1969 – 2019
Auteur: Jo Haen – Verteller: Kees Koning (1994) geboren in Abbekerk en (mede)eigenaar van notenbedrijf Let’s Get Nuts. Hij staat dagelijks met een notenkraam op de Dappermarkt
Als Kees met zijn auto komt aanrijden sta ik te wachten op zijn plek op de Dappermarkt. Door omstandigheden is hij wat laat. Onder het genot van een kopje koffie help ik hem met het ophangen van het tentzeil achter de kraam. En onderwijl vertelt hij over het notenbedrijf.
Let’s Get Nuts, opgericht in 1969
Het Noord-Hollandse notenbedrijf Let’s Get Nuts is opgericht in 1969 door de grootvader van Kees, André van Beek. Daarvóór stond hij al op de markt met o.a. schoenen en kleding. Grootvader André was geboren in Amsterdam maar verhuisde later naar Abbekerk. Zijn dochter Manon nam de zaak in 2015 van hem over en samen met Kees en zijn broer Sam hebben ze nu 3 kramen, waarvan er 2 dagelijks op de Dappermarkt staan. Met de andere kraam staan ze een dag in de week op de markt in IJburg, Medemblik, Enkhuizen, De Rijp, Purmerend en Haarlem. Daarnaast worden er tegenwoordig ook produkten via de webshop verkocht. “Alleen de markt is tegenwoordig niet meer voldoende”, aldus Manon.
Het vak in de praktijk geleerd
Kees heeft op de Detailhandelsschool gezeten, maar in feite heeft hij het vak in de praktijk geleerd. Hij groeide op tussen de noten. Vanaf zijn 14e hielp hij al mee en anno 2019 is hij verantwoordelijk voor de kramen op de diverse markten. Zijn broer Sam regelt alles achter de schermen, terwijl Manon voor de planning zorgt. In totaal zijn er ongeveer 20 medewerkers, verspreid over de 3 kramen. In de week met 2 mensen per kraam, in het weekend wel 3 of 4, dan is het meestal drukker.
Wat is er zo leuk aan de Dappermarkt?
Kees antwoordt enthousiast: “Alles loopt hier. De hele wereld komt langs”. En dat vindt hij geweldig. Het contact met de klanten. Sommige mensen komen echt voor een praatje en kopen iedere dag een onsje noten. Elke dag is verschillend en dat maakt het juist zo boeiend hier. Tijdens ons gesprek barst er ineens aan de overkant een marktkoopman uit in gezang. Kees moet erom lachen, hij houdt hiervan. Je moet wel goed met mensen kunnen omgaan, maar dat lukt hem prima. Het zijn lange dagen. Om half 9 is hij aanwezig tot 17.00 uur. Ze hebben een eigen wagen, waarin ze alles bewaren en zijn dus niet afhankelijk van een marktkraam.
Uitgebreid assortiment
Vroeger was het assortiment veel beperkter maar dat is in de loop der jaren enorm uitgebreid en voldoet aan de behoeften van de huidige consument. Van pistachenoten, pittenmix, cashewnoten, studentenhaver, vijgen, gedroogde ananas, abrikozen tot macadamia, gedroogde mango, muesli, amandelschaafsel enz. Maar ook de ouderwetse doppinda’s zijn nog steeds verkrijgbaar. En nog veel meer. Alles van de beste kwaliteit, want dat is belangrijk, vindt Kees. Daar komen de klanten voor. De noten komen overal vandaan, van Suriname tot Zuid-Afrika. Gedroogde abrikozen uit Australië waren altijd de beste, maar die zijn niet meer te betalen. En de produkten moeten betaalbaar blijven, zeker op de markt. Hij koopt ze nu in Zuid-Afrika en die zijn net zo goed van kwaliteit, vindt Kees.
Het branden van de noten gebeurt in de kraam, dat doet hij zelf. Verser kan dus niet! En ondanks het feit dat hij de hele dag tussen de noten staat lust hij af en toe ook nog best wel een lekker nootje. En gelijk heeft hij. Want ze smaken heerlijk. Dat kan ik beamen!
Met een chocoladetruffel in de mond en een zakje vijgen voor onderweg wens ik hem goeie zaken en keer ik huiswaarts.
Geef een reactie