Bron: #Dwars door de buurt – editie 222
Laatst een mooie discussie gehad over het woord duurzaam. Dat het vooral duur zou zijn. Nee, niet dus. Het is nog erger: de rest is veel te goedkoop. We betalen niet de echte prijs voor ons gemakzuchtige consumentenleven. Vooral de schoonmaakkosten rekenen we niet mee, die leggen we bij anderen, ergens in de toekomst, maakt niet uit. We leven op de pof. Daardoor lijken duurzame dingen duur, maar eigenlijk is dat de reële prijs.
Nog niet zo lang geleden mochten chemiebedrijven hun giftige afvalwater gewoon op de rivier lozen. De Rijn stroomde stinkend en levenloos bij Lobith ons land binnen. Dat was een zichtbaar, aanwijsbaar probleem. Er kwamen regels en de bedrijven moesten hun afvalwater zelf reinigen. De kosten daarvoor verrekenden ze in de prijs van hun producten. Die prijs was eerst te laag (geen schoonmaak) en nu betaalt de klant dus mee aan een reële prijs. Prima, zo hoort het. Maar zo gaat het lang niet altijd.
Lekker betaalbaar
Bij mij hier op de Kamerlingh Onnes-laan liggen altijd blikjes, bakjes en servetjes langs de kant. Flesjes en peuken. Mensen gooien hoppa gewoon de resten van hun fastfood uit het autoraampje. Je kunt zeggen: laat lekker liggen, maar dat afval komt altijd ergens terecht waar je het niet wil hebben. In de oceaan; in de maag van een meeuw, in de vis, in je eigen eten. Je zou het moeten opruimen. Duurzaam schoonmaken. Circulair verwerken. Maar dat kost tijd, geld en moeite. Waarom duur en moeilijk als het makkelijk kan.
Zoals sommigen hun etensresten op straat gooien, zo laat Ben van Beurden, chef van Shell, een milieuramp in de Nigerdelta achter. ‘Not my responsibility’. Criminelen dumpen hun drugsafval in het bos. Boeren foezelen mestoverschotten zoek in hun akker of in hun administratie. En wij? Wij laten met z’n allen broeikasgassen zoals CO2 los in de atmosfeer door benzine, diesel en kerosine te verbranden. Steenkool en aardgas. Allemaal een beetje, met z’n allen veel te veel. We kijken weg, we ontkennen ons aandeel. We tanken, snuiven en bbq-en erop los omdat het zo lekker en betaalbaar is.
Verzuipen
De betekenis van het woord ‘duurzaam’ is bestendig, blijvend, standvastig, houdbaar. Het heeft niks met duur of prijzig te maken, maar met iets voortdurends. Als we het leven voor onze kinderen en kindskinderen nog een beetje leefbaar willen houden, dan zullen we de boel moeten schoonmaken en schoon houden. Stoppen met onze gewoonte om al die spulletjes te kopen die met overvolle containerschepen via het Suezkanaal en onze huizen en vuilnisbakken uiteindelijk in de vuilverbranding (of toch in zee) belanden. We produceren en consumeren zoveel rommel, dat we erin zwemmen. Verzuipen.
Het punt is: de kosten liggen ergens. Altijd. Iemand moet op een bepaald moment betalen. Je buurman, je kind, je achterkleinkind, iemand die in het Amazonegebied woont. Je kunt de vraag ontkennen, je verantwoordelijkheid negeren, maar als je durft te kijken, dan weet je dat de problemen groot zijn. Voor alle aardbewoners. En voor alle toekomstige generaties. Stel dat de Romeinen iets stoms hadden gedaan met uranium en dat wij met hun radioactieve afval zaten opgescheept. Neem die gedachte even mee naar Fukushima.
Is duurzaam duur? Nee, zeker niet op de lange termijn. Wonderlijk genoeg past hier het adagium van het kapitalistisch investeringssysteem (het groeimodel waar we zo mee worstelen): ‘de kost gaat voor de baat uit’. Als we nu grootschalig investeren in duurzaamheid, dan zouden we het veel langer kunnen uithouden. Ook in de Watergraafsmeer, toch al gauw vier meter onder de zeespiegel gelegen. We moeten inleveren en schoonmaken. Leuk is anders, maar het wordt pas duur als we zo goedkoop doorgaan. #
Peter Hoogendijk
Wat vond je van dit stukje?
Stuur me een e-mail: peter@pbhoogendijk.nl
Geef een reactie