Bron: #Dwars door de buurt – editie 223
Het TapasTheater bestond in augustus drie jaar. ‘We hebben het gevierd met gratis bubbels voor onze gasten,’ zegt directeur Tessa Harmsen. ‘Juist omdat we van die drie jaar negen maanden helemaal dicht zijn geweest. We willen met een positief gevoel het nieuwe seizoen ingaan.
Een deel van de tijd was alleen het theater open, zonder tapas: ‘Het was fijn dat dat nog kon, maar daardoor ging ons concept wel verloren.’
Onbenut talent
Het bijzondere van TapasTheater is de combinatie van theater en foodbar. Harmsen: ‘Mensen gaan graag naar het theater, maar het levert ook stress op. Wat doe je met eten? Bij TapasTheater kan het allebei. Dat is het voordeel voor de gasten. Daarnaast denken we aan de artiesten. Veel talent blijft onbenut doordat pas afgestudeerde podiumkunstenaars niet weten hoe ze hun product moeten verkopen. Bijna niemand komt meteen bij een gezelschap, dus de meesten worden freelancer. In TapasTheater geven we jong talent de kans om door te groeien. We vormen een schakel tussen opleiding en theaters, een soort springplank.’
Het begrip ‘jong talent’ hoeven we overigens niet altijd letterlijk te nemen. Harmsen: ‘Soms gaat het om mensen die al veel gepresteerd hebben, maar nieuw zijn op het gebied van theater maken. Zoals Alfred van den Heuvel, onder meer bekend van het televisieprogramma Kinderen geen bezwaar. Hij heeft veel stukken van anderen gespeeld, maar heeft nu zelf een stuk geschreven, dat hij ook speelt in TapasTheater.’
Auditie
Eén keer per kwartaal is er auditie. ‘We krijgen meestal vijftig tot zestig aanmeldingen en nodigen zo’n 25 mensen uit. Als we mensen afwijzen, is dat lang niet altijd omdat ze niet goed zijn, maar omdat we variatie willen aanbrengen. Het liefst programmeren we drie volledig verschillende voorstellingen.’
De voorstellingen in het TapasTheater duren twintig minuten. Er zijn drie voorstellingen per avond, die elk driemaal gespeeld worden. In coronatijd moet het publiek reserveren, maar normaal kunnen mensen op elk tijdstip binnenlopen. Ze kunnen dan kiezen hoeveel voorstellingen ze willen zien en of ze tussendoor iets willen eten. Momenteel zijn er bij elke voorstelling maximaal acht toeschouwers aanwezig, in gewone omstandigheden is dat in de twee kleine zaaltjes tien tot twaalf en in de grote zaal veertien tot zestien. Harmsen: ‘Het mooie is dat artiesten hier in twee weken tijd dertig voorstellingen spelen. Zo leren ze gaandeweg hoe ze het publiek kunnen bespelen.’
Vrouwelijke Casanova
In oktober staan er weer drie voorstellingen op het programma. Alfred van den Heuvel schreef een toneelstuk over de Nederlandse domineesdochter Maria Versfelt, bijgenaamd ‘de vrouwelijke Casanova’. Tijdens de Franse overheersing eind achttiende eeuw kreeg ze een relatie met een generaal uit het leger van Napoleon. Ze trok mee met het Franse leger en zocht steeds een man uit die haar een hogere status kon bezorgen. Uiteindelijk heeft ze naar verluidt zelfs iets met Napoleon gehad. Actrice Iris Lind speelt Maria, en Van den Heuvel speelt alle mannenrollen.
Ook is er een echte klucht. Loek van den Wijngaard speelt een getrouwde zoon, die een date heeft met iemand anders dan zijn partner. Dan komt zijn moeder op bezoek, gespeeld door Ellen Röhrman. Het stuk wordt geregisseerd door Gerardjan Rijnders, de voormalige artistiek leider van Toneelgroep Amsterdam. Harmsen: ‘Ook in dit geval gaat het om mensen met ervaring en een gevestigde naam die hier hun plek vinden, maar in een iets andere rol dan we van hen gewend zijn.’
Maar, benadrukt Harmsen, het TapasTheater blijft een springplank voor écht jong talent, zoals blijkt uit de voorstelling van Frédérique Arnold: ‘Haar vader maakte in de jaren negentig deel uit van de VN-vredesmacht in Srebrenica. Ze dacht eerst dat hij een held was, maar dat bleek anders te liggen, dus nu maakt ze een voorstelling over de vraag ‘Wat is een held?’ We verwachten daar veel van.’
Hilde Pach
Geef een reactie