Bron: onsamsterdam.nl
Gezeten op een Arabische schimmel schreed de Franse keizer Napoleon op 9 oktober 1811 rond drie uur in de middag Amsterdam binnen. Hij kreeg de sleutels van de stad aangeboden op de Oetewalerweg (nu Linnaeustraat), even voorbij de brug over de Ringvaart, ongeveer waar tot voor kort het politiebureau gevestigd was. Daar stonden destijds twee limietpalen, die aangaven waar het rechtsgebied van Amsterdam begon. Hier had zich een menigte hoogwaardigheidsbekleders dienstwillig opgesteld om hun keizer te verwelkomen. Betaalde krachten riepen ‘Vive Napoléon!’ en meisjes strooiden bloemen.
Het bezoek van Napoleon aan Amsterdam was het hoogtepunt van zijn officiële tournee door de Hollandse Departementen die op 5 oktober was begonnen. De keizer had eerder de stad Utrecht bezocht en arriveerde via de Watergraafsmeer. Op de Oetewalerweg wapperde aan het Rechthuis bij de brug over de Ringvaart (waarin tegenwoordig een bank gevestigd is) vrolijk de Franse driekleur.
Ter hoogte van de brug zelf was een indrukwekkende triomfboog opgericht. De keizer was niet in zijn eentje gekomen. Naast zijn jonge echtgenote keizerin Marie Louise en leden van de hofhouding bevonden zich in zijn gevolg vier regimenten kurassiers, enkele tientallen detachementen grenadiers, dragonders, jagers, lansiers en andere soldaten, waaronder vooral trompetters. Het slot van de stoet moet zich tijdens de ceremonie met de sleutels ergens ver terug op de tegenwoordige Middenweg bevonden hebben: het waren een paar honderd haveloze Spaanse krijgsgevangen, die later in Den Helder bij de aanleg van vestingwerken tewerk gesteld zouden worden. Het merendeel van Napoleons cavalerie werd overigens langs een andere weg geleid, omdat men bang was dat de drassige grond ter plaatse niet berekend was op zoveel paardenvoeten.
Verregend vuurwerk
Voor Napoleon was het bezoek aan de Hollandse Departementen een persoonlijke bezegeling van hun inlijving bij Frankrijk (juli 1810). Amsterdammers en andere Hollanders moesten weten wie er de baas was. Het werd een triomfantelijke intocht die via Muiderpoort, Plantage, Blauwbrug, Botermarkt (nu Rembrandtplein) en Kalverstraat zou eindigen bij het Paleis op de Dam. De Amsterdammers was gelast de Franse vlag uit te steken, luifels, kratten en kramen langs de route waren van tevoren opgeruimd en voor de buurt rond het Paleis was een verkeerscirculatieplan opgesteld. Op verschillende punten langs de route waren triomfbogen opgericht, bruggen waren versierd en tegen de schemering werd op bruggen en gebouwen de feestelijke illuminatie ontstoken. Op het eerste gezicht was iedereen in Amsterdam op 9 oktober 1811 opgewekt en blij.
Die vrolijkheid was natuurlijk maar schijn. “Wij waren ooggetuigen van deze intocht, maar indien ons geheugen ons niet misleidt, werden die vreugdekreten grotendeels door politiebeambten en daartoe omgekochte of aangestelde lieden,” aangeheven schrijft tijdgenoot J.P. Arend later. “Het was zeker niet dat dolle geschreeuw, waardoor men, zonder gevaar, enen geest van tegenkanting aan den dag legt; maar het was ook niet dat hartelijke, ongekunsteld vreugdegejuich, dat onwillekeurig uit de borst opwelt, zooals nog geen drie jaren later bij de terugkomst des Prinsen van Oranje gehoord werd.”
Dat de stemming onder de bevolking van Amsterdam niet zo heel feestelijk was, is aannemelijk. De stad had economisch ernstig te lijden onder Napoleons Continentaal Stelsel en de gevolgen van het stilleggen van de handel overzee waren voelbaar onder alle lagen van de bevolking. Een kwart van de Amsterdammers leefde omstreeks deze tijd in liefdadige gestichten, een ander kwart werd bedeeld door stedelijke en particuliere diaconie.
In april 1811 waren er in de jodenbuurt nog ongeregeldheden uitgebroken naar aanleiding van de concriptie, de verplichte oproep van soldaten voor Napoleons leger. Het grimmige machtsvertoon tenslotte, waarmee de keizer in oktober 1811 zijn entre in de stad maakte, zal verder een schaduw geworpen hebben over de feestelijkheden. Ook het weer werkte niet mee: de illuminatie viel op de avond van 9 oktober in het water en het later in de week geprogrammeerde vuurwerk moest uitgesteld worden vanwege regen en harde wind.
Per sloep naar Pampus
Napoleon kwam ook niet in de eerste plaats om feest te vieren. Al meteen na aankomst in het Paleis op de Dam begonnen de ontvangsten van hoogwaardigheidsbekleders en als we mogen geloven wat daarover naar buiten kwam, was de toon van de keizer bars. De volgende dag maakte Napoleon een begin met de inspectie van militaire objecten in en om de stad. Hij bezocht onder andere de Marinewerf en maakte per sloep een tocht naar Pampus. Belangrijk onderdeel van het bezoek was de reis naar Den Helder en Texel die de keizer vanuit Amsterdam maakte. Hij inspecteerde er de marinewerken die daar op zijn bevel werden aangelegd.
Er werd in deze tijd ernstig rekening gehouden met een Engelse invasie en om die te af te slaan was aan de marinehaven Den Helder een cruciale rol toebedeeld. De verdediging van Amsterdam – officieel na Parijs en Rome de Derde Hoofdstad van het Franse Keizerrijk – was natuurlijk ook van levensbelang. Na terugkeer uit Den Helder zette de keizer zich in het Paleis op de Dam aan de ondertekening van een serie decreten, waarvan een aantal voor Nederland van blijvende betekenis zou zijn. Hij legde ermee de grondslag voor een belangrijk deel van ons wegennet (onder andere de weg Amsterdam-Antwerpen over Haarlem, Leiden, Den Haag, Rotterdam en Dordrecht). Tussen de bedrijven door maakte Napoleon een uitstapje naar het Czaar Peter-huisje in Zaandam, hij bezocht twee maal de toenmalige houten schouwburg op het Leidseplein, woonde een groot bal in Felix Meritis bij en keek naar het ter ere van hem afgestoken vuurwerk op de Hogesluis.
Op 24 oktober verliet Napoleon in tevreden stemming Amsterdam. Hij nam om zeven uur morgens opgewekt afscheid van het gemeentebestuur bij de Haarlemmerpoort. Zijn echtgenote Marie-Louise volgde pas enkele uren later. Van haar is bekend dat ze niet graag vroeg opstond en bovendien was een groot deel van haar hofhouding door griep geveld.
Marius van Melle & Niels Wisman
Geef een reactie