Bron: #Dwars door de buurt – editie 214
Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer – deel 13
De kaart van de Watergraafsmeer wordt gelukkig gesierd met vernoemingen van enkele vrouwelijke wetenschappers:
Carolina Henriette MacGillavry, Henrietta Leavitt en Caroline Herschel. Dat vrouwen zo spaarzaam vernoemd zijn is scheef. Deze aflevering brengt hen bij elkaar.
De Caroline MacGillavrylaan leidt tussen appartementstorens naar het Science Park, maar volgens planning, uiteindelijk ook naar de A10 met een nieuwe onderdoorgang van het spoor en een aansluiting via af/oprit13 op de rondweg om zo de Middenweg te ontlasten. Op de straatnaambordjes in de Watergraafs-meer met vernoemingen van geleerde mannen staat op een enkele uitzondering na geen voornaam en een toelichtende tekst ontbreekt meestal. Maar men koos ervoor wel de voornaam van deze professor in de straatnaam op te nemen, plus de toelichting, ‘hoogleraar kristallografie’.
MacGillavry
Het onmiskenbaar Schotse karakter van haar familienaam voert terug naar 1794. Stadhouder Willem V, geholpen door Pruisische en Schotse troepen, streed bij Nijmegen tegen het oprukkende Franse revolutionaire leger. William, een Schotse highlander behorend tot de MacGillivry clan, streed dapper, raakte gewond, genas en bleef in Nederland, waar hij zijn vrouw vond en met haar een gezin stichtte. De schrijfwijze van de familienaam onderging gaandeweg een aanpassing omwille van de Nederlandse tongval.
Caroline Henriette
Professor MacGillavry (1904-1993) is in Amsterdam geboren en getogen. Ze werd in 1950 het allereerste vrouwelijke lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Vanaf haar twaalfde bezocht ze het Barlaeus Gymnasium. Later studeerde zij scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam en verwierf een aanstelling als wetenschappelijk assistent. Als jonge wetenschapper raakte zij geïnteresseerd in de kwantummechanica; een wetenschapsgebied dat toen heel pril was en waar de beste koppen van destijds in grote controverse over discussieerden. Het is negentig jaar geleden dat zij met een voordracht over kwantummechanica haar wetenschappelijke gehoor verblufte. Haar promotie, cum laude, en haar hoogleraarschap betroffen de kristallografie, het ophelderen en verklaren van de driedimensionale structuur van de ordening van atomen in vaste stoffen. Het is een onderzoeksgebied op de grens van scheikunde en natuurkunde. Nieuwe onderzoeksmethoden naar de structuur van de materie op het allerkleinste niveau leverde belangrijke inzichten op en prof MacGillavry speelde mee in de wereldtop op dit gebied. Zij is zonder meer een inspirerende voorloper voor alle wetenschappers die op het Science Park onderzoek doen naar de natuur op de allerkleinste schaal.
Henrietta
Henrietta Leavitt heeft geen straatnaam in de Watergraafsmeer, maar zij is daar wel vernoemd. De Henrietta Leavitt-brug, brug 195, is de eenvoudige vaste houten voetgangers/fietsersbrug over de Ringvaart die het Oosterringdijk-fiets/wandelpad met de Valentijnkade verbindt bij Jeugdland en de Tie-Breakers tennisvereniging. Helaas is het bord met de naam van de brug reeds kort na plaatsing verdwenen en nog steeds niet vervangen.
De Amerikaanse astronoom Henrietta Swan Leavitt (1868-1921) heeft een grote bijdrage geleverd aan de sterrenkunde met haar zoektocht naar, en inzicht in pulserende sterren. Dit zijn sterren met een kenmerkende wisselende helderheid, bekend onder de naam Cepheïden. Voor iedere ster van dit type wordt een vast eigen ritme gevonden. Haar analyse leverde een referentie op die haar in staat stelde te bepalen hoe de afstanden tot verschillende Cepheïden zich ten opzichte van elkaar verhouden. Later bepaalden anderen met andere technieken de absolute afstand tot één zo’n pulserende ster. De door Leavitt gevonden relatieve afstanden kregen met dit meetresultaat een absolute waarde waardoor de afstanden in het heelal opeens inzichtelijk werden.
Kort na haar afstuderen aan het Radcliffe College van Harvard-University Cambridge, Massachusetts in de USA werd zij zeer ernstig ziek met definitieve doofheid tot gevolg. Enkele jaren later werd zij vrijwilligster bij de sterrenwacht van Harvard. Zij maakte deel uit van een team van vrouwen die enorme hoeveelheden foto’s van de sterrenhemel verwerkten, waarbij alle lichtpuntjes beschreven moesten worden naar locatie aan de hemel, helderheid en kleur. De wetenschappelijke opbrengst, dankzij haar briljante intuïtie, op basis van het monnikenwerk dat zij en collega’s verrichtten, wordt gezien als de grootste ontdekking in de astronomie van het begin van de 20ste eeuw.
Caroline
De Herschelstraat bevindt zich achter de 5e Montessorischool ‘Watergraafsmeer’ aan het Galileïplantsoen. Met de vernoeming van deze straat worden drie astronomen uit één familie geëerd. Caroline Lucretia Herschel (1750-1848), haar twaalf jaar oudere broer (Frederick) William Herschel (1738-1822) en diens zoon Sir John Frederick William Herschel (1792-1871). De identificatie door William van de zevende planeet, Uranus, in 1781 en ook zijn ontdekking van de infrarood straling in 1800 werden in eerdere afleveringen van deze rubriek genoemd. Dit keer gaat de aandacht naar zijn zuster, Caroline.
Op latere leeftijd was Caroline Herschel een veelvuldig gelauwerde astronome met de ontdekking van zeven kometen en enkele nevels op haar naam. Zij verzorgde op grond van enorm veel waarnemingen de heruitgave met correcties en aanvullingen van de sterrencatalogus van de beroemde 17de-eeuwse astronoom John Flamsteed, de oprichter van Greenwich Observatory. Zij was de eerste vrouw die vanwege wetenschappelijk werk in Engeland een vaste toelage van de koning ontving en ook de eerste vrouw in overheidsdienst in England. Zij werd geëerd met het lidmaatschap van de British Royal Society, de Royal Irish Academy en de Gouden medaille voor de Wetenschap van de Koning van Pruisen. Een komeet, een planetoïde en een maankrater zijn naar haar genoemd.
In Hannover, Duitsland groeide zij op in een zeer muzikale familie maar genoot weinig formele scholing. Zij maakte op 10-jarige leeftijd een ernstige ziekte door met slecht groeien en levenslang een opvallend korte lichaamslengte (1 m 30 cm) tot gevolg. Met haar linkeroog zag zij slecht, ook door ziekte. Zij kreeg zorgtaken voor familieleden toebedeeld. In 1772 voegde zij zich bij haar oudere broer William in Bath, Engeland. Zij vond daar aanvankelijk aansluiting bij William’s instrumentele muzikale carrière en oogstte succes als solo zangeres.
Later lukte het William van zijn hobby als amateur-astronoom in toenemende mate zijn werk te maken en Caroline volgde hem ook daarin: telescopen bouwen, lenzen slijpen van uitzonderlijke grootte en kwaliteit, spiegels polijsten, waarnemingen doen en deze beschrijven en analyseren. Onvermoeibaar werd gewerkt aan een enorm sterrenkundig oeuvre waarvan een aanzienlijk deel uitsluitend aan Caroline toegeschreven moet worden.
Een eigen vernoeming van Caroline Herschel naast haar vernoeming tezamen met broer en neef in de Herschelstraat lijkt passend. Zo’n vernoeming zou vergelijkbaar zijn aan de dubbele vernoeming van Madame Curie in de Curiestraat en in de Marie Sklodowska-Curiebrug niet ver van de Henrietta Leavittbrug. Brug 115, een eindje verderop, de geel/rood geschilderde wandelbrug over de Ringvaart tussen Celebesstraat en de Oosterringdijk heeft nog geen naam. De Commissie Naamgeving Openbare Ruimte-Gemeente Amsterdam krijgt daarom hier het voorstel voor een Caroline Herschelbrug. #
Robert van Andel
Geef een reactie