1937 – 1938
Tekst: Jo Haen – van Langen
De prins liep een zware hersenschudding, schedelbasisfractuur, gezichtswonden en een paar gebroken ribben op.
Op 29 november 1937 werd prins Bernhard in het Burgerziekenhuis opgenomen nadat hij bij Diemen in zijn Ford Cabriolet met 160 km. per uur was ingereden op een zandauto. De chauffeur daarvan werd aanvankelijk gedwongen de schuld op zich te nemen maar dit werd gelukkig snel rechtgezet. De chauffeur kreeg terecht schadevergoeding. De prins liep een zware hersenschudding, schedelbasisfractuur, gezichtswonden en een paar gebroken ribben op. De hoogzwangere Juliana en koningin Wilhelmina namen onmiddellijk hun intrek in het ziekenhuis: een dikke maand werd van hieruit Nederland geregeerd.
Eduard de Baat heeft het ongeluk zien gebeuren. Op die bewuste dag stond hij, samen met een paar collega’s, met drie geladen wagens op de Muiderstraatweg in Diemen te wachten tot ze konden oversteken. Dirk Sweeres stak als eerste over maar plotseling kwam er een auto met zo’n grote snelheid aangereden dat hij achter op de zandwagen vloog.
Iedereen rende op het ongeluk af. De bestuurder en de man ernaast werden met moeite uit de wagen gehaald. Snel werd er iemand om een dokter en de marechausee gestuurd. Intussen was het kenteken herkend, L 33500, de auto van prins Bernhard.
De vader van Eduard gooide nog zand op de auto omdat de blauwe walm al uit de auto sloeg. Ze kregen de schade aan de zandwagen binnen een week betaald. De slachtoffers werden naar het Burgerziekenhuis vervoerd waar ze ruim een maand zouden verblijven.
In het boek “Eenzaam maar niet alleen” van Koningin Wilhelmina wordt als oorzaak van het ongeluk een dronken chauffeur genoemd. Een journalist van De Telegraaf vroeg de bestuurder van de zandauto, Dirk, of dit klopte. Hij ontkende en beriep zich op het rapport van de marechaussee. De journalist vond dat Dirk gerehabiliteerd moest worden.
Ook Prins Bernhard werd hierover benaderd. Hij vond ook dat dit rechtgezet moest worden. Dat viel nog niet mee want het destijds opgemaakte rapport kwam niet boven water. Een marechaussee had echter wel een duplicaat van het rapport en daardoor kwam de waarheid toch aan het licht en werd Dirk Sweeres door de prins gerehabiliteerd.
Willem Wever zegt
Willem Wever Volgens de overlevering lag hij in die zaal aan de voorkant met dat balkon. Legendarisch
Ron zegt
De beroemdste patiënt van het Burgerziekenhuis
Het verslag uit het boek “Een periode uit het leven van Eduard Cornelis de Baat” dat een eerbetoon is aan alles wat hij heeft meegemaakt.
11 juli 1919 – Eduard Cornelis de Baat – 6 februari 1985
Op een morgen om 7 à 7.30 uur was het nog erg donker. We stonden met drie geladen wagens te wachten tot de wachtsman het sein gaf, dat we konden oversteken. Dirk, Teun en ik. We zagen alle vier, heel in de verte, op de Merwedebrug lichten aankomen. In de ervaring die we hadden, kon je dan nog makkelijk oversteken. Als je dan al in je vierde versnelling zat, kwamen de auto’s je voorbij snorren. Maar deze keer !?
Dirk kreeg het sein om over te steken, is al aan de rechterkant van de weg, en is al in de derde versnelling geschakeld, dat hoor je en zie je. Die lichten zie je met grote snelheid aankomen, die auto maakt geen passeerbeweging, en Beng !!! achter op de zandwagen. Door de grote schok valt er zand op de motorkap die helemaal opgekruld is. Nog hun behoud geweest, denk ik.
M’n vader en H.Lust waren die morgen ook al vroeg op het werk. Wij allen rennen op het ongeluk af, met pikhouweel en sloopijzers. De man die naast de bestuurder zat kregen we vrij gemakkelijk eruit. Hij zat met z’n knieën bekneld onder het dashbord en met z’n kop tegen de voorruit. De bestuurder had het stuur op z’n schoot. Het verwrongen portier hebben we opengekregen en de bestuurder met z’n passagier in de berm gelegd. De wachtsman met z’n rode licht en vlag ernaast gezet. Een van de vrachtwagens werd om een dokter gestuurd en een ander, die toch langs de Kruislaan moest, ging de marechaussee waarschuwen. Intussen had Teun het kenteken herkend, L 33500, als de auto van Prins Bernhard. We gaan kijken, en ja hoor, het was een extra schok. Het was ineens een bijzonder mens als slachtoffer. De spoorwegman die er vlakbij woonde en naar het ongeluk kwam kijken, haalde toen dekens en kussens van huis. Dr.Balfoort was direct met de vrachtwagen meegegaan en zat zich onder het rijden door nog aan te kleden. Toen na enkele minuten de marechaussee ook was gearriveerd, lag het hele werk stil. Het was afgezet door de marechaussee. En daar stonden we dan, omringd door de politie, als de moordenaars van het Koninklijk Huis.
De Prins en z’n medepassagier werden naar het Burgerziekenhuis vervoerd. Voor de duur van het werk werd de marechaussee ingezet. Scheelde ons weer een wachtsman. Na een klein uur kwam de eerste minister Slotenmaker de Bruine met een hoge Piet van de marechaussee even kijken hoe het ongeluk kon gebeuren. We hoorden ze zeggen: “Je weet hoe hij is, veel te hard rijden, een afgehapt krentebroodje in z’n zak, de radio hard aan, en te laat voor een afspraak om te jagen. Hij zou samen met Hofjager v.d.Spek gaan jagen.
Vader en Lust hoorden dat hen zeggen, gaan erop af en zeggen: “Juist, mijne Heren, zo is het precies niet onze schuld, maar van hem. Hij heeft niets gezien, zelfs niet geprobeerd om uit te wijken, geen remsporen, niets. En dit alles onder getuigen van ons allen die hier staan. We gaan weer rijden, en jullie regelen het verkeer maar verder. Kom op jongens, in de wagens en rijden”!
Niemand hield ons tegen. Nu stonden de marechaussees het verkeer te regelen en wel zo, dat wij als vrachtwagens voorrang hadden. Dat was even goed. Konden we de verloren uurtjes weer inhalen. Eigenlijk is m’n vader nog de redder van Prins Bernhard en v.d.Spek geweest. De blauwe walm sloeg al uit de auto, toen m’n vader er nog zand op gooide, anders had hij nog in de fik gevlogen. Maar kort en goed, binnen een week werd de schade die wij hadden, betaald. Het werk ging in z’n oude ritme verder. En de boer, hij ploegde voort.
25 Jaar lager kwam het boek uit dat Koningin Wilhelmina geschreven heeft. “Eenzaam maar niet alleen”. Daar komt ook de beschrijving in voor van het ongeluk van haar schoonzoon Prins Bernhard. Daarin wordt genoemd de oorzaak, een dronken chauffeur. Een van de journalisten van de Telegraaf ziet er brood in om uit te zoeken wie die chauffeur geweest is. Het was Dirk. De journalist vroeg of het waar was, dat hij op de vroege morgen al dronken was. Dirk stoof op en beriep zich op het indertijd opgemaakte rapport van de marechaussee. De journalist vond dat Dirk dan moest gerehabiliteerd worden. Dirk zelf vond dat niet nodig en zei: ‘Wat heb ik aan al die soesa, het kost alleen maar tijd en je eigen geld”. Nee, dat zou de Telegraaf wel betalen, als Dirk maar z’n medewerking verleende.
Zo gebeurde het dat Prins Bernhard werd benaderd over de verkeerde indruk die het boek had gegeven, over die chauffeur van de bewuste vrachtwagen. Zulke dingen hoorden rechtgezet te worden. Dit vond de Prins ook. Maar het indertijd gemaakte rapport kwam niet boven water. De districtscommandant verwachtte grote moeilijkheden met de Prins ook voor hemzelf. Zo bezocht hij ons kantoor en stelde zich voor als de toen in functie zijnde marechaussee. Hij verstond de kunst om ons aan het praten te krijgen, over alles wat we nog wisten van dat ongeluk. Hij vond het erg interessant wat wij hem vertelden. Hij had van alle rapporten die hij belangrijk vond, duplo’s gemaakt voor zichzelf. Als het originele rapport niet boven water komt, zal ik zeker ter verantwoording worden geroepen. Nu heb ik mijn duplo’s nog en nog bestaande getuigen ook.
Zo werden we 25 jaar na het ongeluk er nog mee geconfronteerd. Dirk Sweeres is door de Prins gerehabiliteerd.
Zo is er van ieder werk wel wat te vertellen over wat ikzelf heb beleefd.
Prinses Juliana was in verwachting van de eerste baby, toen Prins Bernhard in het ziekenhuis lag. De eerste week hebben zij en Koningin Wilhelmina in het Burgerziekenhuis gewoond. De Prins herstelde voorspoedig.
Ron zegt
De eerste vlek op Bernhards blazoen
Bron: Het Parool 24 december 2012