Bron: #Dwars door de buurt – editie 234
Zelf bier brouwen? Makkelijker dan je denkt, zegt Erwin Matzen, al tien jaar expert in ‘zelf bier brouwen’. Een groepje leergierige redactieleden van Dwars ging in Betondorp op bezoek bij Erwin voor tekst, uitleg en, vooral… proeven.
Erwin Matzen ontvangt ons hartelijk in zijn woning in Betondorp, een aantal zelfgebrouwen biertjes heeft hij al koud voor ons neergezet op de grote eettafel in de achterkamer. Bruine flesjes zijn het, sommige zelfs voorzien van een ‘Dwars’-etiket. Dit blijkt blond alcoholvrij bier, bij het openen klinkt een mooie ksss en bij het ingieten toont ze een mooie kraag. Het smaakt goed, wel wat zoet. Anderen zetten hun mond aan een ander flesje alcoholhoudend bier. Of was het nou ‘pils’? Erwin knikt, die termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar er is wél een verschil. ‘Het zit in het alcoholpercentage. Pils heeft 5, hooguit 6 procent alcohol, alles daarboven noem je bier.’
Creatief
Terwijl we tevreden onze eerste slokken blond, stout of ale wegklokken, vertelt Erwin hoe hij ‘tot het bier’ gekomen is. Tot tien jaar terug werkte hij in de verpleging, een mooi, maar zwaar vak. ‘Ik zag mezelf daar niet oud in worden…’ Op reis in Australië ontdekte hij dat Australiërs net als Hollanders dol zijn op bier, maar dat ze het ook graag zelf brouwen. En dat is praktisch in dit enorme land waar het bier lang moet reizen om van A naar B te komen. Het was niet ongebruikelijk, vertelt Erwin, dat dorstige chauffeurs tijdens zo’n lange rit alvast aan het bier begonnen dat ze moesten vervoeren. Zelf brouwen is veiliger. En leuker, voegt Erwin eraan toe. Voordeliger. Creatiever.
Want je kunt met een zelfbrouwpakket je eigen bier maken en zelf bepaalde smaakaccenten leggen (meer hop of kruiden toevoegen). En hoe leuk zou het niet zijn, bedacht Erwin tien jaar geleden, om zelf brouwen aan te leren en door te geven? Het gezellige met het nuttige verenigen. Hij was en is – voor zover hij weet – in Nederland (nog) de enige die de workshops zelfbrouwen verzorgt. Hij merkt dat het – sinds corona – populairder wordt. Het bier dat hij zelf brouwt, mag hij overigens niet verkopen vanwege licenties, de zelfbrouwpakketten en workshops wél.
Basisingrediënten
Voor het maken van bier zijn vier basisingrediënten nodig, legt Erwin uit: een graan als gerst (dat in een mouterij wordt bewerkt tot mout), een plant, hop (voor de houdbaarheid), gist en water –water is met 70% het hoofdbestanddeel. In het zelfbrouwpakket van Erwin worden de mout en de hop als een stroopsubstantie bijgeleverd. En dan nu de praktijk!
‘Willen jullie even ruimte maken’, vraagt Erwin. ‘Flesjes opzij…’ We maken de tafel leeg waar Erwin even later een witte (pvc) emmer op zet, het brouwvat. Het oogt behoorlijk zwaar. Erwin knikt, ‘al met al zo’n 15 liter’. Bovenop de deksel zit een gaatje waarop een waterslotje is bevestigd, onderaan de emmer zit een kraantje. Zelfbrouwen en is een proces dat tijd en geduld vraagt, beseffen we nu. Aangezien we in een paar uur dat we hier zijn niet het hele proces kunnen behandelen, heeft Erwin het eerste deel van het zelf bierbrouwen al een paar weken geleden verricht.
Het brouwvat heeft hij toen ontsmet en daarna gevuld met 4 liter GEKOOKT water en 1 kilo suiker. Vervolgens voegde hij de mout en de hop (stroop) toe, ‘en dan is het goed roeren geblazen. Dan komt er koud water bij. Dat zal gemiddeld zo’n 11 liter zijn, het ligt er aan wat voor soort bier je maakt.’ Pas als het brouwsel genoeg is afgekoeld (te checken met een in het pakket meegeleverde hydrometer) mag de gist erbij.
Meteen daarna moet de deksel erop, alleen door het waterslotje kun je zien of/dat de gisting ‘werkt’. De volgende dag worden er bubbels zicht- en hoorbaar. ‘Ik hoor niks nu,’ merkt een redactielid op. ‘Klopt,’ zegt Erwin. ‘Het geblub en geploep hoor je in het begin heel duidelijk, maar in de tweede week houdt dat op.’
Wachten
We zitten nu aan het einde van de tweede week na die eerste gisting. ‘De deksel kan er nú af’, zegt Erwin. Die zit goed dicht maar eenmaal geopend zien we een wat donkergekleurde watersubstantie waarin wat hopbladeren drijven. De geur is wat weeïg maar al onmiskenbaar ‘ bierig’. Dan komt Erwin bij de werking van het koolzuur die het bier zo karakteristiek fris en schuimig zal maken. Hij pakt een suikerzak en voegt wat toe aan het brouwsel dat meteen begint te schuimen en te bruisen. De smaak van het bier dringt je neusgaten binnen, het is alsof je het al kunt proeven.
Eén voor één zetten we volgens de aanwijzing van Erwin een leeg bierflesje onder het kraantje, we tappen af en sluiten af met een dop die we vastzetten met een stoere tang (vraagt een beetje oefening). Het bier dat we zonet gebotteld hebben is nog niet goed op smaak, ‘waarschuwt’ Erwin. Er zal nog zeker drie weken overheen moeten gaan voordat het is gerijpt en geklaard, dat wil zeggen goed op smaak en helder. Nog beter is het om zes weken te wachten. Enkele redactieleden kijken Erwin glazig aan. We kunnen ze het beste staand op een koele plek wegzetten, gaat Erwin verder. Zeker niet in het (zon)licht, niet in de koelkast want koelte onderbreekt de gisting.
‘Wanhopig biertje’
Wie dacht dat de bruine of groene kleur van een bierfles een marketingtruc was, heeft het mis; de kleur heeft juist een beschermende functie tegen het licht, legt Erwin uit. ‘Daarom zijn die biertjes in doorzichtige flessen ook zo slecht, en het is nog duur ook…’ (hij doelt op bier waarin het Spaanse woord voor ‘wanhopig’ is verwerkt). Bier is niet ongezond, benadrukt hij, ondanks de suiker. Het suikergehalte bepaalt het alcoholpercentage. ‘Mout is gezond, het bevat natuurlijke suikers, al zijn die suikers niet voldoende om er bier van te maken. Hop is gezond, water is niets mis mee, alleen de alcohol is niet gezond. Tenminste, als je er teveel van drinkt. Bierbuik, lever, nieren, roekeloos rijgedrag…’ somt Erwin op.
Alcoholvrij bier is dus in deze visie zelfs gezond, en je krijgt het simpelweg, vertelt hij, door de alcohol te laten verdampen. Het basisprincipe is voor alle bieren hetzelfde, de wensen van de zelfbrouwer bepalen de bijzonderheden in smaak. Zelf brouwen is niet moeilijk, al luistert het afmeten van de hoeveelheden van ingrediënten en temperatuur nauw. We weten niet of we zelf gaan brouwen, maar we zijn wel al dankbare consumenten! Erwin geeft ons allemaal ons eigen bier mee, plus nog wat extra flesjes zelfgebrouwen bier. Het zorgzame van de verpleger heeft hij ook als zelfbrouwer behouden. #
Hella de Groot
Geef een reactie