Bron: #Dwars door de buurt – editie 247
Na een jaar op pad met Dwars vindt onze Dolf het tijd in 2025 ook andere collega’s hierbij te betrekken. Hij geeft het stokje even door aan wijkagent Nienke Boenink ook al blijft hij als senior graag meedoen.

Zij heeft er zin in. Ooit gestart met een hbo maatschappelijk werk, is Nienke Boenink op haar vijfendertigste een ervaren politievrouw. ‘Enkel maatschappelijk werk was me te soft. De politie, waar mijn moeder mee kwam omdat ik dat als kind altijd wilde, ligt me meer.’ Haar affiniteit met maatschappelijk werk kan Nienke tegenwoordig wel weer plaatsen. Toen ze na een snelle doorstart als hoofdagent vooral in de noodhulp werkte, vond ze dit uiteindelijk onbevredigend omdat je na een incident nooit de diepte in kan gaan, maar meteen door moet. Daarom koos ze een neventaak. Samen met de GGD bezocht ze mensen die voor extreme overlast zorgden en begeleidde hen naar een hulptraject. ‘Ik vond dat zinnig werk en ben via deze weg de functie van wijkagent ingerold. Eerst in Amsterdam-West en inmiddels driekwart jaar in de Boerhaavebuurt en het Oosterpark. Zullen we gaan?’
Met plezier op jacht
We lopen ter hoogte van De Schreeuw het Oosterpark binnen. Nienke: ‘Let op, dat groepje rent zo weg.’ Ogenblikkelijk maken diverse lieden zich uit de voeten, terwijl eentje op een bankje begint te schreeuwen. Dichterbij zien we uitpuilende prullenbakken met halfgare slaaplappen en overal troep. ‘Goeie morgen, hoe is het met u?’ ‘Niet goed, wat moet je?’ Nienke: ‘Je schreeuwde, dus ik maakte me bezorgd. Maar jij moet nog een gebiedsverbod uitgereikt krijgen.’ ‘Ik zit liever vast.’ ‘Dat snap ik, in die kou, alleen, je zo maar aanhouden kan ik nu niet doen. Ik kan je wel in contact brengen met Veldwerk die je misschien aan een bed kan helpen.’ ‘Nee, nee.’ ‘Tja, dan moet je nu binnen twintig minuten het overlastgebied verlaten. Ga desnoods naar de opvang.’ De man druipt af. Nienke: ‘Zo gaat het elke ochtend. Sinds er camera’s zijn geplaatst bij die rotonde in het park zitten de daklozen hier of trekken het Boerhaavegebied in. Gelukkig hebben we eens in de paar weken een veelplegersoverleg met gemeente en zorginstellingen zoals de Jellinek en Veldwerk. De politie probeert dan zoveel mogelijk mensen op heterdaad te betrappen om ze vervolgens direct in een hulptraject te krijgen. Dan zie je me met plezier op jacht gaan. Repressief optreden binnen de menselijke maat vind ik fijn werk.’
Pak de criminelen
Na diverse andere daklozen te hebben gesproken, lopen we richting Eerste Oosterparkstraat. ‘Mag ik u wat vragen?’ roept een man vanuit zijn woninginrichtingszaak. Binnen klaagt hij over junks die alsmaar rond zijn winkelruit hangen en er slapen met al hun troep. ‘Bij mijn mooiste etalage, dit is slecht voor mijn klandizie.’ Nienke: ‘Rot zeg. Ik weet ervan, ik bel zo met jullie wijkagent Simone. Ze komt vast snel langs. Ik moet nu door, veel succes!’ Buiten stuit Nienke op een verward uitziende man. ‘Dag meneer Y, hoe gaat het?’ Y: ‘Moet je mij weer hebben, pak de criminelen, ik moet toch eten!’ Nienke: ‘Je kan naar de inloop.’ Y: ‘Die is nog niet open.’ Nienke: ‘Loop dan naar die in Zeeburg, die is zeker open.’ ‘Kan niet, heb zere voeten!’ Nienke: ‘Nou, ik zie dat je nu eten hebt, dus verlaat maar snel dit gebied.’ Tegen Dwars: ‘Hij is gewoon een zielige junk. Ik moest hem een gebiedsverbod geven toen ik hem zag gebruiken in een tramhalte waar schoolgaande kinderen stonden. Ik zal je die inloop laten zien, daarmee moet ik nog kennismaken. Voor ons werk is het belangrijk dat iedereen je kent.’
De Spreekbuis
De Spreekbuis van de Regenbooggroep aan de Tweede Oosterparkstraat is de kleinste inlooplocatie voor daklozen van de zeven in Amsterdam. Nienke: ‘Hoewel dit niet mijn buurt is, maak ik er ook graag kennis want – lachend – daklozen houden zich niet aan onze grenzen.’ In de grote huiskamer zien we een twintigtal gehavende mensen. Ze hangen voor een videoscherm of eten aan een tafel. Er is veel rumoer maar ook gezelligheid. Nienke heeft het druk met groeten van alle bekenden. In een kleine achterruimte spreken we een sympathieke leidinggevende. We horen dat de locatie iedereen binnenlaat en er altijd een broodje is en soms warm eten. Er is geen echte screening, maar de leidinggevende kent de meesten wel. Nienke: ‘Is dat kleine hokje daar een gebruikersruimte?’ Zij: ‘Nee, die zijn er wel bij enkele andere locaties. Maar mensen mogen nooit te lang in dat kleine hokje zitten vanwege mogelijke verspreiding van ziektes.’ Nienke: ‘Verstandig. Ik weet van een paar die ik hier zie dat ze wat onder de leden hebben. Ik kan daar niks over zeggen en ga degenen die ik een gebiedsverbod heb gegeven hier ook niet aanspreken omdat dit een veilige plek moet zijn. Maar hoe zit het hier met overlast/agressie?’ Zij: ‘Valt mee. Er wordt soms stiekem gebruikt op het toilet en mensen zijn vaak verward of dronken. Maar omdat ze hier eten en warmte krijgen gaat het meestal wel goed.’ Nienke: ‘We moeten zo door, maar is het een idee dat ik hier regelmatig even binnenloop? Normaal moet de politie hierin terughoudend zijn, maar dat ligt anders voor ons, wijkagenten, ik ben erg blij met jullie.’ ‘Ja fijn!’ Er wordt hartelijk afscheid genomen.
Onveilig
We lopen naar het Boerhaaveplein. Nienke: ‘Dit is de kern van mijn wijk, kijk dat Badhuistheater! Daar vinden leuke culturele activiteiten plaats. Dit is echt een mooi buurtinitiatief, ook voor kinderen.’ Verderop loopt een man op Nienke af. ‘Mag ik wat vragen? Mijn dochter, die hierachter woont in een appartement van Ymere, heeft jullie al eerder gebeld. Ze stelen de fietsen uit de stalling; er wordt geschreeuwd, geslapen en gebruikt. De deuren breken ze zo open. Jullie hebben gezegd dat ze Ymere moest bellen. Maar niemand die iets doet.’ Nienke: ‘Ik ga meteen kijken, hier is mijn 06-nummer, uw dochter kan me bellen.’ Even later staan we in de hal van het appartementencomplex. Een buurtbewoner: ‘Iedereen voelt zich hier onveilig.’ Nienke belt meteen haar contactpersoon van Ymere. Geen gehoor. ‘Ik ga voorstellen dat ze ons een centrale sleutel geven zodat we ’s nachts een keer kunnen kijken. Oh, ik moet snel naar de Generator, krijg net bericht dat daar iemand in coma ligt.’
Hippe slaappods
Nienke blijkt kind aan huis in het hostel aan het Oosterpark. ‘Hij ligt boven en moet uitchecken, maar reageert op niks. We hebben de ambulance gebeld.’ Nienke meteen erheen. De man wordt net wakker. Op de grond een grote lege fles whisky. Nienke: ‘Er komt zo een ambulance. U was in coma. Dronk u díe misschien leeg?’ ‘Nee,’ – kijkt angstig, lijkt paranoïde. Nienke vraagt zijn naam. Hij zwijgt. Even later hebben de ambulancebroeders de man afgevoerd, ze mogen niet vertellen waarom. De hostelmedewerkers bedanken Nienke hartelijk. Nienke: ‘Ik heb niks gedaan.’ ‘Je steunde ons, en het voelt velliger. Wilde je onze pods nog zien?’ Nienke en Dwars krijgen vervolgens hun hippe slaappods gedemonstreerd; schone boxjes met slechts een bed, verlichting, verwarming, internet en water. Voor € 35,- per nacht. ‘Koopje toch?’ ‘Mogen wij ook?’ Lachend zeggen we gedag. Nienke: ‘Je ziet dat ik ook veel terugkrijg van mensen. #
Carolien Gevers
Geef een reactie