Bron: #Dwars door de buurt – editie 249
Oost heeft er weer een schitterende openbare planten- en bloementuin bij: Meergenoegen. Even achter de entree van volkstuincomplex Klein Dantzig. We praten met Tanja IJzer, de tuinierster, die veel doet aan het onderhoud van de tuin.

Als je het hek bij de entree aan de Kamerlingh Onneslaan tegenover het Hollestraatje door bent, loop je een stukje naar links. Vroeger was hier de zogeheten Boshoek van de volkstuinen waar, naast wat bebouwing, groenresten werden gedeponeerd. Op dit moment staat er nog niet veel meer dan wat gele sleutelbloemen, paarse en blauwe smeerwortel en witte muur. Maar in de zomer zie je hier een oogstrelende bloemenzee van honderden soorten.
Struikrovers
Het ontwerp is van het beroemde bureau Mien Ruys. Tuinierster Tanja maakte de tekening af met mooie hoogteverschillen en glooiende oevers: ‘Het motief voor de aanleg is tweeërlei. Net als elders in de stad moesten er wat verzwakte populieren worden gekapt en bomen vervangen worden. Verder moesten er wat oude gebouwtjes weg omdat er asbest in zat. Ook speelt natuurlijk een belangrijke rol, dat een nog frequenter gebruik van het park als onderdeel van Park Frankendael een garantie is voor het behoud ervan in de toekomst. Er wordt tot ons genoegen steeds meer gewandeld.’

De grond moest wel eerst flink gefreesd worden en van puin worden gezuiverd. Daarbij kwam nog een 18de eeuws pijpenkopje naar boven.
Februari vorig jaar konden de eerste bomen worden geplant. Op advies van Natuurmonumenten kwamen die van kwekerij Dependens, die werkt met werkkrachten met afstand tot de arbeidsmarkt. ‘In het voorjaar daarna kregen we’, vervolgt Tanja, ‘tweehonderd planten en struiken van de Struikrovers, die ze overal ‘jat’. Dit keer bij een circulair pand aan de toch al geprivilegieerde Zuidas. En dit jaar haalden de rovers ze van het Weteringplantsoen, dat gerenoveerd wordt. Maar de tuinders van Klein Dantzig leverden ook zeker duizend planten. Ze komen regelmatig kijken hoe hun plantjes het doen.’
Ganzenkids
‘Voor het middenterrein kochten we een biologisch bloemzadenmengsel -Tübinger- speciaal voor de bijen en akkerrandzaad voor de glooiende oevers.’ Tanja had echter niet op de ganzen en hun kids gerekend, die via deze oevers veel makkelijker het water konden bereiken en onderweg het zaad weg pikten. Welke bomen zijn er geplant? Tanja: ‘Een paar walnoten, drie moerascypressen, twee fladderiepen, zoete kers en twee haagbeuken.’
Bochtige voetpaden kronkelen door de tuin, voorzien van snippers met bijbehorende schimmels, die de grond aan weerszijden kunnen vitaliseren. Aan het eind van het pad staat een bijenhotel, waar altijd wel gelogeerd wordt, en een piramidevormig kunstwerk, opgebouwd uit oude stenen. Langs de paden staan een houten bankje en enkele stenen bankjes van opgetaste doorgehakte tegels, waarop een dek van Belgisch natuursteen.
Een vondst is het idee om in de voegen tussen de tegels voor de opberghokken wat extra ruimte te laten voor hele kleine bloempjes en plantjes zoals kruiptijm, brunel, bietjesgras en madeliefjes. Ergerlijk, die mensen die altijd maar die voegen menen te moeten ontdoen van lieve, kleine plantjes omdat dat slordig zou staan. Misplaatste reinheidsdwang toch? De tuin wordt op 25 juni officieel geopend, maar is nu al toegankelijk. #
Jaap Kamerling
Geef een reactie