Bron: Gemeente Amsterdam
De bestrijding van de eikenprocessierups is weer begonnen. U weet wel, dat beestje dat haren verliest die je niet met het blote oog kunt zien, maar waar je enorme jeuk en uitslag van kunt krijgen. Dat is het rottige. De rupsen zijn uit hun eitjes gekropen en dus is het tijd voor actie!
We bestrijden de rups met natuurlijke middelen. Toch is het goed om (met uw huisdieren) uit de buurt te blijven van de eikenbomen als wij er bezig zijn, tot 2 uur daarna. De straal waarmee we de bomen besproeien, is namelijk krachtig.
Eitjes komen uit als blaadjes groeien
Vanaf het moment dat de bladeren van de eiken gaan groeien, komen ook de eitjes uit. In gebieden waarvan we weten dat er zich veel van die rakkers ophouden, besproeien we de eikenbomen deze maand met nematoden. Dat zijn kleine aaltjes die de rupsen te lijf gaan, waardoor die doodgaan.
’s Avonds op pad met de aaltjes
We zorgen ervoor dat de nematoden de rupsen deze maand 2 keer aanvallen, altijd tussen 20.00 en 6.00 uur. Overdag lukt dat niet, omdat de aaltjes gewoonlijk onder de grond leven en geen zonlicht verdragen. Eikenbomen in woonwijken behandelen we zoveel mogelijk vóór middernacht, zodat u niet wakker wordt van ons gedoe bij de bomen.
Daarna: bacteriën
Eerst besproeien we eikenbomen met de aaltjes. Als de rupsen voor de 2e en 3e keer vervellen en de blaadjes van de bomen groter worden, is het tijd voor de aanval met een biologisch bacteriepreparaat. Rupsen die daarvan eten, gaan dood.
Nesten wegzuigen
Tijdens de laatste ronde – eind mei, begin juni – halen we de nesten weg, precies op het moment dat de rupsen brandharen ontwikkelen. We doen dat met een soort grote stofzuiger of met de hand. Hier gaan we mee door tot alle nesten verdwenen zijn, ook als de rupsen vlinders zijn geworden. Dat is belangrijk, omdat lege nesten met achtergebleven brandharen tot wel 8 jaar voor jeuk en allergie kunnen zorgen. Plekken waarvan we weten dat er veel nesten zijn, en waar veel mensen rondlopen, zijn als eerste aan de beurt.
Vallen
Het is nog een heel karwei om de rups te bestrijden: vanaf half juli hangen we feromoonvallen op. Daar zit een lokstof in waar mannelijke eikenprocessievlinders op afkomen.
Voorzichtig met andere vlinders
Nog even over de nematoden, de aaltjes. Ze leven dus van nature in de grond en dringen alleen zachte insectenlijven binnen, zoals rupsen. Omdat we zoveel mogelijk andere vlindersoorten willen beschermen, raadplegen we ieder jaar de Vlinderstichting. Zij vertellen ons waar beschermde vlinders (spuiten verboden) en bedreigde vlindersoorten (spuiten alleen na zorgvuldige afweging) leven. Daarnaast spraken we met beheerders van vlindertuinen. Het blijkt dat vlindersoorten als de eikenpage, eikenbladrollers en voorjaarsspanners – u kent ze wel – ook op sommige eikenbomen leven, zoals in het Amsterdamse Bos. Ook daar spuiten we zo min mogelijk.
Natuurlijke bestrijding
We willen in 5 jaar tijd de preventieve bestrijding met de helft verminderen, door het natuurlijk aan te pakken. Dit jaar halen we de eerste 11 procent. We richten de stad in met ruimte voor zoveel mogelijk plant- en diersoorten én natuurlijke vijanden. Zo hangen we nestkasten voor rupsenverschalkers op, zoals vogels en vleermuizen. Rond de eiken planten we speciaal groen voor insecten die dol zijn op de rupsen.
Geef een reactie