Bron: buurtblad De Eenhoorn – editie 7
Tekst: Floris Hollestelle
Foto’s: Robin
Er ligt altijd een hengel in zijn bestelbus, naast de ruim duizend kilo aan knelkoppelingen, koperen pijp, gereedschap en appendages die hij nodig heeft voor zijn werk, want Robin is loodgieter én fanatiek sportvisser, ook of juist in de stad.
Ergens eind oktober liep ik vanaf de Nobelweg de Transvaalkade op, richting Oostpoort. Het was nog vroeg in de avond, nog licht. Langs de Ringvaart stond iemand te vissen. Het zag er wat amateuristisch uit, in mijn ogen: man tussen strak aan het water geparkeerde auto’s, simpele hengel, lege emmer, maar ik was toch nieuwsgierig. Ik kon het niet laten: Sta je hier wel goed? Dat was het begin van een gesprek dat duurde tot voorbij zonsondergang.
Natuurlijk stond hij daar goed, ten eerste omdat hij verstand van vissen heeft, en ik niet, en ten tweede omdat hij al heel wat vissen uit de vaart heeft getrokken. Dat er flinke joekels rondzwemmen, zoals hij zei, kon ik niet meteen geloven. Ik had in het stille donkere water van de Ringvaart nooit meer dan een glimp opgevangen van allerlei klein spul. Ik haalde mijn schouders op.
Via zijn kleding en busje kwamen we op zijn werk. Sinds hij als kleine jongen met zijn vader de zaak van Martin Breman binnenliep, toen nog gevestigd op de hoek van de Hobbemakade en de Ruysdaelstraat, werkt Robin al voor dit bekende Amsterdamse installatiebedrijf. Robin is een familieman en dit bedrijf voelt ook als familie. Hij verdiend er een goede boterham, is getrouwd en heeft twee jonge dochters. Zijn motto is ‘Leven en laten leven’ (alle vissen worden teruggezet) maar dat betekent niet dat hij niet over veel dingen een duidelijke mening heeft. “De wereld is er wel wat gevaarlijker op geworden, zeker voor mijn meiden. Vroeger vertrouwden mensen elkaar meer. Dat is veel ingewikkelder geworden, mensen zijn nu vaak zo verschillend.”
Zijn werk is harder en minder relaxed geworden, vindt hij. Klanten kiezen vaak met hun portemonnee, halen goedkope beunhazen over de vloer, om vervolgens toch de vakman (hem) te bellen om de rotzooi op te ruimen. Robin maakt zich er niet druk over. Aan het einde van de dag, als de klus erop zit, parkeert hij zijn busje langs het water en slaat zijn hengel uit. In Amsterdam of ergens anders in Nederland. Dan is de stress van de dag snel verdwenen. Na een uurtje of als hij het naar zijn zin heeft uren later, bergt hij zijn hengel weer op en rijdt terug naar zijn gezin. Hij heeft het goed, zegt hij zelf, hij is gelukkig. Wat heb je nog meer nodig? Ik zou het niet weten. Het is inmiddels donker en tijd om afscheid te nemen. Wacht! Hij laat mij nog snel wat foto’s zien, van wat hij allemaal in de Ringvaart en haar zijvaarten heeft gevangen. Robin swipet langs de monsters die zich daarin verschuilen … Mijn mond valt open, hij heeft geen centimeter overdreven! Met pretogen geniet Robin van mijn verbazing. We wisselen telefoonnummers uit.
Huiswaarts wandelend duikt een diep inzicht op uit het donkere water van mijn geest: Wat een wondere wereld gaat er voor je open, als je onder het oppervlak durft te kijken, ha! Als ik hem voorbijgelopen was zonder hem lastig te vallen met mijn onkunde was ik dit allemaal nooit te weten gekomen. ▼
Geef een reactie