1948 – 2019
Bron: Pierre de Boer – Geboren in de Marconistraat in 1961 en woont nog steeds in de Watergraafsmeer. Beroep: Between jobs zoals de Engelsen zeggen.
Een en zeventig jaar (1948) geleden spoedde een verslaggever van het Handelsblad zich ’s avonds naar het pand hoek Linnaeusstraat 38 – Vrolikstraat om daar getuige te zijn van een opmerkelijk experiment. Hij werd daar ontvangen door de heren Jo Both, Jan de Boer, Rob Janssen en Joop Zwart, allen werkzaam in de zaak van eerstgenoemde. Even later schaarde het gezelschap zich in een halve kring rondom het door deze heren zelfgebouwde televisietoestel.
Televisie was er wel degelijk in 1949
Wie op dit moment opspringt en uitroept, dat dat helemaal niet kan, omdat de televisie in Nederland pas in 1951 van start ging, heeft het ongelijk aan zijn kant. Want televisie was er we! Degelijk in 1949: in Eindhoven stond een experimentele zender weliswaar met een klein bereik. maar als de omstandigheden gunstig waren kon je Eindhoven zelfs in Amsterdam ontvangen. Er waren alleen toen nog geen ontvangtoestellen in de handel, maar je had handige knutselaars, die zo’n ding toen zelf in elkaar draaiden, De heren Doorgeest en Bodeman van Electro acoustiek op de Olympiaweg hadden dat al gepresteerd en bij de firma Both werkten blijkbaar mensen met eenzelfde feeling en kennis. Het apparaat, dat de verslaggever van het Handelsblad in werking zag, was trouwens al het vijfde, dat daar in elkaar was geknutseld.
De sensatie van zijn leven
Ik zou dit allemaal ook niet hebben geweten. als niet het jubileumnummer van Ons Amsterdam het uitvoerige verslag over deze zo niet eerste dan toch één der allereerste televisie-ontvangsten nog eens had afgedrukt. Het is uit de krant van 20 april 1949 en geschreven in een merkwaardig plechtstatige stijl van een schooljongensopstel voor volwassenen. Misschien vergis ik me en schreven we toen allemaal zo. In elk geval zou je kunnen veronderstellen dat de verslaggever de sensatie van zijn leven beleefde, maar die heeft hij dan wel aardig onderdrukt. Nou ja, waarschijnlijk was het voor de man geen nieuwtje meer, want hij meldt, dat hij al direct de proefstudio van Philips herkende “in het groene schijnsel op het beeldvlak van de kathodestraalbuis”.
Wel er stonden 12 zangertjes van Willem Gehrels Volksmuziekschool uit Amsterdam voor de camera. Maar volmaakt was de ontvangst toch nog niet. “Het is hier een heksenketel van storingen”, aldus de woordvoerder van het groepje van ‘vier’, een voorbijgaande auto, een elektrische bel, zelfs een passerend rijwiel met lichtdynamo in bedrijf stoort al, om van de tram maar te zwijgen. ” Kijk, daar gaat de tram door een schakelaar heen”.
Passerende rijwielen met lichtdynamo
De verslaggever, die waarschijnlijk zelf op een rijwiel met lichtdynamo in bedrijf naar de Linnaeusstraat was gekomen, zag prompt het beeld veranderen in een “wild wapperende sluier van horizontale streepjes” en de zangertjes vervaagden “in een wild nirwana”, een beeldspraak, die ik bij onze eigen Wim Jungman nooit tegenkom, maar die heeft nu ook geen last meer van passerende rijwielen met lichtdynamo in bedrijf.
Een der eerste bruikbare televisie-ontvangsten
Hoe heerlijk ver we het in 65 jaar hebben gebracht, blijkt ook uit de mededeling, dat na hevige regen de ontvangst destijds al helemaal was gestoord. De heer J. Both: “Alleen ’t plaatsen van de antenne was al een hachelijk karwei op zichzelf en nu sukkelen we nog steeds met het geluid, maar dat komt ook in orde. ” En ja hoor, opeens zwijgen de zangertjes van Willem Gehrels, hoewel ze in Eindhoven dapper doorzingen. En de rubriek Televaria verloopt ook geluidloos, evenals het journaal. De verslaggever verliet niettemin met gepaste eerbied het pand. “Hoofdzaak is”, schreef hij, “dat we met eigen ogen een der eerste bruikbare televisieontvangsten in Amsterdam mochten aanschouwen. En dat vervult ons met eerbied voor het nieuwe wonder en voor degenen, die dit wonder tot stand brachten”.
Het wonder kwam pas twee jaar later. Na een korte aanloop kwam de eerste hausse, maar het heeft nog wel enkele jaren geduurd voor het antennewoud ook Amsterdam bedekte en je niet meer belet bij je werkster behoefde te vragen om iets te zien.
En nu? Práát me er niet van!
Vader en zoon de Boer namen in 1957 de beslissing om op Middenweg 63 voor zich zelf te beginnen. Lees: Firma de Boer en Zoon
———————————————————————————
Micha Blank zegt
Micha Blank Een van mijn vroegste jeugdherinneringen is een sketch voor vader en zoon op Ringdijk 40 rond 1975.
Opa Blank had een nieuwe tv-antenne aangeschaft. Waarschijnlijk de nieuwste en de grootste, want Opa hield van gadgets. Kleurentelevisie? Teletekst? Stereogeluid? Opa had het als eerste.
Wat Opa niet had was de durf om het dak op te gaan om de antenne te bevestigen. Dat deed mijn vader.
De tv stond voor de ramen in de huiskamer, onder de kooi van Pietje, de kanarie. Een lange draad liep van de tv door het open raam naarboven. “Iets naar links, Han!” riep Opa naar mijn onzichtbare vader van wie ik hoopte dat hij niet van het dak zou glijden. Pietje en ik, anders vol zang en babbels, hielden ons angstvallig stil.
“Stop, stop, stop! Nee, nu naar rechts! Ja… ja… ja!” Beeld!
Welk beeld op de tv verscheen, weet ik niet meer, maar het beeld van de zeldzaam soepele samenwerking tussen mijn opa en zijn zoon die in alles van hem verschilde staat in mijn geheugen gegrift.