1926 – 1957
Auteur: Jo Haen-van Langen – Verteller: Agatha C.J. van Langen (1921-2019) – Geboren in Purmerend. In 1927 in Amsterdam komen wonen in de Pieter Nieuwlandstraat 65. Haar vader had daar een slagerij. Na 2 jaar verhuisd naar de Vrolikstraat 405. Ze heeft daar gewoond tot 1958 en is toen als huishoudster van pastoor Nico de Ruijter verhuisd naar de R.K.Pastorie in Schermerhorn. Agatha is overleden in Heiloo op 28 juli 2019. Ze is 98 jaar geworden.
Slagerij in de Pieter Nieuwlandstraat
Mijn ouders verhuisden in 1927 met hun gezin van Purmerend naar Amsterdam. Mijn vader begon in de Pieter Nieuwlandstraat een slagerij terwijl hij daarnaast veekoopman was. Achter de winkel bevond zich de woning, bestaande uit slechts 2 kamers en een keuken, veel te klein voor een gezin met 7 kinderen. Achter in de tuin was een gelegenheid gebouwd waar de kinderen sliepen.
Mijn moeder hielp de klanten in de winkel en deed de huishouding, terwijl mijn vader, samen met een neef Martien van Langen, op de fiets de boer op ging om vee te kopen en te verkopen. Dat vee werd dan verkocht op de veemarkten in Schagen, Purmerend, Hoorn en Leeuwarden.
Mijn vader zou niet meegaan naar een ander, groter huis
Een buurvrouw vond dat ons huis veel te klein was met 7 kinderen, dat het zo niet langer ging en ging voor ons op zoek naar een andere woning. Mijn vader vond dat niet nodig, hij vond dat het allemaal wel meeviel. Hij zou in ieder geval niet meegaan naar een ander huis. “Dan laten we een stoel en tafel voor hem staan en zoekt hij het verder zelf maar uit.”
Ze vond inderdaad een groter huis. Vrolikstraat 405 was te huur en we verhuisden daarheen. Natuurlijk ging mijn vader mee en was uiteindelijk zelfs erg ‘groos’ op de woning. Hij stopte met de slagerij bleef alleen in de veehandel, dus trok hij op de fiets langs de boeren in Noord Holland.
Een hal met een marmeren vloer
Het huis in de Vrolikstraat was een stuk groter dan de woning in de Pieter Nieuwlandstraat in de Dapperbuurt. Je kwam binnen in een hal met een marmeren vloer. Aan de straatkant bevond zich de huiskamer, dan was er een alkoof waar de jongens sliepen en daarachter een slaapkamer voor mijn vader en moeder.Daar weer achter bevond zich een serre. Achter de hal en de gang bevond zich de keuken en daar weer achter was er een bijkeuken. Achter de bijkeuken was de slaapkamer voor mijn zus Trudy en mij. In de bijkeuken had je een trap naar boven en daar bevond zich nog een logeerkamertje. En dan hadden we ook nog een tuin achter het huis.
Aan de onderkant woonde een joods gezin
Voor de oorlog woonden er veel joodse mensen in de Vrolikstraat, vooral in de buurt van de Wibautstraat. De Vrolikstraat liep van de Linnaeusstraat tot de Wibautstraat en was erg lang. Wij woonden tussen de Linnaeusstraat en het Beukenplein. Bij ons aan de overkant woonde een joods gezin, de familie Tof. Mijnheer Tof was slager. Of de familie Tof de oorlog heeft overleefd is mij niet bekend. Ook naast ons woonden Joodse mensen. Ik heb ze zien weggaan.
Wegens clandestien slachten twee keer door de Duiters opgepakt
Mijn vader Piet van Langen, veekoopman, slachtte in de oorlog wel eens clandestien vee. Dat deed hij in de Sloterpolder bij een boer. Hij verpakte de stukken vlees in grauw papier en op een driewielbakfiets ging hij ermee naar de Vrolikstraat. Onderweg is hij bij contrôle twee keer door de Duitsers opgepakt. Hij heeft een keer in het Lloydgebouw aan de Oostelijke Handelskade vastgezeten en een keer in een kamp in Ommen. Vooral in Ommen, waar hij 6 maanden is geweest, is hij slecht behandeld. Hij woog 160 pond maar toen hij thuiskwam woog hij nog slechts 80 pond. Zo werd hij eens zonder eten aan een boom vastgezet met een stokje tussen zijn tanden. Hij moest letterlijk ‘op een houtje bijten’. Mijn broer Cor heeft in het Lloydhotel zijn plaats ingenomen zodat mijn vader weer naar huis kon gaan, maar hij was natuurlijk danig verzwakt.
Lopend naar het O.L.Vrouwe Gasthuis in de oorlog
In 1944 werd hij ziek. Er woonde een ziekenbroeder bij ons aan de overkant. Die heeft mijn vader op een brancard geholpen waarmee ze lopend naar het O.L.Vrouwe Gasthuis gingen. Vervoer was er niet in de oorlog. Uiteindelijk bleek mijn vader een gezwel in z’n bovenbuik te hebben waaraan hij is gestorven op 21 december 1944
Barbaraschool op het Eikenplein
Ik heb 30 jaar in de Vrolikstraat bij mijn ouders gewoond. Ik ging naar de r.k. lagere meisjesschool Barbara op het Eikenplein. De grond waarop de school stond (en nog steeds staat) werd geschonken door mej. Barbara Westerwoudt, vandaar de naam Barbaraschool. De school werd geleid door de zusters Franciscanessen uit Bennebroek, al waren er ook wel een paar lekenonderwijzeressen. De jongens gingen naar de Laurentiusschool op de Eikenweg of de Vincentiusschool om de hoek.
Bonifatiuskerk
Elke dag gingen we om 8 uur naar de H.Mis waarna we de zelfgebrachte boterhammen opaten.
De parochie van St.Bonifatius was een grote parochie met een pastoor (Bramlage) en 4 kapelaans. In de kerk (gebouwd in 1886) was plaats voor 1800 gelovigen.
De parochie beschikte over een groot kerkkoor bestaande uit 50 koorzangers en 100 jongens o.l.v. kapelaan van Gastelen. Het koor zong regelmatig tijdens de kerkdiensten. De kerk is gesloopt in 1984, zeer tot verdriet van de gelovigen en omwonenden. Er staat nu het verzorgingshuis Kastanjehof.
Godsdienstles, Nuttig Handwerken en gym
We zaten wel met 40 meisjes in de klas. Er waren 2 eerste klassen, 2 tweede enz. Naast de gebruikelijke vakken zoals taal en rekenen kregen we één keer in de week godsdienstles van de kapelaan. We hadden ook gym (wat bestond uit wat rek- en strekoefeningen en lopen over een smalle bank). In de gymzaal boven in het gebouw werd na een intronisatieplechtigheid een H.Hartbeeld geplaatst. Ook kregen we Nuttig Handwerken ! (breien, borduren enz.).
Ik was een matige leerling, beter in taal dan in rekenen. Ik speelde wel op straat maar mijn moeder had dat liever niet. We knikkerden, tolden, hinkelden en speelden een spel met een bal ‘van put naar put’ . Ik ben één keer blijven zitten. Na de lagere school heb ik nog een jaar op de naaischool gezeten, ook in het gebouw van de Barbaraschool, ingang 3e Oosterparkstraat. Ik haalde daar wel goede cijfers.
Kapelaan Nico de Ruijter actief in het jongerenwerk
Kapelaan Nico de Ruijter was heel actief in het jongerenwerk. Mede door zijn toedoen kwam er een speeltuin in het Oosterpark, achter het Elisabethgesticht aan de Mauritskade. Er was een katholieke voetbalclub PVCB geheten (Parochiële Voetbal Club Bonifatius, maar stiekem zei men: Pissen Voor Ce Beginnen).
Maar ook ikzelf heb me voor de jeugd ingezet. Zo was ik betrokken bij de oprichting van een meisjeshandbalclub. De kleding bestond uit een geel shirt met zwarte kraag en manchetten en een broekrok. We speelden op een soort voetbalschoenen. Ik handbalde zelf ook (rechtshalf) en was tevens secretaris/penningmeester. Wekelijks inde ik de contributie in het Patronaatsgebouw in de 2e Oosterparkstraat, vlakbij de Linnaeusstraat. We speelden tegen clubs als DCG in West en ODOS (Door Overwinning Sterk. Wij zeiden: Door Overspel Sterk), en Ambon uit de Indische Buurt, allemaal katholiek natuurlijk. Op de fiets gingen we naar de uitwedstrijden. Soms speelden we buiten Amsterdam, maar alleen bij toernooien b.v. tegen VIDO in Purmerend. Ons speelveld bevond zich in de Watergraafsmeer, achter het oude Ajaxstadion.
Ik herinner me nog namen van enkele speelsters: Riek Bon, een stevige boerendochter uit Amstelveen, de schrik voor de keepsters. Zo hard gooide ze de bal ! Dan had je Rina de Graaf, keepster, en Bep Fontijn. Haar vader had een groentezaak op het Kastanjeplein/hoek 2e Oosterparkstraat.
Ik waste thuis de voetbalshirts
Nadat ik zelf was uitgespeeld werd ik leidster en waste thuis de voetbalshirts enz. Dan was er de katholieke vakantieschool. Met wel 400 kinderen gingen we, na eerst om 9 uur de H.Mis te hebben bijgewoond, lopend naar een terrein aan de Schagerlaan bij de Ringdijk. Daar stond een grote tent. We namen een pakje brood mee voor tussen de middag.
Kapelaan de Ruijter heeft van 1948 tot 1958 in de Bonifatiusparochie gestaan en heeft daar heel veel goed werk verricht. In 1958 op 14 april, het feest van de H.Lidwina, werd hij benoemd tot pastoor in Schermerhorn. Voor Lidwina had hij een bijzondere devotie omdat er bij hem een wonder was gebeurd. Hij vroeg mijn moeder toestemming om zijn huishoudster te worden. Ze is zelf ook meegegaan maar na een jaar keerde ze toch weer terug naar Amsterdam.
Marion keulemans Marsé zegt
Mijn opa en oma woonde ook in de vrolikstraat ik meen op 246 de kant van de wibautstraat familie van Nieuwkerk , en mijn moeder heeft ook gehandbald bij Odos !
Bep van Nieuwkerk !
Ben heuer zegt
Mijn vader, p. Den Daas, was ook al die jaren verbonden aan Odos, ik jan mij bv herinneren de hr Rooyakkers als voorzitter, hij woonde in de vrolijkstraat ter hoogte vd kerk. Wij woonden in de derde oosterparkstraat 47 ll,
Ik heette toen: ben den daas, mijn feitelijke naam was/is Ben Heuer, ik was misdienaar bij de bonifatius, ik herinner mij bv pastoor Pronk.
Ik woon nu in Bergen nh, Natteweg 19. (78 jr)
Jos van Langen zegt
Op de foto van de steenlegging van ODOS zie ik recht mijn vader staan. Cor van Langen geboren in 1914 en de broer van Agaath. Afz Jos van Langen
Ans Timman-van Langen zegt
Wat een verhaal Jo ! Mooi al die foto,s er bij !! Dit is geschiedenis !! Nog heel veel succes met al je verhalen uit oost !! Fijn weekend ,Ans Timman- van Langen
Michel Gastkemper zegt
04 september 2011
Jeugdherinneringen uit de Vrolikstraat.
Mooie verhalen van mijn tante Agaath! Vanmiddag op verjaardagsvisite bij mijn zus hadden we het met mijn moeder Trudy (de drie jaar jongere zus van Agatha) over de verhalen. Zij vertelde met klem dat haar vader, mijn opa dus die ik nooit gekend heb, aan tyfus was gestorven. Dat had zij zelf later uit de mond van de dokter gehoord (zij noemde zijn naam, maar die heb ik niet goed onthouden). Ik heb gezegd dat ik deze correctie meteen zou doorgeven. Bij deze!
Rotterdam, 4 september 2011
Trudy Gastkemper-van Langen en Jo Haen-van Langen zegt
12 september 2011
vrolikstraat 405
Erg leuk het jeugdverhaal van Agaath te lezen en ook dat ik daar deel van heb mogen uitmaken.
De foto’s dragen ook daartoe bij. De foto van nr. 271 geeft een erg armoedig beeld, zo zag 405 er niet uit.. De stoep was heel mooi betegeld en werd iedere week geschrobt en de ramen gelapt en de stenen trap naar boven was practisch gaaf.Volgens mij hadden we het geluk gehad dat de voorgaande bewoner eigenaar van het hele pand geweest is en het daarom zo in goede staat was.gekomen.Om de hoek van de Vrolikstr. lag de meisjesschool op het Eikenplein en daaraan lag het klooster van de Zrs.Franciscanessen en daaraan weer de Bonifatiuskerk.De jongensschool lag ook aan dat plein.Alles op een paar minuten afstand van ons huis. Het Oosterpark lag 5min. van school af en daar gingen we de boswachter het vuur aan de schenen leggen door op het gras te lopen en in de bomen te klimmen. Niets nieuws onder de zon. Ik heb daar een heerlijke jeugd gehad
Trudy Gastkemper-van Langen.
————————————–
Beste Trudy,
Jullie huis op nr. 405 is al jaren geleden gesloopt. Op nr. 271 vond ik nog een pand dat lijkt op jullie huis, al ziet het er misschien wat armoediger uit. Maar bij gebrek aan beter krijg je toch een indruk van hoe jullie huis er ongeveer uitzag. Als jij een betere foto hebt wil ik hem graag scannen en bij het verhaal zetten.
Leuk, dat je nog wat herinneringen hebt opgeschreven.
Hartelijke groeten,
je nicht Jo Haen-van Langen
Martin Sneijder zegt
06 juli 2016
Nu ik dit lees, herinner me ik me die enorme stoet kinderen op weg naar de vakantieschool. Ik was er een van en onderweg zongen we zo hard als we maar konden; Kapelaan de Ruiter heeft een lekkie in zijn band, kapelaan de Ruiter heeft een lekkie in zijn band, kapelaan de Ruiter heeft een lekkie in zijn band en dat plakken we met kauwgom dicht. Glorie, glorie hallelujah etc.
Wil Janssen zegt
Wat leuk om te lezen, weet nog van voetbalclub ODOS ik ging als elfjarige ooit eens naar een wedstrijd van ze kijken, was nieuwsgierig naar het zg cabaret elftal, zij stonden na elk doelpunt op hun hoofd en dat wilde ik weleens zien. De ingang van de sportvelden lagen pal naast die van Ajax waar het heel druk was met oa. politie te paard om alle fans naar binnen te dirigeren. Daar voorbij stond een groepje jongens van mijn leeftijd die mij sommeerden om onmiddellijk om te draaien om naar de Ajaxwedstrijd te gaan. Toen ik ze vertelde naar Odos te gaan werden zij een beetje pissig op mij en een van de jongens greep mij beet om mij zo te dwingen naar Ajax te gaan. Toen er een paar mannen aankwamen riepen de andere jongens ‘Jopie laat haar gaan ze mag er toch niet in.’ Een van de mannen zei toen ‘ Jopie niet iedereen is zo gek van Ajax als jij’. Na dit voorval durfde ik niet meer naar die sportvelden te gaan ik hoorde van vriendinnetjes dat het Jopie Cruyff was een heel fanatiek ajaxvoetballertje ……..
Dit is een reactie van Wil Janssen