de Oprichting eener Bad- en Zweminrichting in den Amstel bij Schollenbrug’ had berekend dat f 20.000,- nodig was voor de bouw van een zwembad. Op 18 augustus 1880 nodigden de commissieleden Amsterdamse burgers uit een aandeel van f 50,– aan toonder te nemen. Tegenwoordig heet dat crowdfunding, destijds was het een veel voorkomende vorm van private financiering zonder chique labeltje. De initiatiefnemers meenden dat de stad behoefte had aan een “goede en doelmatige Bad- en Zweminrichting”. De Amstel in de buurt van de Schollenbrug, bood een prachtige gelegenheid, vooral vanwege de ‘frischheid’ van het water.
Tien maanden later werd op 14 juli 1881 de opening bekendgemaakt in de Amsterdamsche Courant, met technische beschrijving en al. Het nieuwe zwembad was groot! Het had een lengte van 60 bij 10 meter en rustte op elf pontons. In het Amstelwater waren drie bassins van houten vloeren bedekt met kiezels op een bepaalde diepte gebracht. Een kinderbad van ongeveer 70 cm diep, een lesbad van 1.10 tot 1.25 cm en het drie meter diepe eigenlijke zwemgedeelte. Er waren 80 badhokjes, aan weerszijden van de baden 40. IJzeren stangen verbonden de vloeren van de bassins aan de pontons. Om het gevaarlijke duiken onder de pontons te voorkomen, was aan de binnenzijde van de pontons tot aan de bodem van de Amstel een gegalvaniseerd net gespannen. Aan de noordzijde was een mooi café met grote ramen rondom, een bovenbouw en twee fraaie terrassen. Onder het genot van een ‘1e qualiteit consumptie’ had je een fijn uitzicht op de stad. Het zwembad kon met twee kettingbootjes bereikt worden en er was een aanlegsteiger voor de havenbootjes die vanaf de Dam voeren.
Gezondheid
Zwemplezier en gezondheid gingen hand in hand. “De Badinrichting bood niet alleen de gelegenheid tot een verkwikkend bad, maar bewees tevens dat de Amsterdammers langzamerhand de heilzame uitwerking van het water op de gezondheid hadden leren inzien”, aldus de Amsterdamsche Courant. In de 19de eeuw groeide het besef dat water geen vijand was, maar een vriend en een weldaad voor de gezondheid. Zwemmen versterkte lichaam en geest.
Zo werd al in 1846 het particuliere ‘Zwembad aan het IJ’ geopend aan de Westerdoksdijk. Jacob van Lennep verwoordde in een lied voor de feestelijke opening de zegeningen van het zwemmen:
Ja, heilzaam werkt, in ’t kille nat gedompeld,
Op ’t rillend lijf des Waters wonderkracht,
Als door ’t geweld des golfslags overrompeld,
De boezem stokt en bang naar adem smacht.
Maar ’t bloed een wijl naar ’t hart teruggedrongen,
Herneemt zijn loop met dubb’le snelheid weêr:
Een milder lucht stroomt koestrend in de longen:
En kalme rust zinkt lieflijk in ons neêr.
Er was nog een reden: iedere zomer verdronk bijna wekelijks wel iemand. De roep om zwemlessen klonk steeds luider. Vooral de Amsterdamsche Zwemclub stimuleerde zwemlessen voor iedereen. Het particuliere ‘Aan het IJ’ was met een entree van f 0,25 veel te duur voor een gewone arbeidersjongen, daarom lobbyde AZC bij de gemeente voor de bouw van gratis toegankelijke openbare zwembaden en gratis zwemlessen. In 1878 kwam aan de Westerdoksdijk een door de gemeente gefinancierde ‘Kosteloze Zwem- en Badinrichting’.
Zwemmen was even noodzakelijk als lezen, schreef de Amsterdamse hoofdonderwijzer Cornelis den Hertog in een wervende brochure over het nut van zwemlessen. Hij had met die stellingname een prijsvraag gewonnen van de alom aanwezige Amsterdamsche Zwemclub. Enkele uitspraken kregen een plekje in de folder die ‘De Amstel’ in 1882 uitgaf bij de start van het zwemseizoen. Één daarvan was: “Wanneer zal het zwemmen mode worden opdat het verdrinken ophoude?”
Sobere opening
1881 leek wel het jaar van de zwembaden. Behalve ‘De Amstel’ ging ook de ‘Zweminrichting Obelt’ open aan de De Ruijterkade, een initiatief van Theo van Heemstede Obelt, pionier op het gebied van moderne zwembaden. Een tweede gemeentebad stond gepland in de Dijksgracht. Voor vrouwen was nog geen plek. Pas in 1884 stond Obelt hen toe op bepaalde dagdelen te zwemmen. Een zeil schermde de vrouwen af van nieuwsgierige mannenblikken.
Op 16 juli was de grote openingsdag van ‘De Amstel’. Een sobere aangelegenheid, weten we uit het jubileumboek van de Amsterdamsche Zwemclub. De leden wilden de opening graag opluisteren met zwemwedstrijden, maar de oprichtingscommissie gaf hen te verstaan dat er geen feestelijkheden zouden plaatsvinden. Waarom weten we niet. Misschien zag men in frivole wedstrijden een ondermijning van hooggestemde zwempedagogische idealen?
Het zwembad was geopend van ’s morgens zes uur tot zonsondergang, maar op zondag slechts tot het middaguur. Een bad inclusief huur van handdoek en zwembroek kostte 25 cent. Een seizoenskaart kostte f 10,-. Twee personen uit één gezin betaalden ieder f 8,-. Wie had ingeschreven voor de geldlening of lid was van een Amsterdamse roei- of gymnastiekvereniging betaalde f 7,50,-, de leden van de Amsterdamsche Zwemclub nog een daalder minder. Abonnees kregen gratis zwemles. Een kaartje voor de kettingpont kostte één cent, de havenbootjes vanaf de Dam f 0,30. Een abonnement voor bad én boot kostte f 6,- extra.
Over het reilen en zeilen van ‘De Amstel’ weten we niets. Wel bestaat er een vrolijk reclameplaatje uit 1891 waarmee het zwembad zich aanprees. Ondanks deze reclame-uiting en de sponsoring zou het niet goed aflopen. Het zwembad werd al in 1885 in veiling gebracht en ging zes jaar later gedeeltelijk in vlammen op. Van het zwembad bleef alleen het café overeind, dat op 3 oktober 1902 ook uitbrandde.
Bad, broek en buffet
Misschien was dit ‘zwemaquarium’ inderdaad ‘geen succesnummer’, zoals het AZC-jubileumboek vaststelt. Dat neemt niet weg dat het tien jaar heeft bestaan. Het was (en is) nu eenmaal een hele klus om de financiën van een zwembad rond te krijgen. Een doorstart zoals in 1885 was niet ongebruikelijk. Ook het succesvolle ‘Aan het IJ’ ging bijvoorbeeld meer dan eens over in andere handen. Zelfs het invoeren van het destijds omstreden vrouwenzwemmen had te maken met geld. Men moest immers gescheiden voorzieningen voor mannen en vrouwen aanleggen. Zelfs het moderne en goedlopende Zwembad Obelt legde het loodje nadat het in 1914 naar Amsterdam-Noord verhuisde en daardoor te ver uit de stad kwam te liggen.
Het drijvende zwembad midden in de Amstel is in Ons Amsterdam (juni 1981) bondig samengevat in drie woorden: bad, broek en buffet. Uiteindelijk hield het buffet het langer vol dan het bad.
Josje van der Sloot
Frits Jan Pronk. zegt
Kan mij herinneren dat er ter hoogte van de Eemstraat aan de overkant van de Amstel bij de vroegere gasfabriek aan het einde van de oorlog ook een drijvend zwembad was. Wie weet daar nog wat van?
Herman Slager zegt
Dit is fantastisch! Ik ben geboren in de Schollenbrugstraat in 1947 en liep over de Ringdijk langs de boerderij De Eenhoorn naar de Willem van Oudshoornschool, waar meneer Stikker het hoofd was. Slootje springen in Klein Dantzig. Ben zeer blij dat ik mij onlangs heb aangemeld, want dit zijn fantastische foto’s en verhalen. Ik lunch nog elk jaar met Immeke Vos, mijn vriendinnetje uit de Schollenbrugstraat en halen herinneringen op. De lucht van de cacao van Kenners Kiezen Korf en de bandenlucht van Dunlop ruik ik nog steeds. Vriendelijke groet, Herman Slager