Bron: #Dwars door de buurt – editie 224
Keti Koti: de ketens zijn verbroken, de slavernij is voorbij. Maar de sporen zijn nog niet verdwenen. De omgang met die sporen bespreekbaar maken bij alle nazaten – zowel witte als zwarte – dat is de missie van Mercedes Zandwijken. Sinds kort woont ze in Zaandam, maar in haar hart is ze nog steeds een echt Oost-meisje, zoals ze zelf zegt.
Veertien jaar geleden begon Mercedes Zandwijken met de Keti Koti Tafels: bijeenkomsten waarbij de vrijheid wordt gevierd, de Nederlandse slavernij wordt herdacht en waarbij vooral persoonlijke gesprekken – één op één – plaats vinden tussen mensen met verschillende huidskleur. De deelnemers zitten aan lange tafels tegenover elkaar en eten gezamenlijk een maaltijd. Die bestaat uit voedsel dat werd gegeten door voormalig tot slaaf gemaakten. Symbolische handelingen, treur- en vrijheidsliederen en rituelen structureren het samenzijn.
Onderscheiding
De Keti Koti Tafel is inmiddels een begrip geworden. De eerste tafel was in een Surinaams café in de Pijp met zo’n dertig geïnteresseerden. Dit netwerk groeide uit tot een landelijk fenomeen. Zandwijken organiseerde talloze tafels, samen met haar man – filosoof Machiel Keestra – en zoon Elias Simonse, systeemtherapeut. Maar ook met meer dan 150 samenwerkingspartners waaronder musea, gemeentes, bibliotheken, onderwijsinstellingen en andere organisaties in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten. Tot nu toe hebben er meer dan 15.000 mensen aan deelgenomen. Ze ontving dit jaar mede daarvoor de koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Micro-agressie
Een van de tafels, het dialoogontbijt, vindt jaarlijks plaats op 1 juli in de Muiderkerk aan de Linnaeusstraat. Dit jaar ging dat niet vanwege corona en bekostigde het stadsdeel speciale d dialoogtassen. Daarin zaten alle ingrediënten die je thuis nodig hebt voor het bijzondere gesprek: pindasoep, boyo cake, een handleiding, bitterhout en de kokosolie die gebruikt wordt voor het rituele wegwrijven van de pijn aan de polsen – pijn uit het verleden en de naweeën in het heden. Mercedes: ‘De uitwisseling van gevoelens van persoonlijke ervaringen staat altijd voorop. Mensen zijn vaak zo onder de indruk van alles wat ze gehoord hebben dat ze zich na afloop verbonden voelen met elkaar. Witte mensen hebben vaak geen idee hoe micro-agressie elke dag opnieuw levens van zwarte mensen beïnvloedt. Bij mij ook, uiteraard. Al is het alleen maar dat iemand tegen je zegt als je net even verkeerd in een rij staat: hier in Nederland wachten we op onze beurt, hoor.’
Rolschaatsen
Mercedes Zandwijken werd geboren in de Pijp. Haar ouders kwamen dat jaar, 1957, net uit Suriname en betrokken een etage met een grote zolder. Daar sliepen alle jongens. Vader was kantoorbediende, moeder typiste. ‘We vingen veel nieuwkomers uit Suriname op, ooms, tantes, neefjes, nichtjes. Het was de zoete inval bij ons, heel gezellig.’ Ze las ‘Alleen op de wereld’ en ‘De olijke tweeling’ en hield van rolschaatsen. ‘Ik herinner me hoe we achter de karren hingen van de marktkoopmannen van de Albert Cuyp als die hun spullen opruimden. Op zondag mochten we soms fietsen huren en dan reden we rondjes door de straten.’ Later verhuisde het gezin naar de Van Musschenbroekstraat en blééf het Oost, uitgezonderd de tien jaar die Zandwijken samen met haar gezin in het buitenland doorbracht.
Denktanks
Haar activistische en vernieuwende loopbaan begon ze in de jaren tachtig met het oprichten van Surinaamse praatgroepen voor meisjes. ‘Zitten in een kring en praten, reflecteren en met compassie luisteren naar het verhaal van de ander, dat is echt mijn ding.’ Met de Denktanks Sociale Cohesie bracht zij succesvolle wijkbewoners bij elkaar en ondersteunde zij hen in het ontwikkelen van innovatieve projecten ter bevordering van de sociale cohesie en ter ondersteuning van minder succesvolle bewoners die wel een steuntje in de rug kunnen gebruiken bij het vinden van bijvoorbeeld een stageplaats of een nieuw netwerk. Zandwijken noemt zichzelf ook wel ‘samenlevingstherapeut’.
Mijn dorp
‘Eigenlijk ben ik geworden wie ik ben door een onderwijzer die ik op mijn lagere school had – en helaas heb ik een aantal jaar les van hem gehad. Ik mocht nooit de plantjes water geven, nooit het bord schoonmaken, stond vaak op de gang. Ik werd veel buitengesloten. Dat deed heel wat met me. Zo onrechtvaardig. Ik had toen niet in de gaten dat dat discriminatie was, pas later, toen ik hoorde dat meer gekleurde zusters dat ook hadden meegemaakt, drong dat tot me door.’
Sinds kort woont ze weliswaar in een mooie bungalow in Zaandam, maar Oost zit in haar hart. ‘Als ik aan Oost denk, zie ik het Krugerplein voor me en alle ontmoetingen die ik daar had met mensen uit mijn ‘dorp’.’ Toen ze een paar maanden geleden geridderd werd, kreeg ze een filmpje toegestuurd van haar oude medebewoners uit de Kraaipanstraat. ‘Ze hadden een eigen orkest samengesteld en gaven een concertje voor mij. Zo mooi.’
Gitaarles
Je zou het haar niet geven maar Zandwijken is inmiddels ruim in de 60 en bezig met het landelijk overdragen van de Keti Koti tafels aan Keti Koti dialoog communities. Maar de plannen blijven. Een grote wens is om ooit de Amerikaanse ambassadeur aan tafel te hebben. ‘Want ik wil naar Amerika met de tafels. We zijn er al geweest, hoor, en er is over gepubliceerd, maar ik wil echt dat dit fenomeen in Amerika landt!’
Waarom dan toch overdragen? Mercedes: ‘Er is een enorme vraag, heel veel instellingen, organisaties, bedrijven willen aan de slag met Keti Koti. Het wordt te veel voor ons drieën. Bovendien wil ik met pensioen.’ Pensioen, jij? ‘Ja ik heb me vanaf mijn twintigste altijd ingezet voor gemarginaliseerde groepen… meisjes in de Bijlmer, de Anti-Apartheidsbeweging, sloppenwijken in Nairobi, denktanks in Amsterdam, Keti Koti. Ik wil nu ook wel ‘s macrameeën en gitaarles nemen en met mijn kleinkinderen in de herfstvakantie door de bossen lopen!’
Wat is je droom?
‘Het is mijn droom dat op het 1 juli heel gewoon is om te denken: Ooo… het is al 1 juli, ik moet nog een Keti Koti dialooggesprek hebben vandaag met iemand, gauw doen! Dat dit soort gesprekken niet meer door onze stichting hoeft te worden georganiseerd, maar net zo vanzelfsprekend is als de twee minuten stilte op 4 mei dat zijn.’ #
Anita Boelsums
Geef een reactie