Bron: #Dwars door de buurt – editie 219
Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer – deel 18
Jenner, Pasteur en Koch zijn grote namen binnen de infectie-, ziekte- en vaccinatieleer. Zij hebben ieder een straatvernoeming in de Watergraafsmeerse wijk Tuindorp Frankendael. De zegeningen van hun vindingen springen opnieuw in het oog nu een pandemie de wereld teistert.
Het startpunt voor een wandeling langs de straatvernoemingen van deze wetenschappers is de kruising Middenweg/Kruislaan. Loop de Middenweg richting Centrum en neem de eerste zijstraat naar links. Sinds de naamswijziging door Amsterdam van de eerdere Emmalaan is hier al 100 jaar de Jennerstraat. Op nummer 1 en 3 staan opvallende twee-onder-één-kap huizen met witpleisterwerk en bakstenen stijlkenmerken van rond de voorlaatste eeuwwisseling. Aan de rechterzijde bevindt zich een gevel met woningen van voor de Tweede Wereldoorlog met bescheiden Amsterdamse School details.
Koepokenting
Edward Jenner (1749-1823) was een ‘verlichte’ Engelse huisarts, die praktijk hield in zijn geboortedorp bij Gloucester, West-England. Hij had belangstelling voor wetenschappelijke ontwikkelingen en deed zelf ook onderzoek in de geneeskunde, de dierkunde en ook naar fossielen uit de rivierbedding van de nabije Severn. Zijn naam vestigde hij met onderzoek naar de preventie van de pokken met koepokenting. De aanpak van zijn onderzoek doet modern aan.
Jenner vermeldde ruim 200 jaar geleden:
1) zijn observatie dat melksters vaak niet vatbaar waren voor de pokken;
2) zijn hypothese dat het doormaken van een huidinfectietje aan een vinger met variolae vaccinae (onschuldige blaasjesziekte op de uiers van koeien) melksters bescherming tegen pokken opleverde;
3) zijn zorgvuldige testprocedure op eerst één proefpersoon en daarna op een aantal proefpersonen;
4) zijn resultaat, de effectieve bescherming bij blootstelling van testpersonen aan zieken lijdend aan de pokken.
Jenners testprocedure bestond uit het veroorzaken van een plaatselijke infectie, een zwerend blaasje, door koepokpus op een oppervlakkig wondje op de arm aan te brengen.
De koepokpus verkreeg hij in 1796 uit een koepokblaasje op de vinger van een melkmeisje. Jenner toonde zo aan dat de pus de koepokbesmetting overdraagt, niet alleen van koe op melkster maar ook van mens op mens, en dat genezing van het plaatselijke koepokzweertje leidt tot immuniteit tegen pokkenbesmetting.
Jenner verwierf gaandeweg een enorm aanzien, ook ver buiten Engeland. De regering vroeg hem zijn inzichten te verspreiden.
Pokkenepidemieën werden sinds mensenheugenis over de gehele wereld uiterst gevreesd. Wel 20% van de bevolking, soms hele families, overleefden een epidemie niet en hele dorpen raakten ontvolkt. Uiteraard probeerde men besmetting te voorkomen, soms met nu twijfelachtige maatregelen en soms met zinnige quarantaines en isolatie van patiënten. Bekend was dat genezing een tweede keer pokken uitsloot.
Geldmakerij
Vroeg in de 18de-eeuw drongen in Engeland via Istanboel / het Ottomaanse Rijk berichten door over oeroude praktijken uit China, India, de Kaukasus en Soedan, die beoogden om een licht verlopende pokkeninfectie bewust op te wekken door verpoederde korstjes van een genezende, matig zieke pokkenpatiënt op een huidwondje te brengen of in de neus te blazen. Deze procedure raakte over Europa verbreid als ‘variolatie’. Dit veroorzaakte, als alles goed ging, pokken in een lichte vorm, maar de effectiviteit was onbetrouwbaar en soms liep het uit de hand met overlijdens en zelfs uitbraken van de pokken tot gevolg. Variolatie kon ook succesvol zijn: bewijs daarvan werd bijvoorbeeld geleverd door een ambachtelijk opgeleide arts op de Shetland eilanden, genaamd Johnnie Notions. Soms echter was variolatie geldmakerij omgeven met onzinnige ‘behandelingen’ door dure, theatraal en geheimzinnig doende artsen en kwakzalvers.
Virusvrij
Aanvankelijk ondervond Jenners aanpak weerstand: angsten en belachelijkmakerij speelden op vanwege de oorspronkelijk dierlijke afkomst van de smetstof. Star conservatisme werd met religieuze gelegenheidsargumenten onderbouwd en gevestigde financiële belangen en machtsverhoudingen lagen dwars. Drie decennia na Jenners wetenschappelijke werk werd in Engeland variolatie verboden en was de koepokenting standaardprocedure ter bescherming van kinderen. De koepok-enting vond toepassing over de hele wereld en heeft in 200 jaar ertoe geleid dat de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) de wereld pokkenvirusvrij heeft verklaard. In de tweede helft van de 20ste eeuw verviel zelfs de koepokkenvaccinatie.
Herbesmetting
Er wordt verondersteld dat Jenner door mededelingen van de arts Petrus Camper (achtereenvolgens hoogleraar te Franeker, Amsterdam en Groningen) aan The Royal Society op de hoogte geweest is van de waarnemingen aangaande runderpest door de Groningse veehouder en politicus Geert Reinders (1737-1815), tevens initiator van coöperatieve verzekeringen. Reinders beschreef in een brief aan Stadhouder Willem V, gedateerd 6 december 1774, de tijdelijke bescherming van kalveren tegen runderpest vanaf de geboorte uit een van runderpest genezen koe (nu passieve maternale immuniteit). Ook noemde hij de verlengde bescherming van deze kalveren door herbesmetting met runderpestsmetstof in de periode dat er nog moederlijke bescherming is, en herhaalde herbesmettingen voor behoud van de bescherming (nu boostervaccinatie). Geert Reinders is naamgever van een straat in Groningen en Petrus Camper van de Camperstraat bij het OLVG.
Monument
Vergeleken met alle bovenstaande informatie is de Jennerstraat maar kort. Nu door naar het ruim opgezette Robert Kochplantsoen. Aan de zuidzijde ligt de in laat 19e-eeuwse stijl gebouwde ingang van de Nieuwe Ooster Begraafplaats, die in 1894 opende. Aan de noordzijde van het plantsoen bevindt zich aan de van ‘t Hofflaan (tot de hernoeming door Amsterdam heette deze Koninginnelaan) de in ‘modernistische’ stijl gebouwde Koningskerk met smalle losstaande toren. Deze kerk stamt uit 1956 en wordt gebruikt door de Evangelische Broedergemeente, de Hernhutters, waarvan veel leden Surinaamse wortels hebben. Het kerkgebouw heeft de status van gemeentelijk monument mede vanwege de prachtige, het interieur bepalende glas-in-beton-wanden en een baksteensculptuur aan de gevel. Het ontwerp van de glas in betonwanden is van de kunstenaar Berend Hendriks en uitgevoerd door atelier Loontjes.
TBC-vaccinatie
Robert Koch (1843-1910) was een Duitse arts en Nobelprijswinnaar fysiologie en geneeskunde. Met behulp van kweektechnieken en microscopie – zijn eerste microscoop was een verjaarscadeau van zijn echtgenote toen hij 29 werd – wist hij de bacteriële verwekkers van enkele gevreesde infectieziekten te identificeren. Zijn werk heeft de bestrijding van deze infectieziekten enorm verbeterd. In 1905 werd hem de Nobelprijs toegekend voor zijn ontdekking, al in 1882, van de bacterie die tuberculose veroorzaakt (Mucobacterium Tuberculosis). Hij ontdekte ook de miltvuurbacterie in 1877 en de cholerabacterie in 1883. Koch was een beroemdheid in zijn tijd en gaf wereldwijd advies over infectieziektebestrijding en geldt als een illustere voorganger van infectieziektebestrijders van dit moment. Koch was hoogleraar hygiëne te Berlijn en gaf leiding aan het instituut dat nu zijn naam draagt, het Robert Koch-Institut, de Duitse evenknie van het RIVM. De Fransen Calmette en Guerin ontwikkelden rond 1920 de TBC-vaccinatie met BCG, de verzwakte ziekteverwekker Bacillus-Calmette-Guerin.
Geen leven uit dode materie
Vanaf het Robert Kochplantsoen langs de Koningskerk bevindt zich de kruising met de Pasteurstraat. Hier is de afgelopen periode uitgebreid vervangende nieuwbouw gepleegd met behoud van de kenmerkende stijl van de naoorlogse noodwoningbouw die de wijknaam Jeruzalem opgeroepen heeft. Aan de overzijde van de straat staat een rijtje typisch jaren ‘50 eengezinshuizen. Louis Pasteur (1822-1895) was geen arts maar chemicus/bioloog. Hij was als microbioloog overtuigd van het bestaan van micro-organismen als levende veroorzakers van ziekten. Ondanks dat kennis over virussen van na zijn tijd is, ontwikkelde Pasteur een vaccin tegen hondsdolheid. Vaccins tegen miltvuur en varkensvlekziekte met bacteriële verwekkers staan ook op zijn naam. Hij wees pertinent af dat leven uit dood materiaal kan ontstaan. Hij was evenals Jenner en Koch bij leven een beroemdheid en zijn naam leeft voort in het Franse Institut-Pasteur voor vaccinproductie.
De term ‘vaccin’ voor alle soorten inentingen is het eerst door Pasteur gebruikt. Hij leidde het af van Jenners keuze ‘vaccinolatie’ – tegenover de oude variolatie – voor zijn koepokenting, Het Latijnse ‘vacca’, koe, vormt de oorsprong van de term vaccin; dat maakt niet angstig.
Robert van Andel
Geef een reactie