Voor een wandelaar valt er veel architectuur te genieten in Oud-Oost en Watergraafsmeer. Denk daarbij aan leuke details, stijl, inpassing, materiaalgebruik, ritme en maat in de gevel.
Deze rubriek licht dat uit en laat ook meer weten over de ontwerper van het object. Naast al lang bestaande bouwwerken komen ook vernieuwing en toevoegingen aan de orde.
Bron: #Dwars door de buurt – editie 247
De bakstenen gebouwen van Berlage werden honderd jaar geleden gemetseld en bepalen het straatbeeld op verschillende plekken in Oost. Hij drukte zijn stempel op de Transvaalbuurt, maar ontwierp ook de brug die Oost verbindt met de Rivierenbuurt.
![](https://dwars-door-amsterdam-oost.nl/wp-content/uploads/2025/02/07-berlage-brug.jpg)
Het prachtige trapportaal van het vijflaags woongebouw Steve Bikoplein nr. 4, 6 en 8 is een monumentale aandachttrekker. Als dit portaal je eenmaal opgevallen is, zie je het iedere keer dat je er langs komt. De twee rechthoekige, iets taps toelopende granieten zuilen voor het gebouw worden geflankeerd door twee rechthoekige halfzuilen die de hoek vormen van portaal naar gevel. Alle vier zijn zij gehouwen uit één stuk graniet met een eveneens vierkant uitkragend gedecoreerd kapiteel dat overgaat in een kubus. De middelste zuilen zijn verhoogd met opnieuw twee vierkante zuilen in de hoeken naar de gevel op de eerste etage. De drie massale granieten dragende dwarsbalken, twee lager zijdelings en een middelste hoog, maken het beeld compleet. De vormentaal is niet op Grieks-Romeinse voorbeelden geïnspireerd maar wellicht op andere oude culturen uit Midden-Amerika of het Nabije-Oosten.
Het is een vormentaal die associaties oproept met de tekeningen van Hergé in de avonturen van Kuifje, bijvoorbeeld ‘De Zonnetempel’. De onverzettelijke, onverwoestbare wachters met hun subtiele decoraties vormen al honderd jaar de toegang tot dit blok woningwetwoningen. De architect was Petrus Hendrik Berlage (1856-1934).
Neostijlen
De andere delen van de gevel van het woongebouw zijn ook zorgvuldiger gedetailleerd dan in andere woningblokken aan het plein en in de buurt. De drie gemetselde gewelfde balkons boven het portaal tussen de iets vooruitspringende erkers, de bovenlichten met fijnmazige glasverdeling, de verspringingen in de raampartijen en de gevelafwerking bij het dak zijn alle tekenen van een zoektocht naar nieuwe vormen in de bouwkunst om los te komen van de 19e-eeuwse neostijlen. In het geheel van de gevel blijft het portaal toch het echte hoogtepunt.
Kwaliteitsslag
De neiging is groot het portaal te zien als de ‘kers op de taart’ die Berlage plaatste aan het centrale plein in het door hem ontworpen stratenplan van de stadsuitbreiding Transvaalbuurt. Hierbij week hij af van het volgen van de oude poldersloten zoals veelal gebruikelijk in de 19e-eeuwse ring van stadsuitbreidingen. Hij koos voor gevarieerde zichtlijnen met pleinen en knikken in het verloop van de wegen.
Ook de grote woonblokken in opdracht van woningbouwverenigingen wijken opvallend af van de eerder in de Oosterparkbuurt gerealiseerde stadsuitbreiding met kleinschalige woningbouw door particuliere investeerders voor de verhuur. De overheidsfinanciering van woningbouw voor de werkende klasse door woningbouwverenigingen maakte deze schaalvergroting en kwaliteitsslag mogelijk. De betekenis van de eerste woningwet van 1902 is hierin ook nu nog overduidelijk en het hele project Transvaalbuurt is een uiting van het radicaal liberalisme dat Berlage aanhing. Tussen radicaal liberalisme en de latere sociaal democratie bestaat zeker op het gebied van de volkshuisvesting verwantschap.
Hoek Linnaeusstraat / Pretoriusstraat
De woningblokken bij de T-kruising Pretoriusstraat/Linnaeusstraat zijn ook van de hand van Berlage. Wie met de rug naar het huidige Oostpoort vanaf de Linnaeusstraat de Pretoriusstraat inkijkt, ziet meteen de kwaliteit van deze toegang tot de Transvaalbuurt. Door extra plooiing van de beide gevels aan de Linnaeusstraat links en rechts van de Pretoriusstraat wijken deze terug en geven zij ruimte om de toegang tot deze hoofdstraat van de wijk te accentueren. De rechte hoeken zijn verzacht, enerzijds met uitspringende erkers onder een hoek van 45 graden en anderzijds bij de inspringende hoeken door de gevels in een lijn van 45 graden naar voren te plaatsen. De raampartijen zijn allemaal gelijk en hebben steeds een natuurstenen tussenpilaar met bovenaan een versiering. Trappenhuizen zijn in gevelrondingen ondergebracht met smalle ramen voor lichtinval. De begane grond heeft een heel eigen opzet met grote winkelruiten en daartussen pilaren van bijzonder ontwerp: een forse recht omhoog gaande schacht met boven ooghoogte drie verdikte halfringen met toenemende diameter. Door verrommeling met verf op natuursteen bij de Febo-zijde en de enkele tientallen jaren geleden aangebrachte luifel aan de Kwekkeboom-zijde is het visuele effect van het ontwerp op straatniveau helaas grotendeels teniet gedaan.
De Amsterdamse Genius
De naam van Berlage is voor velen vooral gekoppeld aan zijn beursgebouw aan het Rokin, en zijn verbluffende, prachtige, laatste meesterwerk het Kunstmuseum Den Haag. Maar hij onder andere ook de architect van blokken arbeiderswoningen in de Indische buurt aan de Molukken- en Balistraat bij het Javaplein.
In het dagelijkse spraakgebruik in Amsterdam is de Berlagebrug de aanduiding voor een hoofdroute van en naar een bestemming zonder dat bewust aan de architect Berlage gerefereerd wordt. Berlage was verantwoordelijk voor de aantrekkelijke esthetische vormgeving van de in 1932 opgeleverde brug die één geheel vormt met de Schollenbrug over de Watergraafmeerse Ringvaart in de Weesperzijde en de voorzieningen voor roeiverenigingen. Berlages naam werd aan de brug verbonden als eerbetoon voor zijn bijdragen aan de grote vooroorlogse stadsuitbreidingen plan Zuid en het Mercatorplein in Amsterdam West. Hildo Krop is de beeldhouwer van het op de toren van de brug aangebrachte beeld van een uit het water verrijzende vrouw ‘De Amsterdamse genius’. De brug is tegenwoordig een rijksmonument.
Nieuwe ogen
Bij nieuwbouw in de stad verandert het straatbeeld en daarmee de stenige coulissen waarbinnen de stad zich toont. Vrijwel iedereen heeft op zo’n verandering – stilzwijgend of hardop – een oordeel, positief, genuanceerd of kritisch. Maar ook het oude bekende kan met nieuwe ogen aandachtig bekeken worden en plezier geven, vergelijkbaar met een kind dat zich de vormen inprent van een omgeving die al lang bestaat. #
![](https://dwars-door-amsterdam-oost.nl/wp-content/uploads/2025/02/Dwars_07.jpg)
Robert van Andel
Geef een reactie