Bron: #Dwars door de buurt – editie 220
Het geld klotst tegen de plinten bij zaken als Albert Heijn, Jumbo en Bol.com. Maar hoe gaat het eigenlijk met onze lokale ondernemers aan de Linnaeusstraat, het Beukenplein en rond de steeds legere Dappermarkt? Ondanks wat lichtpuntjes is de situatie nogal somber.
Marc de Winter heeft helaas alle tijd om te praten en doet dat graag. ‘Ik ben wel bijna elke dag in de winkel op de hoek van Oostpoort en de Linnaeusstraat. Ik maak dan een pakketje klaar, ga naar een klant toe om wat te brengen of op te halen. Maar normaal zouden we druk in de weer zijn met de nieuwe collectie. Vorig jaar was een rotjaar en december was echt een ramp. Wij hebben wel vet op de botten, want onze herenmodezaak is al 90 jaar in Oost gevestigd en we hebben een vaste en loyale klantenkring.’ Hij vindt het fijn dat ze hem niet in de steek laten. ‘Ze zeggen: als jij er niet bent, waar moeten we dan heen? Vaak hebben mensen tegen mij gezegd dat ik moet uitbreiden. Begin toch een tweede zaak bijvoorbeeld in Diemen of op het KNSM-eiland. Maar dan moet ik mijzelf in tweeën delen en dat wil ik niet. Ik vind het juist zo leuk om de klanten zelf te helpen en ze persoonlijk te kennen. Hoe meer zaken je hebt, hoe lastiger dat wordt.’
Shabushabu
Tegenover Herenmode De Winter werkt Eric van den Heuvel als bedrijfsleider in een fotozaak van Heno. ‘Hoe het met al onze winkels gaat, kan ik niet zeggen. De administratie gebeurt centraal voor onze zaken. Ik ben geen eigenaar. Het liefste doe ik gewoon het fotografisch vakwerk. Vandaag hadden we een redelijk drukke dag: 40 pasfoto’s. Dat gaat bij ons steeds door. Maar dat geldt niet voor de andere artikelen. We proberen gewoon de schade te beperken.’ Ook Heno heeft een lange geschiedenis: 65 jaar. Maar hoe vergaat het nieuwe ondernemers?
Pakupaku (Japans voor ‘eten, eten’) aan het Beukenplein, opende de deur eind augustus 2019. Het eerste half jaar liep goed. ‘De weekeinden zat ik altijd vol’, zegt eigenaar Prema von Wersch. ‘En verder deed ik veel bedrijfsevenementen.’ Een aantal jaren geleden woonde en werkte zij in Japan en kwam in aanraking met het gastronomisch fenomeen shabushabu. ‘Dat is het geluid van hele dunne plakjes vlees die door bouillon bewegen. Ik was weg van deze Japanse fondue; de versheid, de smaak! Je eet eerst de groenten en proteïne en daarna pas de koolhydraten. Dat wilde ik in Nederland introduceren, in de vleesversie, maar ook in de veganversie. En dat leek te lukken.’
Stamppotjes en kerstbomen
Toen kwam de eerste lockdown. Von Wersch: ‘Ik werd ook ziek. Of het covid was weet ik niet, maar ik had zes weken lang koorts.’ Ze maakte gebruik van de overheidssteun, maar die was net genoeg om de huur te betalen. ‘Die subsidies zijn voor heel Nederland hetzelfde. Maar natuurlijk is alleen al de huur per vierkante meter in Amsterdam veel hoger dan in de provincie.’ Ze zette een barista in de zaak. Maar het personeel kwam op een nul-uren contract. Daarna pakte ze de draad weer op. ‘Ik organiseerde lunches voor expats die de Nederlandse taal wilden oefenen. De anderhalve meter afstand regel is dan al lastig, maar zeker voor het restaurant. Hierbinnen kunnen dertig mensen en nog eens zo veel op het terras. Maar met die afstand niet dus. Ik deed alles zelf: het uitleggen, de bediening en de voorbereiding. Maar ik ben natuurlijk geen chef. Bij shabushabu wordt het eten bereid als fondu aan tafel.’ In december verkocht ze stamppotjes en kerstbomen. Het was een moeizame zoektocht naar klandizie.
Studiowerk plat
Marc de Winter weet heel goed wie zijn klanten zijn. ‘Voor veel mannen is kleren kopen echt niet hun ding. Ze komen als ze een nieuwe broek nodig hebben volgens hun partner en nemen er dan twee die lekker zitten. Misschien een trui erbij, die ze eigenlijk ook wel kunnen gebruiken en dat is het voorlopig dan maar weer. Daarom is het belangrijk dat je toch zorgt dat er altijd weer wat nieuws te beleven is in de zaak. En vooral in de etalage, zeker ook nu ze binnen niet terecht kunnen.’ Hoe staat het met de online verkoopmogelijkheden? De Winter: ‘Ik gun iedereen alle voorspoed, maar ik kan niet concurreren met de grote jongens. Ga je online dan kom je echt niet bij ons terecht, maar bij Zalando en Bol.com die gouden tijden beleven. Alleen met Schiesser-ondergoed staan we bovenaan de zoekresultaten, want daar hebben wij al dertig jaar een goede relatie mee. Gelukkig hebben wij een winkel met dit soort vast aanbod en kunnen dus altijd leveren. Maar een meer trendgevoelige zaak heeft het natuurlijk veel moeilijker. En natuurlijk is dit ook een hard gelag voor fabrikanten en leveranciers.’
Ook voor Eric van den Heuvel van Heno is het online gedeelte geen hoofdmoot van de verdiensten. ‘Misschien net vijftien procent. Je kunt er de werknemers mee aan de slag houden. Het studiowerk, waar ik van houd, ligt plat.’ Niet rendabel Met andere ondernemers gaat het beter. Bij Levelt in Oostpoort is de koffie voor de thuiswerkers niet aan te slepen en sommige patat- en snoepkramen is het voor de wind gegaan de afgelopen tijd. Een insider aarzelt of hij wil praten. Hij heeft jaren in de horeca gewerkt en vindt het verschrikkelijk wat daar gebeurt: ‘Ik vind het zo erg voor ze en ik schaam me. Ik durf het bijna niet te zeggen maar ik draai goed. De gezinnen zitten de hele dag thuis en dan moeten die kinderen er een keer uit. Dus dan ga je gezellig wat halen. Is hij nooit bang geweest? ‘Ja, bij de eerste lockdown. Toen alles dicht moest was ik bang. En toen kreeg ik de TOZO. Duizend euro! En ik had er niks voor gedaan!’ Hij verwacht dat het hem nu goed zal blijven gaan. Prema van Wersch weet dat niet en die onzekerheid is slopend voor haar. ‘Ik heb internet afgezegd en de cv laag gezet. Hierna zou ik die bijzondere bouillon met kombu en geheime ingrediënten kunnen gaan bottelen en verkopen. Laten afhalen? Mensen kunnen al hot pots bij me bestellen met de speciale apparatuur en alle dingen die erbij horen voor shabushabu-avonden thuis. Met de beperking tot één gast per woning, is dat ook voor mensen niet meer rendabel.’
Anime-filmpjes
Voor De Winter Herenmode en fotozaak Heno zijn dit magere tijden. Maar voor nieuweling Pakupaku is de toekomst onzeker. Prema von Wersch: ‘Ik zou een ramen-tent kunnen beginnen. Maar ik kan geen definitief plan B maken bij zo’n onduidelijk perspectief. Ga ik alles verkopen? Of bijlenen? Ik moet overal rekening mee houden, maar ook knopen doorhakken.’ In de hoek heeft ze al een karaokemachine klaar staan. Leuk om bijvoorbeeld samen met expats Nederlandse liedjes te zingen. En een groot scherm om Japanse anime-filmpjes te laten zien. Onze insider beaamt wat winkeliersvereniging INretail al naar buiten heeft gebracht: Twee derde van de Nederlandse winkeliers denkt het door de lockdown nog minder dan twee maanden te kunnen volhouden, seizoengevoelige zaken kunnen de voorjaarsgoederen niet betalen en banken denken slecht mee. ‘Ik wil niet trappen naar de anderen, maar er gaan dit jaar heel wat zaken om. #
Anneke Hesp
Geef een reactie