Bron: #Dwars door de buurt – editie 208
Een jaar of vier was ik en had nog steeds geen broertje of zusje, wat ik wel graag wilde. Mijn grote oom en vriend zei dat we een kikker aan de deurkruk moesten hangen, want dan kwam de ooievaar. Als die de kikker opat, zou ik een broertje of zusje krijgen. Aan een touw om de achterpoot werd dus een levende kikker opgehangen aan de klink. Ik vond het vreselijk, maar wilde wel graag een broertje of zusje. De volgende ochtend haalde ome Job me op en liet me het touwtje zien: weg was de kikker. “Nu ga je vast een broertje krijgen.”
Ridderzaal
Het kwam er niet van en daarna kwamen de ooievaars ook niet meer terug op dat nest bij ons huis. Dat was een gevolg door het gebruik van het landbouwgif DDT, waarmee de velden werden bespoten en jaren later werd die stof ook in menselijk moedermelk aangetroffen. De vogels werden door het eten van met gif besproeide sprinkhanen, krekels, kikkers, mollen, muizen, jonge vogels en aas onvruchtbaar of ze zakten bij het broeden door hun eieren omdat de kalkschaal te dun bleef, door ophoping van gif. In de zestiger jaren was de ooievaar bijna uit ons land verdwenen, kwam op de rode lijst terecht, al hadden ze zo’n 9000 jaar hier hadden gewoond. Het liefst in de buurt van mensen en die wilden ooievaars graag in hun nabijheid omdat ze geluk en nieuw leven brengen. In 1592 stond op het puntdak van de Ridderzaal dan ook een houten ooievaarsnest.
In 1957 zijn er meerdere paartjes uit buitenlanden gehaald om te voorkomen dat we ooievaarloos zouden worden. Nu heeft Vogelbescherming broedstations in verschillende provincies en nestelen zich de vogels al weer enige jaren in ons stadsdeel.
Geen keelspieren
Op het nest van park Frankendael worden er twee jongen grootgebracht en op de kerktoren aan de Zaaiersweg heb ik ook twee jongen gezien. De nesten bij de Dierenambulance en die bij het Flevopark bleven ook dit jaar leeg.
Ooievaars blijven doorgaans hun hele leven bij dezelfde partner. Die van Frankendael zijn standvogels en blijven hier in de winter, maar de torenbewoners op de Zaaiersweg trekken na eind augustus richting noord Afrika en komen tegen of in het voorjaar terug, vaak op hetzelfde nest. Een van de twee, het verschil tussen man en vrouw is niet te zien, gaat na de inspectie van het nest op zoek naar twijgen en takken. Die partner wordt met geklepper op het nest begroet en met de koppies op de rug bevestigen ze hun relatie. Ooievaars hebben geen spieren in hun keel en kunnen daardoor geen geluid maken. Ze communiceren door de snavels tegen elkaar te klappen. Ze hebben één legsel per jaar, maximaal vijf eieren, die dertig dagen door de ouders worden bebroed.
Kruiden en bloemen
Als ze uit het ei zijn, blijven de jongen twee maanden op het nest en worden door beide ouders van voedsel voorzien tot na het uitvliegen. Dan gaan ze zelf op zoek naar voedsel om aan het eind van de zomer in groepen de lange tocht naar het zuiden te maken, met of zonder ouders. De jongen keren niet terug naar hun geboorteplek. Na hun derde levensjaar zijn ze geslachtsrijp en zoeken een nieuwe woonplek met hun partner, die niet altijd van hetzelfde geslacht hoeft te zijn.
Wilt u dat ooievaars op alle nesten in Oost broeden? Zorg dan voor hoog gras waarin kruiden en bloemen groeien. Geef ze geen brood, maar vlees of vis. Zonder zout want daar kunnen hun nieren niet tegen. #
Dick Feenstra
Carin te Hoonte zegt
Goed verhaal! Ik ben bang dat veel mensen dit zouden dienen te lezen: er wordt toch nog steeds brood aan de rand van Frankendael gegooid. Terwijl dit niet goed is voor vogels.