Bron: #Dwars door de buurt – editie 240
Je mag alles zeggen maar het hóeft niet, zei zijn vader ooit tegen Theo van Gogh, de man die stond voor de ultieme vorm van vrijheid van meningsuiting en in naam daarvan niet schroomde om wie dan ook te kwetsen en te beledigen. Hij bekocht het met de dood – in de Linnaeusstraat – nu alweer zo’n 20 jaar geleden. Jaap Cohen, historicus en biograaf, schreef De bolle Gogh, ruim 600 pagina’s, en stond daarmee de afgelopen weken volop in het nieuws.
We wonen allebei in de buurt van de plaats des onheils, Jaap Cohen aan de ene kant van de Linnaeusstraat en ik aan de andere kant. Bovendien vlakbij het monument De Schreeuw in het Oosterpark, waar ik regelmatig mijn sportrondjes loop en me afvraag wie de mensen zijn die bloemen bij het beeld leggen. Die liggen daar vaak. Zelfs Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, is hier in de buurt geboren.
‘Mijn boek gaat over het leven van Theo van Gogh,’ zegt Cohen, ‘en niet over zijn dood. Daar is al veel over geschreven.’ Als ik hem thuis bezoek, is het boek net één dag uit. Hij is blij met de cover. ‘Het is geen vrolijke foto, maar hij kijkt je wel echt aan. En dat was een kwaliteit van hem. Mensen die met hem hadden gesproken zeiden: ik had het gevoel dat van de hele wereld híj me het beste kende. Hij zag me.’ En de titel? ‘Zo ondertekende hij vaak zijn brieven. En ik vond het ook wel typerend voor de zelfspot en zelfrelativering die hij altijd had – waarmee hij zichzelf buiten de groep plaatste, bedenk dat wel. Dan kan niemand anders dat meer doen.’ Samen bekijken we de foto’s in het boek en we zijn het erover eens dat het lijkt of Van Gogh wel drie levens heeft geleid. ‘En hij is uiteindelijk maar 47 geworden.’
‘Hij sliep maar vier of vijf uur per nacht, hij was altijd bezig. Op veel verschillende terreinen: films, columns, tv-shows, interviews, voortdurend ruzie maken met mensen, maar ook het onderhouden van zijn enorme netwerk: altijd bellen en brieven schrijven.’
Enig idee waar hij die drive vandaan haalde? ‘Hij wilde nooit stilstaan,’ zegt Cohen, ’hij was heel bang voor de ‘motregen’. Motregen was voor hem stilstand, depressie. Zijn scripts of scenario’s dacht hij bijvoorbeeld niet helemaal uit. Hij wilde zo snel mogelijk naar de set. Hij wilde gáán, om maar bezig te blijven. Volgens mij was hij heel bang voor de verveling. En bang om niets bijzonders te wezen.’
Waarom de keuze voor Theo? ‘Ik ben opgegroeid in de jaren 90, hij was toen al alom aanwezig in de media, altijd spannend, nooit saai, fascinerend.’ Cohen vertelt hoe hij geboeid naar de prettige gesprekken keek – ‘het ging ergens over, hij prikkelde de gasten met dilemma’s’ – en tegelijkertijd verbijsterd was over de columns die Van Gogh schreef in de Metro waarin hij mensen probeerde te raken in hun ziel, echt probeerde te kwetsen. ‘Ik was gefascineerd door zijn persoonlijkheid. Hoe kun je zo worden? Zijn familieachtergrond is natuurlijk heel interessant. En ook dat ie zich gedurende zijn hele carrière constant gemengd heeft in het maatschappelijk debat. Vanaf de helft van de jaren 80, het moment dat ie columns begon te schrijven is hij heel prominent aanwezig geweest. Je kunt aan de hand van zo iemand een beeld schetsen van Nederland in die jaren en van de culturele wereld.’
Zeven jaar is Jaap Cohen bezig geweest met het boek, hij heeft 20 verhuisdozen doorzocht – persoonlijke notities, brieven, agenda’s die waren opgeslagen in het Instituut voor Sociale Geschiedenis – en hij heeft meer dan 150 mensen gesproken. Had hij er nooit genoeg van? ‘Nee, ik vond het fantastisch omdat ik steeds weer nieuwe lagen van zijn persoonlijkheid tegenkwam, me steeds weer in nieuwe periodes kon verdiepen en steeds weer interessante mensen sprak. Het bleef spannend.’ Wilde iedereen hem wel te woord staan? ‘Nee niet iedereen. Sonja Barend en Leon de Winter bijvoorbeeld niet. Die willen hem het liefst helemaal vergeten. Theo had hen echt uitgekozen als vijand en hen jarenlang bestookt met grofheden, net als zoveel andere mensen. Dat heeft een enorme impact op die levens gehad. Thom Hoffman, aanvankelijk een goede vriend en later een van zijn grootste vijanden, wilde wel. Sommige mensen met wie ik sprak zeiden dat ze niets meer van hem hadden, maar kwamen uiteindelijk toch met een stapeltje brieven aanzetten.’
Heb jij een verklaring voor het feit dat hij zo op zoek ging naar vijanden? ‘Volgens mij komt het allemaal voort uit het zoeken naar contact. Heb je het motto van mijn boek gelezen? ‘Men wil bemind worden, bij gebrek daaraan bewonderd, bij gebrek daaraan gevreesd, bij gebrek daaraan verafschuwd en veracht. De ziel huivert voor de leegte en wil tot iedere prijs contact.’ Het gaat over een vorm van eenzaamheid – en ruzie is een heel intense vorm van contact. Hij wist ook precies op welke pijnpunten hij kon drukken, vooral bij individuen, maar ook bij thema’s in de samenleving. De Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld, hij wist: als ik daarover schrijf, krijg ik sowieso aandacht.’
Waren er dingen die je verrasten over Theo? ‘Ja, zijn brieven, Theo was een geweldige brievenschrijver. Ze zijn prachtig, niet alleen qua taalgebruik, maar ze gaan echt ergens over. Het lijkt wel alsof dat in de familie zit – gezien die wereldberoemde correspondentie tussen Vincent van Gogh en diens broer Theo. Hij had altijd een pantser voor, maar in die brieven vertrouwt ie veel van zijn binnenste toe aan het papier.’ Sommige vrouwen kende Cohen: Olga Zuiderhoek, Connie Palmen, maar andere waren hem volledig onbekend, bijvoorbeeld de twee vrouwen die Theo had ontmoet in het park Frankendael bij het uitlaten van de hond. ‘Hij ontdekte: hier zit iets gemeenschappelijks. En toen zijn ze een correspondentie begonnen over moeders. Dat hebben ze drie jaar lang volgehouden. Hij schrijft dan de meest persoonlijke dingen aan twee vrouwen die hij nauwelijks kent, die hij twee keer gesproken heeft.’
Wat is de betekenis van Theo? Wat zal er van zijn werk, zijn films, zijn interviews, beklijven? Cohen: ‘Hij zal altijd in een adem genoemd worden met de vrijheid van meningsuiting. Iedereen is gelijk, iedereen mag iedereen beledigen, je moet alles kunnen zeggen tegen iedereen, en als het je niet bevalt zeg je wat terug. En wat zal beklijven is dat hij een van de beste tv-interviewers is geweest in Nederland, in ieder geval van zijn generatie. En natuurlijk de manier waarop hij zich gemengd heeft in het debat over de islam.’
Cohen heeft genoten van het schrijven van zijn boek. Hij is er trots op, vindt het haast jammer dat het af is. Op naar een nieuwe biografie? ‘Jazeker! Als de Dwarslezers een idee hebben, graag!’ Hij lacht. ‘Binnenkort komt er nog een baby, dus voorlopig ga ik die een beetje knuffelen.’ #
Anita Boelsums
Geef een reactie